DAGBOEK ZUID AFRIKA JUNI 2007

Wat voorafging:

Dagboek Kenia September 2006
Dagboek Kenia Oktober 2006
Dagboek Kenia & Ethiopië November 2006
Dagboek Ethiopië December 2006
Dagboek Ethiopië Januari 2007
Dagboek Kenia Januari 2007
Dagboek Kenia Februari 2007
Dagboek Uganda Februari 2007
Dagboek Rwanda Maart 2007
Dagboek Tanzania Maart 2007
Dagboek Tanzania April 2007
Dagboek Malawi April 2007
Dagboek Malawi Mei 2007
Dagboek Mozambique Mei en Juni 2007

zaterdag 16 juni, over de grens de Wildtuin in (door heidie)

Vanuit de mooie en nette campismo Aquia Perisquera, waar we de enige gasten zijn, rijden we anderhalf uurtje naar de Giriyondo border post een grenspost midden in het park, geopend in 2006. Van een carnet de passage en douane daar hebben ze hier nog nooit van gehoord, maar eens moet het de eerste keer zijn. De dame aan de Suudaf zijde vindt het ongewoon dat ze hier visa moet verlenen, en een vriendelijke agent die even bewonderernd in de non komt neuzen wil graag een Ethiopische video CD. Hij krijgt er een stapeltje en is zeer tevreden. En nu zijn we in Zuid Afrika.

De eerste piknikplaats in het Kruger Park is al een voorbode van de ongehoorde luxe die we hier mogen verwachten. Na een half uur piste komen we zelfs op den asfalt. Speurend naar Olie en Fanten en wildebeesten en buffels ontdekt Piet (natuurlijk Piet) dat de motor te warm heeft.

Koen overtreed de kruger regulations en duikt onder de motorkap. Een niet mis te verstane SHIT laat ons duidelijk horen dat er wat lelijk mis is. De herstelling van de waterpomp (uit Mombassa aan het prille begin van de reis) is bezweken. Erger nog dan toen in Mombassa. Worries. Maar 't schijnt dat wij altijd chance hebben met de locatie van de pech: nog 5 km naar Letaba restkamp. Koen kiepert een paar liter fris water in de moteur en na slechts een paar stops zijn we in Letaba: het was meer dan 4 km bergaf!

Koen demonteert de waterpomp in de donkerte en is daarmee een paar uurtjes zoet, morgenochtend komt de mekanieker....

Intussen voelen wij ons als bijna niet meer in den Afriek. Het restkamp bestaat uit kampeerplaatsen, rondavels, family-huts, zwembad, winkel, een restaurant, bank enzoverder en verder. We hebben grootste lol met de TV room, een groot en ongezellig lokaal met vooraan een onnozele TV. Veel onnozelere toeschouwers die zitten te joelen voor de voetbal (?) gehuld in tabaksrook en alcoholblikkenwalmen. Leve de wildtuin!

We braaien taaie Buffalo en malse Nyala steaks.

zondag 17 juni, herstelling van de waterpomp (door Koen)

Vadertjesdag in Zuid Afrika: "Dis tyd om pa's te bederf" zegt de krant.

Tegen half acht komt de "Emergency Rescue" car onze kampeerplek oprijden. We rijden een kilometer of twee naar hun atelier. Daar zijn ze vooral gespecialiseerd in lekke banden en hebben ze een voorraad aandrijfriemen. Voor het herstellen van een waterpomp van een veertig jaar oude MAN vrachtwagen is de werkplaats niet onmiddelijk uitgerust. Maar we zijn in Afrika nietwaar. Een man of vijf komt het euvel bestuderen en bespreken en dan duiken ze allen naar een andere hoek van de garage. De vangst bestaat uit een paar buisje, oude moeren, rondsels en ander klein oud ijzer. Met een zaagje, een beiteltje een hamertje wordt een stukje rondsel een half maanvormig spietje dat half in het verhakkelde spiegleufje van de as van de waterpomp past. Een buisje wordt een halfpassende 'bush' die met grof geweld tussen de kogellager en de as wordt geplet. En dan nog een paar rondellen hier en daar en hops na een uur of vier knutselen met een man of drie vier staat de uitgesleten polie weer op de afgesleten as en draait lichtjes zwiekzwakkend rond. De herstelling lijkt een groot succes voor de lokale technische staf van Fleet Services van de Kruger Wildtuin. De Brugse toeristen zijn eerder sceptical..... We rijden terug naar de non en tegen 14 uur is de herstelling afgerond. De groene koelvloeistof wordt weer rondgepompt.

Terwijl Piet en Sofie in het bibberkoude zwembad duiken, ga ik met Heidie op de koffie bij twee koppels uit Pretoria. We babbelen wat over de staat der wegen om hier weg te raken en over veel koetjes en kalfjes. Om halfvijf gaan we binnen de omheining van het restkamp langs de Letaba rivier kuieren. Olifanten, bushbucks en waterbucks komen vanavond wat drinken aan de rivier en genieten van het malse riet.

Een flattie op de braai met stears saus en de laatste restjes nali.

maandag 18 juni, de kortste weg het park uit

Een paar buisje, oude moeren, rondsels en ander klein oud ijzer laten de waterpomp wobbelend ronddraaien, maar voor hoelang? Een betere herstelling is in het park uitgesloten, dus besluiten we westwaarst het park buiten te rijden, richting Palaborwa, slechts 53 km. Het landschap is droog en leeg. Achter een dammetjes vinden we een familie hippoos die om de drie minuten even hun oren en ogen boven water steken. Telkens ze boven komen draaien hun oortjes driemaal rond. Aan een waterhole vinden we de rest van onze Kruger fauna: zeven statige giraffen, twee olifanten, een troepje zebra's, een kuddetjes impala's en een familie wrattenzwijnen. Ons bezoek aan de Wildtuin wordt afgerond met een archeologische vindplaats, waar naast de overblijfselen van het stenen tijdperk en de sporen van een ijzergieterij ook een oude bierfles van de Dutch Brewery in de vitrines prijkt.

Net buiten het park is er een Caravan park van Forever Resorts. Zeer proper en nieuw en bijzonder rustig. We rijden echter eerst door naar Palaborwa city. Hoewel we wisten dat Zuid Afrika alle moderne confort heeft krijgen we toch nog een cultuurschokje als we het eerste Spar supermarktje binnenstappen. Vooral de slagerij zou in een vlaamse supermarkt niet misstaan. In het stadscentrum zijn zowaar nog een hele keure supermarkten. Naas en Piet slager erin om onze emails op te halen. De standaard bank tovert mijn euroos om in rand. (9,25 rand voor 1 euro).

We passen ons snel aan Zuid Afrika aan en braaien een kilogram boerwors. In de Ablution block kun je hier ook een heerlijk lekker warm bad nemen vooraleer onder een dubbele laag slaapzakken in de daktent te duiken.

dinsdag 19 juni, verder zuid naar de Drakensbergen (door Koen)

De winter is baaie zag alhier. Als we om 8 uur uit onze tent raken is het toch al een graad of twintig, voor ons nogal fris maar toch nog geen winterse vrieskou.

We bezoeken een echt toeristisch informatie centrum en vragen de aangenaamste weg naar de blyde rivier canyon. We krijgen wijze raad en een paar kaartjes. Eerst inkopen doen, want het dorp Mica blijkt nauwelijks te bestaan en andere dorpen moeten we niet verwachten voor de bergen. De Spar kennen we al, de Shoprite bezochten we al in Tanzania en Malawi, dus besluiten de kinderen dat we inkopen moeten doen bij de Checkers. Bij het buitenrijden van Phalaborwa rijden we verschillende kilometers langs een gigantische fosfaatmijn. Daarna is de streek leeg en uitgestorven. Links en rechts van de weg staat er twee meter hoge schrikdraad met om de tien à twintig kilometer een poort van een Private Game Ranch, een Wild Farm of een Lodge. De poorten zijn verlaten, enkel een naam en een telefoonnummer. Zonder telefoon kom je er niet in. We zien geen enkel gebouw, enkel lange verlaten pisten die de uitgestorven wildernis ingaan achter de schrikdraad.

Mica bestaat uit een benzine- en een spoorweg-station en een verhakkelde wegwijzer naar een mijn. Meer ranches, lodges en farms. Meer schrikdraad en poorten. Struiken tussen de rotsen en hier en daar een toren rotsblokken die we in vlaanderen als een berg zouden bestempelen.

Na honderd kilometer duiken de Drakensbergen op in een mistig vergezicht. Op 7 km van Diphuti vinden we een ouderwetse campsite gerund en bevolkt door oude(rwetse) zuid afrikanen. Er is ook een (veel te) koud zwembad met een reuze waterglijbaan.

woensdag 20 juni, in de Drakensbergen (door Koen)

We nemen afscheid van de oudjes en beginnen aan de Abel Erasmus bergpas (1242 m) . Na drie kilometer klimmen komen we door de Strybos tunnel die zowaar een lengte van meer dan 100 meter heeft. Voor Zuid Afrikanen is deze tunnel om een of andere reden een toeristische attractie. Langs de weg kun je Fruits, Arts en Manekis kopen. Na dertig kilometer gaan we links richting Graskop. Tegen de middag rijden we het Blyde Canyon Forever Ressort binnen. Na het middagmaal wandelen we naar de upper viewpoint om de three rondavels of de three sister te bekijken.

Een frisse bergavond; we laten onze non lekker opwarmen met onze Webasto dieselverwarming (dit is al van Ethiopië geleden). Piet gaat brikketten kopen voor de braai. Naas kookt cheeseburgers met pattatjes en speciale bruine paddestoelen.

donderdag 21 juni, kortste dag van het jaar; wandelen aan de drie rondavels

Vandaag maak ik met de kinderen een mooie wandeling langs de escarpment en de kleine maar mooie Tuva Falls.

vrijdag 22 juni, naar Graskop als echte toeristen

De drie rondavels viewpoint rijden we voorbij, maar op het Lowveld Viewpoint wagen we ons tussen de toeristen. Bij Bourcke's Potholes komen we zowaar midden in het massa toerisme. Een echte toeristenbus en een beestecamion hebben hier samen hun lading gedropt. De prachtig site is verkl...eurpotl...ood met prachtige brugjes, leuningen en bordjes "no entry beyond this point". Door de aangeplante dennebossen van de houtindustrie komen we tegen de middag in Graskop aan. Het toeristisch baantje via God's Window en The Pinacle laten we links liggen... het toeristisch gedoe met soevenierstalletjes en leuningen op de viewpoints is niet aan ons besteed. De camping in Graskop is mistroostig. De SPAR levert ons de nodige levensmiddelen. En ze hebben hier zowaar een echt internetcafé.

zaterdag 23 juni, wandelen in Graskop

Vandaag maak ik met Heidie en de twee jongsten een mooie wandeling met prachtige vergezichten die we ook op de fotoos in de brochures over God's Window zagen. Hier zijn er echter helemaal geen toeristen. We ontmoeten gewoon weg niemand tijdens onze wandeling. De zon schijnt heerlijk, de nachtelijke koude is helemaal verdwenen. Tijdens de piknik zonnen we zelfs op een grote rots. Terug op de campsite is Naas net terug van zijn fietstochtje naar God's Window en de Pinacle. Net op tijd om voor ons heerlijk gekruide varkenshespesneden te braaien.

zondag 24 juni, van Graskop naar Pigrims Rest (door heidie)

Stillaan wennen we aan de nachtelijke diepvriestemperaturen; hoe langer we slapen hoe warmer het is als we opstaan. Om tien uur ontbijten onder een heerlijke blauwe hemel met een frisse winterzon, baaie goed. Om elf uur vertrekken we richting Pilgrims Rest. Eerst nog een stop aan de SPAR supermarkt, dan 3 km verder bij een natuurlijke brug over een riviertje. Een steil bergpasje over en dan een lange afdaling naar de Blyde Rivier waar in de vorige eeuw goud werd gevonden. De eerste Zuid-Afrikaanse goudkoorts. Pigrims Rest was tot in 1972 een actief gouddelvers dorpje. Nu is het een museum.

Na de middag wandelen we het ganse dorp door (alle twee de straten dus) en zijn getuigen van een gras-bos-brand. De forrestpatrol klopt het vuur uit met een soort swabbers.

Om vijf uur zijn we terug op de kampsite. Vandaag zijn wij de enige toeristen, maar onze buurman is een priester die hier voor zeven maanden in zijn tent woont, en verder is er nog een caravandorp van diamantmijnmanagers en een tentendorp van diamantmijnarbeiders.

maandag 25 juni, van Pilgrims Rest naar Lydenburg

Heidie is als eerste beneden en bewondert een echt winter landschap: witte rijm op gras en tenten, een dampende rivier. De vroege zon vecht met de koude van de nacht. En al snel wint de winterzon het van de vriezeman. Als de andere nonbewoners in hun bizarre pyamapakken (met kousen en dikke fleecepullovers) afdalen uit hun tent wordt het langzaam maar zeker warmer. De verwarming moet slechts het eerste uur van de dag overbruggen. Slaapzakken, lakenzakken en kussens worden in de zon te drogen gehangen, want de condensatie heeft ook in onze tenten toegeslagen.

De klim van Rowers pas (geen roeiers maar rovers) is steil, maar het zicht is prachtig. De afdaling is minder steil. In Lydenburg parkeren we onze truck op het Uitspan Caravan Park tussen een viertal aftandse caravannetjes. Dit zijn duidelijk geen reizigers maar permanente caravanbewoners, de zuid-afrikaanse vierde wereld?

Na de middag wandelen we door het stadje op zoek naar reistassen waar we 23 kg bagage in kwijt kunnen voor de terugvlucht. En een paar tasjes voor de handbagage. In het Vrouwtjies internet café vinden we dat onze reservaties nog gekend zijn op de British Airways website en ondekt Naas dat zijn jongerenticket hem recht heeft op 46 kg bagage.

Sofie wil naar de Wimpies, als we er binnenkomen stinkt het naar een schoolrefter en wordt het voorstel van Naas aanvaard om bij Nandoos te gaan eten. Een veredelde fastfoodketen met Zuid-Afrikaanse Portugese roots; "the home of the faboulous peri-peri chicken, many years ago our forfathers who came to Africa discovered a sweet chili....."; het verhaaltjes is nog beter dan het eten.

dinsdag 26 juni, van Lydenburg naar Dullstroom

Op onze vierde wereld campsite is de ochtendkoude gelukkig een stuk milder dan bij de goudzoekers. Vandaag moeten we over de Santa Fe pas tot op 2050 meter. De klim is gezapig en gestaag door een glooiend landschap die hier de scottish highlands wordt genoemd. Geen dennebomen meer maar droog gras. Vijftig kilometer naar Dullstroom. Waar we slechts één kleine supermarkt vinden, Dullstroom is zoals Graskop een gastronomisch centrum voor toeristen, die er in deze koude wintermaanden niet zijn. De Suyckerbosh dam campsite, net buiten het dorp is prachtig gelegen. Naas demonteerd zijn Seagull forthy plus tot verpakbare stukken. Piet en Sofie knutselen vliegende dozen, pullen en flessen voor hun knuffels. Heidie en ik wandelen rond de Suckerbosh heuvel waar we zowaar twee Topi's ontmoeten. Water en vooral electriciteit zijn bijzonder schaars vanavond op de campsite, maar toch slagen we erin om alle vijf een warm bad te nemen bij zaklamplicht.

woensdag 27 juni, van Dullstroom naar Truter Farm in Arbor

Dullstroom city blijkt nabij het station toch nog een klein winkelcentrum te hebben. We vullen er de dieseltank en rijden door naar Belfast. De hoofdstraat van Belfast heeft gelukkig wat meer winkels dan Dullstroom. In de SPAR vinden we alles wat we nodig hebben. Vijf kilometer later komen we op de N4 Tollroad. We rijden door een glooiend landbouwlandschap met gigantische velden in wintertenu. Hier en daar een mijn met een fabriek ernaast met grote hyperbolische koeltorens, we vragen ons af wat er hier uit de grond wordt gehaald. De spoorweg wordt hier echt gebruikt we zien treinen met twee tot vier lokomotieven en 41 wagons (geteld door Sofie). Af en toe zien we ook kilometers lange transportbanden door het landschap kronkelen. Ook de snelweg wordt ook duchtig gebruikt voor erts of mineralen transport. Tussen de grote zijkippers, waarschijnlijk vijftig-zestig tonners is onze Non vandaag een kleintje. Op de weegbrug halen we amper 12.700 kg. We kiezen Ultracity nabij Middelburg als middagstop. Voor 69.90 Rand tikken de kinderen zowaar 4 drekburgers en een portie frieten op de kop. Even later zijn we weer op weg naar Jo'burg, nog 100 kilometer naar eindbestemming.

Voorbij Witbank krijg ik stillaan zin om een slaapplaats op te zoeken om morgen nna een korte rit tegen de middag in de Shoestring Lodge aan de luchthaven van Joburg te zijn; onze eindbestemming. Rond de afrit van Ogies is er echter zoveel stof uit de mijnen dat ik hier niet wil slapen. Vijf à tien kilometer na de afrit een rood lampje in de waterthermometer en een temperatuur van 120 °C. Dit is duidelijk: de waterpomp is weer bezweken. Als ik een kilometer verder op een relatief veilige stopplaats de motorkap open, stoomt de koelvloeistof uit het expansievat... Chris Scott van Sahara overland indachtig wordt er eerst een expressokoffietje gemaakt, en een verkeersdriehoek gezet. Op de snelweg is de hulpvaardigheid zoals in Europa beperkt, niemand stopt. Ik vul het koelwater bij en drinken nog een kwartiertje koffie tot de motortemperatuur voldoende gezakt is om een paar kilometer te rijden. Gelukkig bergaf! Aan de eerste afrit een volgende koelstop, maar we zijn van de snelweg af. Met nog twee stops raken we in de Truter Farm. Op het sjeike boerderijkantoor vinden we een dame en vier goed ingepakte jonge meiden die de dochters van de twee boeren blijken te zijn. Ook binnen is het hier koud. We wachten tot één van de boerebroeren is aangekomen die ons een plaats toont tussen de tientallen John Dheere tractoren waar we kunnen overnachten. Gisternacht sneeuwde het in Delmas en Johannesburg; we besluiten van allen binnen te slapen. Daktenten in de sneeuw lijkt ons te avontuurlijk.

Donderdag 28 juni, een dagje op Truter Boerdery

Om half acht worden we gewekt door de spraakzaamste en vriendelijkste dochter Truter, die ons uitnodigt voor een kopje koffie in het kantoor. We toveren onze gemeenschappelijke slaapzaal om tot een ontbijthoek. Naas die op het hoog bed ligt kan het langste blijven liggen. Zodra de koffie en de papaya in mijn slokdarm is verdwenen duik ik de frisse morgen in. Een warme sjarp, een felblauwe icetea buff uit het krachtbalkamp van Male, een overal boven een versleten fleecejas, warme safetyboots met trekkingkousen en katoenen witte wegwerphandschoentjes. 8u04 fase 1: onder het linker voorwiel duiken; demonteren van de waterpomp; alle nodige handelingen liggen nog fris in het geheugen. Alleen de laatste moer doet lastig, zoon Naas komt ter hulp. 9u26 expressopauze. De Truter familie bewerkt 16.000 hectaren met meer dan zeventig tractoren, dus hebben ze hun eigen werkplaats gerund door Derek en Bram. Twee broers die al 16 en 19 jaar voor de Truter Boerdery werken. In de werkplaats wordt vandaag een versnellingsbak uit een gigantische bulldozer gesleuteld. Ernaast staat een John Dheere 8620 tractor met motorpech. Derek bekijkt onze verhakkelde waterpomp en gaat direkt aan het werk. Ditmaal geen buisjes, rondsels en stukjes ijzer maar een stevig stuk staal dat de draaibank ingaat. Daarna wordt de polie in dezelfde draaibank aangepakt. De nieuwe buzelure wordt perfect in de polie gecentreerd in de draaibank en vastgelast. Om 12u27 is fase 2 afgerond. Warme soep en raviolie (uit de Coruyt gedomme).Fase 3: montage. 14.26 de vrouw des huizes noteerd en memoriseerd. Werken succesvol (?) afgerond. Yo-Burg here we come. lap zeg er moet nog worden op geruimd en trutersthee gedronken

Ondertussen is naas terug van Ogies. Hij vertrok per autostop en kreeg een voertuig met een paar tienduizenden pk en een 50 tal lege wagonnen. De vriendelijke machinist van de goederentrein nam hem mee tot aan de brug van Ogies en wijst hem naar de winkels. De SPAR® levert brood sanwitchen sap en wors.

De Truter B(r)oers kochten vandaag een leo yong bull voor 224.000 Rand. Mielie pap geef krag. één van de twee broers woont 25 Kilo verder op de boerdery. We maken een lange wandeling door het machinepark. De oude Ford tacktoren ploegden, egden, bemestten, zaaiden en oogstten slechts stroken van 5 meter. de majestueuze poepsjieke Jhon Dheeres (dat zijn de groentjes) met dubbel achterwielen (dat zijn dus 4 achterwielen) met diameter 2.00 meter bewerken het land in groepjes van drie. Een strook van zowat 25 m per keer dus. Maarja een boerderytje met de opp van 400 maal tilleghembos..... Mieliepap geef krag.

Boerewors op onze braai en slapen maar. Tot morgen, beste , lezers

Vrijdag 29 juni, precies tien maanden onderweg

We nemen afscheid van de Truters en rijden recht naar de Shoestring Airport Lodge in Johannesburg waar we tegen de middag aankomen.

toch nog een vervolg