DAGBOEK RWANDA MAART 2007

Wat voorafging:

Dagboek Kenia September 2006
Dagboek Kenia Oktober 2006
Dagboek Kenia & Ethiopië November 2006
Dagboek Ethiopië December 2006
Dagboek Ethiopië Januari 2007
Dagboek Kenia Januari 2007
Dagboek Kenia Februari 2007
Dagboek Uganda Februari 2007

Donderdag 1 maart, over de grens en naar Kigali

Van Kabale naar de grens is het maar 20 km. De formaliteiten worden snel afgehandeld. Met onze Carnet moeten we geen carte d'entreé hebben en moeten we dus ook geen tax betalen, maar ja de visa waren al duur genoeg (5 maal 60 USD). Het enige probleem aan de grens is de lange rij wachtende vrachtwagens waar we ons moeten doorwringen, dit neemt wel een half uur in beslag.

Via het vlakbodemdal dat vol theevelden staat bereiken we de afslag naar Byumba. De theearbeiders zijn nog steeds even sjofel als voorheen. De asfaltweg is bochtig en heuvelachtig maar voor de rest in vrij goede staat en niet al te druk.

Het binnenrijden van Kigali is onherkenbaar. Nyabugogo is volgebouwd en er is een grote taxistandplaats. We mogen de bergop via de Boulevard de Nyabugogo niet op met onze vrachtwagen en raken dus niet in de Procure (naast de cathedrale) waar we willen kamperen. We rijden langs de "avenue des poids lourds" richting luchthaven, aan de tweede brug laat mijn geheugen mij helemaal in de steek en stop ik om de kaart te bekijken. We staan voor een camping. We camperen dus in de Mulindi-Japan-One-Love-Projekt langs de stinkende Ruhanwa riool (volgens de kaart is dit een rivier). De douche bestaat uit een bidon en een emmer lekker warm water die voor onze deur worden gezet. De waakhonden maken 's nachts een vreselijk lawaai. Op ons dak zijn we veilig. Als Piet naar het toilet wil zijn de bloedhonden daar meteen. De nachtwakers moeten Piet begeleiden om te vermijden dat hij wordt...... verslonden.

Vrijdag 2 maart, naar Butare

We rijden de "avenue des poids lourds" af richting Nyabarongo. Via de voor ons nieuwe taxistandplaats in Nyabugogo. De weg naar Butare werd twee jaar geleden vernieuwd en is nog in perfecte staat. Op vele plaatsen zijn er zelfs verhoogde voetpaden, zodat er weinig of geen volk op de rijweg is. De weg is nauwelijks drukker dan 20 jaar geleden. De duizend heuvels zijn er natuurlijk wel nog en vooral tot Gitarama zijn de hellingen voor onze MAN langs de steile kant. Af en toe hangen we, kruipen we, achter de nog steeds (waarschijnlijk dezelfde van 20 jaar geleden) rijdende, kruipende IVECO trucks die onderweg zijn naar Burundi. Hoe is het mogelijk dat men deze wrakken nog steeds draaiende kan houden?

Kamonyi: verkopen ze hier nog kaas? Gitarama en Kabgayi zijn aaneengegroeid tot een echte drukke stad, met een katholieke universiteit. Ruhango en Kigoma onze eerste stopplaats in november 1985 met Chris Bauwens. De afslag van Nyabisindu: Museums 5 km; de melkfabriek draait nog, de yoghurt is voller. Rubona: "centre de recherche agricole" Save: de broeders van liefde zijn er nog. Butare: ons tweede huis staat er nog. We rijden de Ibis voorbij: avenue de la cathedrale. Aan de procure onderhandeld Heidie bij de "centre d'acceuil" en mogen we op de parking van het "Economat Générale" staan. De naam van "Pére Gracien" klink hier nog, zijn foto hangt er nog. Dan wandelen we naar het terras van de Ibis. Fillet de Tilapia op het menu met heerlijk verse tartaarsaus. Voor de jongsten heerlijke spaghetti gratiné met echte hesp en kaassaus en een heerlijk gegrild kaaskorstje.

We wisselen wat euros om naar rwandese frank bij de Ibis want in de Banque de Kigali is de wachtrij misschien wel twee uur lang. "Onze" supermarkt "Chez Christine", waar Barbara toen ze nog geen twee jaar was koffie kocht voor haar papa, wordt niet meer uitgebaat door de Griekse maar is nog steeds een "alimentation générale", de rekken zijn nog dezelfde maar de sfeer natuurlijk niet meer.

De "Quartier Arabe" is nauwelijks veranderd, Hamud Toki heeft er nog steeds zijn autoonderdelenwinkel. Op de markt zijn uitbreidingswerken van de overdekking aan de hang. We wandelen door naar het "Quartier d'Hôpital" waar we in 1985-1986 woonden. Het militair kamp naast onze deur is verloederd. Onze tuin ook. De verschrikkelijke cactus is nu nog veel verschrikkelijker. Ons mooi keukentje is niet meer. Het kindje (Yannick) slaapt dus mogen we niet in de rest van het huis. We nemen we een paar fotootjes van het huis en de tuin. Piet poseert voor het huis van zijn Peter (ereconsul van Butare).

Onze wandeling door Butare gaat nu bergaf naar de Universiteit. Een paar grote spiksplinternieuwe gebouwen en een paar in aanbouw. De campussen van Rughengeri en Kigali zijn immers verhuisd naar Butare. In het mooi geschilderde hoofdgebouw met de leslokalen poseert Professeur Kuni voor zijn lokaal dat er properder uit ziet. De trappen af via de pharmacie en het bureau van Paul Brioen naar de Faculté de Science Appliqué. In het kantoor van Professeur Kuni vind ik een vriendelijk assistent die ons rondleidt door de faculteit. Tegenwoordig wonen er apen in het arboretum die tot op de campus komen.

En dan wordt het stillaan tijd om terug naar het Economaat te keren. We doen eerst nog inkopen bij de Boulangerie du Marché - Chez Venant. Venant woont tegenwoordig in Kigali waar hij een tweede winkel opende. Het brood is lekker en het assortiment is uitgebreid, maar de heerlijke leverpaté en het donkerbruine brood worden er niet meer verkocht, spijtig, spijtig, spijtig.

Piet en Naas zijn nauwelijks uit het goede internetkantoor van de Procure weg te slaan. De glasvezel die tot in Kigali loopt zorgt voor een vrij vlotte verbinding.

Wanneer het donker wordt komt iemand lastig doen: deze parking is geen camping. We moeten opkrassen maar dat doen we natuurlijk niet.

Zaterdag 3 maart, Butare (door heidie)

Wanneer het klaar geworden is, blijkt ons campingprobleem opgelost, en is de lastige man van gisteren supervriendelijk.

Hier Geen reizen zonder kaartjes, zegt mijn schoonmoeder....... Vandaag willen we, waarschijnlijk na jàren van nalatigheid, onze onnoemelijke schade inhalen en dus stappen we voor de noen richting post waar we ons kaartenproject finaliseren. ( 10 stuks, een waar record )

We wandelen verder en vinden "ons" zwembad terug,weliswaar in een verregaande staat van ontbinding en gaan op zoek naar ons tweede huis

Plotseling wordt de avenue opgeschrikt door een gil die ik alleen schijn te horen. Tine Kieckens vliegt ons in de armen, nadat ze man en kind en chauffeur bijna een hartaanval bezorgde door halsoverkop uit de auto te springen. Het gezelschap komt recht uit Kigali met de bedoeling vlak voor Butare rechtsaf te slaan naar het woud. Omwille van Philippe, die nooit eerder in Butare was, vraagt Tine om toch nog eens eventjes rechtdoor te rijden tot aan de post. Zover zijn ze niet gekomen!

Zonder telefoon, zonder e-mail en zelfs zonder tamtam ! Wij hadden alleen een vaag vermoeden dat tine in januari misschien in rwanda zou zijn.

We spreken af om maandag samen naar Nyakizu te rijden, en vinden het zeer leuk om hier toch nog gekenden tegen het lijf te lopen.

Ons tweede huis staat er ook nog, geflankeerd door een nieuwe kerk en een paar andere nieuwbouwprojectjes, waardoor het vanop de grote weg niet meer zo goed zichtbaar is. We vinden de voordeur niet terug, geen wonder want die is verhuisd naar de andere kant. Terwijl we met de gardinier een praatje maken, geholpen door een Congolese artiest die tolkt, komt Abdu aangereden. Hij is een Nigeriaanse veterinair, die werkt voor dierenartsen zonder grenzen (een vlaams project) . De vriendelijke man leidt ons in"ex-de vaere" rond. Behalve de meubels, een paar gaten in 't plafond, gaten in de cementvloer is er binnenin niet veel veranderd. Gezellig is het niet meer maar het lijkt ons nog steeds een aantrekkelijk huis om in te wonen. De tuin is verwilderd en koen vindt de slaapkamers kleiner geworden.

Na een bezoek aan het nationaal museum, dat er na 18 jaren nog behoorlijk verzorgd uitziet, zoeken we het huis van de brioentjes, maar zonder succes. De wegen liggen er nog even slecht bij en veel huizen zijn de oude nachtwakers vervangen door bewakingsfirmas.

Voor de tweede maal gaan we op het terras van de Ibis eten.

Piet gaat internetten terwijl wij de helft van de winkel van Venant opkopen. Vandaag heeft hij zowaar de goeie oude paté. We kopen de eerste 400 gram en een kilogram gehakt. Verder vier koekebroden (zonder rozijnen) voor 150 Frw per stuk. (samen één euro dus). De groupe scolaire is een burcht geworden, we raken niet voorbij de bewapende wakers aan de grote poort. Een autorisation is vandaag niet te krijgen. Dus richting Rwasave. Via de tandartspraktijk van zatte meneer Durlet (nu een Aidspreventiecentrum) naar de Stade waar er een potje gevoetbald wordt. In Rwasave gissen we welk huisje van Gladis en Philippe zou zijn geweest en waar Jan en Caroline nu precies woonden. Terug in het Economat skypen we elk om beurt tot het café sluit om zeven uur. Eten en slapen.

Zondag 4 maart, Butare

De parking van het Economat is superrustig op zondag. Voor het ontbijt gaat Piet naar chez Venant om verse koekebroden. Na het ontbijt gaat Naas op zoek om fietsen te huren. De lompe chinese fietsen zijn wel te huur maar helemaal niet geschikt om bergop te fietsen. Heidie doet de was en daardoor begint het te regenen. We sluiten ons op in Kamion om droog te eten. Daarna gaan Pa en Sofie op toch. De heuvel af naar de visvijvers, die er belabberd bijliggen; de kweekbakken zijn gewoon leeg. Sommige vijvers ook, en in de meeste vijvers krioelt het van de algen. Geen Tilipia die dit overleeft denken we. Maar misschien weet Lieven Verheust beter. Vanuit het visprojekt beklimmen we de achterkant van het Arboretum (het bomenmuseum). We vinden er bomen die zo oud zijn als Piet maar ook bomen uit 1934. Bij elk vak van 100 op 100 meter staat een paaltje met de geboortemaand van de bomen. De bamboe ziet er jong uit maar is heel erg oud. Sommige oude bomen zijn ontzettend dun, blijkbaar houden ze niet van Butare. Andere soorten zijn uitgegroeid tot echt woudreuzen. We zoeken tevergeefs het dennebosje waarin vroeger een miljoen vleermuizen hingen te bengelen. Via de UNR (Université National du Rwanda) bereiken we asfalt. Op een pikipiki vlammen we in volle vaart naar het Economat.

Tine, Plieppliep en Chloë zijn er al. Als het doenkert verkassen we naar den Ibis.

Voor de derde maal gaan we op het terras van de Ibis eten.

Maandag 5 maart, Nyakizu

De taxistandplaats voor Nyakizu is dicht bij de markt. Tine kent de chauffeurs of de bijrijders. We kopen een paar extra plaatsen in de minibus zodat we onmiddellijk kunnen vertrekken. Even buiten Butare wordt één van onze 'plaatsen' nog eens verkocht en vijf kilometer verder stapt er een politieagent in die zich op een 'plaats' zet die wij betaalden. Een agent betaald nooit. Vooralleer we de asfalt verlaten rijden we eerst nog door Tine's "langste bocht van de wereld". Na een uur komen we in Nyakizu (dat nu Nyaruguru heet). We rijden eerst de gîte d'étape voorbij waar Rita en Jan tien jaar woonden. Daarna passeren we het huis van Oma Rwanda (grootouders van Chloë) en rijden door tot voor de winkel van Oma Rwanda aan de markt. We wandelen door de markt gevolgd door een grote groep lokalen. Als Tine de rwandese uitdrukking "ge ademt onze lucht in" gebruikt haakt de helft van de volgers af. Ondertussen is de zon aardig heet geworden, te heet voor Tine, en keren we terug naar oma's winkel. Achter de winkel is een restaurantje in aanbouw, dat in de oogsttijd zal worden geopend want nu hebben de mensen toch onvoldoende koopkracht. We drinken er een frisdrankje. In oma's huis mogen we gaan middagmalen. Oma en opa blijven in de winkel die enkel op de marktdagen maandag en vrijdag open is. Oma heeft er wel voor gezorgd dat er ei met frietjes voor ons werd klaargemaakt. Sofie en Chloë spelen met de konijntjes. We bezoeken ook de koeiestal, en bezichtigen het bed van Jan en Rita.

Na de middag doen we een mooie wandeling door de heuvels. We bezoeken het vroegere huis van de Kiekens waar we in 1986 kerstmis vierden met Sander Duboccage. Het huis is ernstig aan het vervallen. Samen met Tine maken we wilde plannen om de woning in zijn vroegere glorie te herstellen en er een ecolodge van te maken (gîte d'étape de Nyakizu). Deze fantastische ligging komt in elk geval in aanmerking voor echt ruraal toerisme. Volgens Tine zou het ook een welkome impuls zijn voor het door iedereen vergeten Nyakizu. De aankoop van het huis zou slechts 1500 euro kosten, niet rwandezen kunnen echter geen eigenaar worden. De vergezichten van Nyakizu zijn nog steeds adembenemend. De heuvels zijn gecultiveerd van de vallei tot op de top. Tine vindt de gezichten maar "niks"; in de maand mei staan de veldjes vol lichtgroene opschietende sorgo en dan is het wel écht mooi. Onderweg komen we voorbij een moeder met vier kindertjes waarvan de vader al 12 jaar in de gevangenis zit. Het jongste babietje is vannacht zeer zwaar verbrand. Het armpje vertoont een grote open wonde. De moeder heeft geen inkomen en betaalde haar sociale zekerheid (7000 Rwa of 10 euro per jaar) niet. Een consultatie kost 5000 Rwa en dat kan ze niet betalen. Tine beslist om zalf te bezorgen aan Oma Rwanda om de baby te verzorgen.

Na onze wandeling gaan we in de winkel nog een frisdrank drinken. De taxi staat ons op te wachten om ons terug naar Butare te brengen. Wanneer het de duisternis stillaan begint in te vallen wil de chauffeur zijn snelheid gevaarlijk opdrijven. Het is ondertussen ook aan het regenen. Tine slaagt er echter probleemloos is de taxi aan haar snelheid te laten rijden. Na een blitzbezoek aan de Shali rots (waar de chauffeur ons absoluut wil laten uitstappen voor deze rwandese highlight), worden we afgezet aan het Economat. De taxichauffeur wacht op de zalf en het verband voor het verbrande babietje. Voor de vierde maal gaan we op het terras van de Ibis eten.

Dinsdag 6 maart, terug naar Kigali

Om negen uur zijn we onderweg richting Kigali. De zonnige vergezichten zijn prachtig deze voormiddag. Bij het binnenrijden van Kigali doe ik voor het eerst mijn gordel om. De verkeersreglementering in Rwanda wordt immers voor afrikaanse normen vrij goed gecontroleerd en opgevolgd, en dit vooral in Kigali. De defecte vrachtwagens staan niet meer midden op de weg, maar op zij van de weg en gebruiken twee verkeersdriehoeken. De brommertaxies hebben ook een helm voor hun klant meer. De maximumsnelheid van 90 km per uur wordt vrij goed gerespecteerd. Er zijn op veel plaatsen zebrapaden en verkeerslichten (die echter niet werken). De boete voor het rijden zonder gordel is 25.000 Rwa.

We rijden richting Byumba tot aan de Toyota garage waar we onze kamion veilig kunnen parkeren. Dan gaan we middagmalen in het huisje dat Tine en Plieppliep huren. Om twee uur heeft Plieppliep een afspraak met Mamfred (een duitse vogelliefhebber) om samen naar lac Muhazi te gaan vogelen. Wanneer we bij de duitser aankomen heeft hij echter andere plannen gemaakt. Samen met Philippe ga ik dan maar naar de Kigali Golf Club om er te vogelen. Tussen de prachtige grasvelden zijn er immers verschillende biotopen en we zien inderdaad nogal wat gevogelte (wevers, bijeneters, kingfisher, palmgier, bulbul, mousebird,.... (zie verslag van Philippe)) Ik ben verbaasd over de nieuwe wijken die aan deze zijde van Kigali zijn ontstaan. Langs de golfterreinen staan echte gigantische paleizen die zijn gebouwd met geld 'verdiend' met congolees goud en diamanten die tijdens Kabila's oorlog in Rwanda terecht zijn gekomen.

De kinderen zijn ondertussen gaan zwemmen in de cercle sportif. De moeders hebben inkopen gedaan voor het heerlijke avondmaal: Couscous rwandaise à la Tine Kieckens.

Woensdag 7 maart, Kigali

Lui uitslapen en een voormiddag nietsdoen. De guesthouse van Michel Dewaelke in Karuruma (of is het Gatsata) is er ideaal voor. We gaan middagmalen in de Karibu (nabij de Belgische School) maar het zieke peugautotje (een 306) is te klein. De zieke Sofie blijft met haar lieftallige moeder thuis. Het buffet in Karibu is bijzonder lekker voor zijn 1.700 Frw en mag zoveel eten als je wil. Naas eet zijn buikje vol en vertrekt dan naar het poepsjieke Kigali Union Trade Centre waar hij in de Bourbon een cola drinkt om gratis draadloos te kunnen internetten. Plieppliep geeft het zieke peugautotje een paar liter water omdat het koorts heeft, en voert ons via de Mille Coline (het hotel van de film "hotel Rwanda") naar de "cercle sportive de Kigali". We gaan er niet tennissen, niet squashen, niet aerobiccen, niet rugbyen maar zwemmen. Ik trek een paar tientallen baantjes terwijl Plieppliep een waterhoentje spot. Tine raakt aan de babbel met Hilde Baele over haar toekomstig werk in Rwanda.

Voor de duisternis valt wordt de radiator van het peugautotje nogmaals gevuld om naar Karuruma terug te sjeezen. Een sober avondmaal, een leuke babbel en slapen maar.

Donderdag 8 maart, naar lake Muhazi

Ontbijt op het terras van het guesthouse van Michel Dewaelke. Michel brengt ons naar de kamion die nog steeds op de parking van de Akagera Motors staat. Michel was vroeger immers een fervente landrover reiziger, maar zijn landrovers zijn tijdens de oorlog in 94 weggereden. Hij bezoekt de non en bewonderd de 8250 cc. In Peponi Camp (Tanga Tanzania) moeten we de groeten doen aan dikke Dennis.

Plieppliep (de strandjannet) laadt de vier vrouwen in de jeep (het is immers vrouwendag vandaag). De stoere bonken vertrekken met de MAN richting Rwamagana. De vrachtwagens mogen niet door Rwamagana stad; hier is een echte ringweg. Welke minister woonde er hier? In Kayonza rijden we nog acht kilometer naar het noorden, richting Uganda dus, tot we aan de oevers van lake Muhazi komen. We plooien de kamion tussen twee giraffen de parking op van Jambo Beach. Philippe besteld twee volledige kippen, drie gigantische gegrilde vissen uit Oeganda en een paar geitebrochetjes. Als Piet ontdekt dat we eten genoeg zullen hebben voor de volgende drie weken gaat Tine de bestelling gaan halveren. We eten onze buikjes vol en gaan dan langs de oevers van het meer vogelen tot de zon begint te zakken.

De Gentenaars brengen ons terug naar Jambo Beach; nemen huilend afscheid en vlammen terug naar Kigali. Het waren vier leuke dagen samen, we zullen onze tolk en rwandese toeverlaat missen.

Vrijdag 9 maart, naar Tanzania

Straks verliezen we een uur. Misschien zijn we dus om 9 of om 10 uur onderweg richting Rusumo Falls. Onderweg wisselen we onze rwandese klutters voor brood, avocado, banaan en papaja. Op de middag dalen we af naar de grenspost aan de Akanjaru rivier. De rwandese immigratieofficier pent al onze gegevens netjes in het grote boek, nadat ik een half uurtje in de rij heb gestaan. De douanier stempelt vlot. De watervallen donderen onder de brug door terwijl we Tanzania binnenrijden. Het mooie vriendelijke immigratiemeisje verkoopt ons stickertjes aan 50 USD dollar per stuk, wij geven eentje gratis. De douaniers zijn druk bezig met hun middagpauze. Wij zetten ons dus maar te eten in ons rijdend huis.

WORDT VERVOLGD dagboek Tanzania