MOMBASA
zaterdag 2 september
(door Heidie)

Dinsdag om 4uur in de ochtend komt die dappere meter lut ons oppikken met het busje van de Lebbetjes. De problemen beginnen al: Het busje is voorzien voor 8 personen en wij zijn maar met 7. Met grote dank aan lut en bruno en nikole !!
Het “uitvaartcomitéé” op dat onooglijk uur bestaat uit het 3-koppig team barbara, meter lut en liesje. afscheid van grote zus is niet zo plezant maar gelukkig zijn er veel vriendelijke aanbiedingen gekomen van veel vriendelijke mensen bij wie ze altijd vriendelijk welkom is . Wij danken al die mensen zeer vriendelijk!!!!

We vliegen met british airways via London H naar Nairobi.
Het toegelaten volume handbagage in Londen is merkelijk kleiner dan in Brussel, gelukkig zijn we daar wel op voorzien en zijn de beren goed samendrukbaar.
Een uitgewezen asielzoeker zit een beetje ambras te maken , maar een arts en meerdere begeleiders slagen er in de man rustig te maken en tegen het einde van de vlucht hebben ze het best gezellig samen. Wij ook, we zitten achteraan en hebben plaats zat. De kindertjes tonen zich van hun beste kant en sofie slaagt er in een paar uurtjes te slapen.
In Nairobi moesten we nog even rijtje schuiven om een visum te kopen, maar het was een kort rijtje, de bagage stond al op ons te wachten, en een meneer met een plakaatje “koen” ook.

Woensdag slapen we uit en gaan we op zoek naar onze treinticketten die gereserveerd waren bij “kuja safari”.
Om 19 uur vertrekt de trein naar Mombasa. We krijgen lakens en dekens en lekker eten in de restauratiewagon. Naas slaapt in eerste klasse, de anderen in tweede. Het enige verschil is dat eerste klas een kleiner hokje is met twee bedden, en tweede klas iets groter met vier bedden. Voor de rest is alles al even aftands. 19 jaar geleden treinden we hetzelfde traject in omgekeerde richting, er is nog niet zo heel veel veranderd behalve de slijtage op zowat alles.
Hotel Lotus is volzet en de taxi brengt ons naar Manson hotel. We slapen 6 hoog, verstoken van alle straatlawaai.
Het is nog steeds donderdag en Koen zoekt uit hoe het zit met de kamion. Het goede nieuws is dat de Asian Legend niet vergaan is en dat de non nog niet helemaal geplunderd is
We lopen wat rond en ‘s avonds zitten we brood met brochettes te eten van een straatstalletje onder een schamel afdakje half schuilend voor de gietende regen. (ja, ook hier!)
1 september, 22 jaar geleden was het grote feest in Varsenare, vandaag is het proberen om de non vrij te krijgen. Een taak die Koen, geassisteerd door Naas, een lange dag zal in beslag nemen.
P en S en ik pakken al onze zakken en wachten in de zaal van ‘t hotel. Gelukkig is de manager en het personeel erg vriendelijk want uiteindelijk zitten we daar tot het donker is. Intussen hebben de kinders natuurlijk al het -niet voor publiek- dakterras mogen bezoeken, de keuken verkend, initiatie gekregen in biljart en duizend keer gezegd dat ze zich verveelden wat natuurlijk waar was. We moesten helaas in de buurt blijven voor het geval de non ons zou komen oppikken. In de late namiddag reserveer ik alvast weer twee kamers in ‘t hotel want we hebben afgesproken de stad niet te verlaten als het donker wordt. We rijden nooit in het donker en weten zo waarom.
Als het pikdonker is komt Naas plotseling binnengewaaid. Alleen, met een taxi. Hup, wij allen mee en de taxi voert ons mee de landtong over, in de avondspits. Om toch maar rapper te zijn dan de anderen rijdt onze chauffeur op iets dat voor pechstrook moet doorgaan tot uiteindelijk de pechstrook een soort voetpad wordt en de auto even vast komt te zitten. We voelen de stenen knarsen onder onze voeten maar hakuna matata, rijden en schrapen maar!
Op een strategische plaats,( er is een winkeltje met brood, drank, yoghurt enz en ook een soort restaurantje) achter een benzinestation staat onze kamion te blinken in de avond. Blijkbaar is er iets lelijk mis met de waterpomp van de motor.
Maar liever een non in panne om in te wonen dan een non nog een paar dagen langer in de haven want dan zou er zeker geplunderd worden. Rustig is het hier helemaal niet maar de mensen laten ons wel met rust.
Vandaag zaterdag zijn er mekaniekers gekomen om aan de motor te prutsen,en Piet heeft het middageten gearrangeerd.

TIWI BEACH
dinsdag 5 september
(door Koen)

Zaterdag werd de waterpomp gedemonteerd, tegen de avond was hij terug met een opgelaste as en een nieuwe ingelaste spiebaan in de poelie. Op zondagmorgen heeft Ali de waterpomp terug op zijn plaats gemonteerd, vulden we 38 flesjes van 1 liter koelvloestof (de volledige voorraad van het station), een paar honderd liter diesel en een paar honderd liter water.
Eindelijk konden we echt vertrekken. De Tison de hoofdmekanieker en Francis van SPEDAG die voor ons het importeren had geregeld en ook het herstellen van de waterpomp kwamen ons uitgeleide doen. Ze loodste ons door het centrum van Mombasa naar de Likoni ferry, de toegangspoort voor de Zuid-Keniaanse stranden.
Na 20 km kwamen we aan in Tiwi waar Naas de Twiga camping voor ons had uitgekozen. We bleven er twee lekker luie dagen onder de bomen aan het strand, en vierden er Naas' 18de verjaardag.
Morgen vertrekken verder zuidwaarts naar Shimoni om er in Kenia's mooiste onderwaterpark te gaan snorkelen.


BAMBURI BEACH
maandag 11 september
(door Koen)

Woensdag raken we minder dan 2 km ver. De motor krijgt geen diesel meer en daardoor wil hij niet meer draaien. Alles kuisen, pompjes versteken en wat Laser Super Glue (Material from Osaka, Japan; met dank aan Salim) om een laatste diesellekje te dichten.

Vooraleer we na een uur of zo, naar de zuidpunt van de zuidkust snorren eerst eventjes gaan internetten in Ukunda, want in Diani was het veel te duur.

In Shimoni kunnen we niet op de Eden Bandas campsite binnen en komen zo in achterwaarste versnelling terecht bij het hoofdkwartier van de Kenyan Wildlife Services waar ze een schitterende parking hebben, maar ons een camping fee van meer dan 35 USD willen aansmeren. Voor een parking zijn er echter grenzen en zo komen we bij Idi van het Fisheries department terecht. De boatboys van Kisite Private Boat Operators Association zijn er kippen bij om ons te lijmen voor de 'FAUZ' die morgen om 8 uur uitvaart.

Piets iWekker speelt om 7 uur Popcorn van Kraftwerk. Het is nu Donderdag. We varen met twee hollandse koppeltjes door de dolfijnen langs Wasini eiland naar het Marine National Park, waar we snel de boot uit snorkelen naar de rand van het koraalrif. We liggen bijna twee uur te dobberen met de kleurrijkste Nemo's binnen handbereik. De diversiteit van het geviste is enorm. Vissen met streepjes en bolletjes, met toeters en zagen, in het blauw, geel groen of gewoon bruin of zwart. Visjes van enkele millimeters tot bijna een meter. Helemaal alleen of in scholen van enkele duizenden. Vis, vis en nog eens vis, en al dat moois in een tuin van prachtige koralen. Sommige van die koralen hebben de vorm van reusachtige paddestoelen of een gigantische bol vol pukkeltjes.

Als het tij begint te stijgen, de vissen hoe langer hoe dieper zwemmen en wij stillaan zin krijgen in wat geroosterde vis, droomt Naas al van Crab Claws as big as your fist. De kapitein hijst zijn driehoekig zeil en we varen voor de wind recht naar Wasini eiland waar we ons aan een echt verjaardagsmenu te goed doen. Naas speelt vijf of zes Crab Claws as big as your fist naar binnen. Verder krijgen we nog gefrituurd deeg met kruiden, rijst met cocosmelk, zeewier, chapaties, chilisaus, gegarneerde aardappelen, kofie, banaan en sinaas. Tegen een uur of vier zijn we weer aan de Shimoni-jetty. De Tanzaniaanse dows uit Pemba komen hier oud ijzer inruilen voor bakolie en matrassen. Verder komt de ijsvrachtwagen een paar ton ijs in een vissers-dow dumpen. Ik doe ondertussen verwoede pogingen om enkele van de honderden zwaluwen te digitaliseren.

Vrijdag vertrekken richting Shimba Hills National park. Een smalle piste door de prachtige heuvels met een 50 BPM (bumps per minut) gehalte. De reizigers zien al evenveel af als onze carroserie. Tegen de avond komen we aan de Kidongo Gate. De parkwachters zijn niet te vermurwen en willen ons alleen aan hun Gate laten parkeren-kamperen in ruil voor de KWS camping fee (35 USD dus). Uiteindelijk begeleiden ze ons naar het laatste huisje voor de Gate waar een supervriendelijke gepensioneerde telecom-man ons op zijn oprit met zicht over de heuvels laat kamperen. De man is er alleen en is zeer gelukkig als we 's avonds een babbeltje gaan doen. Het is een man met een plan. Hij wil zijn huisje ombouwen tot minilodge, hij wil biodiesel kweken, hij wil naar China, hij wil achter in zijn tuin een slangenpark beginnen, hij wil niet meer inland wonen, hij wil een nieuw staalplaten dak (staalplaten met dakpannenpatroon), hij wil zijn elektrische groep uit zijn andere farm gaan halen (want die hier is gestolen).

Zaterdag het park in aan 20 km per uur 100 km over nog smallere pistes over nog steilere heuvels. We zien (in volgorde van verschijning) : sabelantilopen, buffels, olifanten, sabelantilopen en olifanten in de diepte, de indische oceaan, buffels (liggend), wrattezwijnen, het watercaptatiecentrum voor Mombasa, giraffen (één netgiraffe, en één masaigiraffe), safari-mieren (rode die buiten en zwarte), rijkeluis kinderen, sheldrick falls - douche ,olifanten en tenslotte olifanten in de nacht. Als we aan de Main Gate aankomen is het pikdonker, de parkrangers zijn weer niet te vermurwen dus moeten we door naar Kwale, waar we eizona aan een nachtclub kamperen. Maar na rijp beraad wordt het reclamebord van het Park Curio Restaurant over de portebagage van de non gesleept en logeren en dineren we er met anderhalve kip, rijst en chapaties.

Zondagmorgen laten we de ochtendregen eerst aan ons voorbijgaan en na een lui ontbijt dalen we de Shimba Hills af tot in de kustvlakte. We rijden de afslag van Tiwi-beach voorbij om de resultaten van Barbara te kennen. Barbara moet 2 vakken van het eerste jaar meenemen maar mag normaal wel het volledige tweede jaar + stage doen. In Ukunda vinden we de vertrouwde supermarkt en het internetcafe terug waar we chatten met Barbara en Emma en waar we zelfs Epi aan de Skype telefoon krijgen. Tegen twee uur zijn we terug op Tiwi-beach waar we profiteren van het hoogtij om te zwemmen. De massa's zeewieren die hier vorige week het strand overspoelden zijn bijna volledig verdwenen. De eerste echte reisfilms worden opgenomen en de wasdraad wordt gevuld tot hij tot op de grond doorhangt.

Vandaag maandag willen we naar Mombasa, maar uit het expansievat lekt wat koelvloeistof dus vertrekken we met een uur vertraging naar de Likoni ferry. We zien eerst een ferry met slechts twee tankvrachtwagens geladen overvaren, op de volgende ferry mogen (of kunnen) we niet op, maar de derde brengt ons na een uur tot aan de gigantisch supermarkt, waar we meer dan een uur lang kennismaken met de Keniaanse voedings en consumptieproduktjes. Het meest bizarre vinden we in elk geval de nepcomputers (lege bakken in kunstof) die toch 80 tot 100 euro kosten en de nep flatscreen TV's die nog een stuk duurder zijn, maar wel ingebouwde verlichting hebben.

Op Nyerere road parkeren we op een braakliggend terrein. Ma tikte een nieuw brilglas op de kop voor 600 Ksh. Naas doet research naar Hard-disk en GSM prijzen en controleerd het DVD aanbod. Ondertussen slaag ik erin een Keniaanse verzekering op de kop te tikken: een prachtige veel te grote sticker op de al o zo kleine voorruit. Morgen komt er met de nachtkoerier uit Nairobi nog een uitbreiding voor alle COMESA landen en zouden we voor alle landen die we doorkruisen moeten verzekerd zijn? Tegen vijf uur vertrekken we richting Nyali maar vlak na de brug is er een ongeval gebeurd. Na een half uur wringen door de file komen we om zes uur aan het Haller park waar er veel plaats is om de camperen, maar de baas van de security mensen wil ons duidelijk niet in de buurt. Een vriendelijk security man loods ons naar de public-beach waar we onder enorm hoge cocospalmen ons tenten opslaan.

WATAMU BEACH
zaterdag 16 september
(door Koen & Heidie)

Dinsdag met de matatu naar Mombasa, we zijn iets te vroeg en lopen enkele hardware-stores binnen om een nieuw keukenkraantje aan te schaffen. We zijn even na tien in de kantoren van de Standard Insurance en inderdaad iets voor twaalf is de gele COMESA verzekeringskaart klaar. Ondertussn koopt naas inktvullingen voor Sofie. Even later laat ik mij door malafide "geldwisselaars" oplichten, we slagen er in één ma van de oplichtersbende te laten opsluiten in het politiekantoor maar onze euros zijn ribbedebie.

Terug op Bamburi public beach vertrekken Heidie en Sofie naar Haller park waar ze de schildpad Owen en het nijlpaard Mzee ontmoeten. Sofie krijgt een grote slang van 22 kilo rond haar nek en mag de giraffen (met een lange grijze!! tong) voederen. Ik raak op het strand in gesprek met de een beroepsfotograaf van de Bambuti Beach Photografers Association. Ze fotograferen met echt antieke toestellen en slagen erin de inlandse toeristen binnen de drie uur hun vakantiefotoos af te leveren.

Woensdag blijkt het expansievaatje van de mototkoeling lekker te lekken. We demonteren en nemen de matatu naar Shanzu waar het gaatje nauwkeurig wordt dichtgelast. In de namiddag luieren we wat en fotografeer ik wat heilige ibissen, reigers en een nimmerzat die fourageren op het ondiepe rif tijdens het opkomend tij.

Donderdag blijkt het nog steeds te lekken. We rijden naar Shanzu waar de lasser nog een tweetal minime gaatjes dichtlast, terwijl ma op zoek gaat naar verse proviand. Na een uur vertrekken we dan toch naar Kilifi. We maken er een mooie wandeling aan de monding van de creek en vinden er een slaapplaats met prachtig zicht op zee. Op een klein houtvuurtje bakken we een lokale vis en een paar stukken biefstuk.

Vrijdag rijden we door naar Watamu. Langs de Mida-road blijken er vooral privé-villas te staan maar na enig zoeken vinden we toch een zeer rustige slaapplaats in plot 37 op enkele kilometers van het dorpscentrum. In de namiddag doen we een lange strandwandeling naar het dorp en komen in de duisternis terug aan onze woning, waar we de zee-ingang naar plot 37 via echte spoorzoekerstechnieken opsporen. Terwijl Naas voor het avondeten zorgt (loeliefestijn) zetten Piet en Pa de daktenten op.

Zaterdag hangen we nog een dagje rond plot 37, vooral dan op het strand alwaar gezwommen, gevliegerd, gepiekniekt en 's avonds een mooi vuur gemaakt wordt en waarop lam en " boerewors " wordt geroosterd. Zelf ook geroosterd kruipen we in onze tenten, die gelukkig nog een beetje gespaard zijn van stof en zand.

KATSAKA KAIRO: EEN ONOGELIJK 'DORP' IN DE BUSH IN DE TANA-DELTA dinsdag 19 september (door Koen)

Na zaterdag komt dus zondag. Vanuit Watamu bereiken we vlotjes de ruinestad Gedi die we ook in 1987 bezochten. De ruines zijn nog wat ze waren maar er is in 2000 een museum bijgebouwd. Gedi is ondertussen (na 300 jaar geleden te zijn verlaten) een prachtig bos geworden. Het doet mij denken aan Ankor Wat (Cambodja) in het klein, door de muren die overwoekert zijn door prachtige boomwortels.

Na de middag vertrekken we richting Malindi. We rijden driemaal door het centrum omdat geen van campings uit onze reisgids nog bestaan; met uitzondering van de campeerplaats van het Kenyan Wildlife Services die ons te duur is (25 USD) en waar we toch niet binnen kunnen. We rijden op en af langs Tourist Road, een baan vol sjieke villas en hotels zonder veel resultaat. Uiteindelijk komen we terecht bij een vriendelijke gepensioneerde italiaan die op het strand een kwaliteitsrestaurant heeft en een grote ommuurde parking. In de namiddag luieren we wat, drinken we wat op het terras van de italiaan en gaan de jongsten het zwembad van 'Mariposa '(vlinder) in. Op zondagavond gaan we in zijn restaurant eten. De kinderen vinden dit een zeer deftig restaurant, met warme handdoekjes, een gratis aperitiefje en een gratis voorgerechtje in schelpen opgedient. Er zijn evenveel vriendelijke personeelsleden als gasten want het seizoen begint hier pas in oktober.

Op maandag vertrekken we te voet, langs het strand, naar het dorpscentrum. We passeren de eerste katholieke kapel van Kenia (gebouwd door de portugezen in 1500 en een sjieke, een de Vasco Da Gama pilaar (waar hij ooit aan land zou zijn gekomen). 's Middags chapati-rolls in het Bling restaurant, inkopen (zelfs een echte kaaswinkel) en terug naar 'Mariposa'. Zwembad in, een beetje computeren, een beetje internetten en de daktenten in.

Vandaag dinsdag verder naar het noorden richting Lamu. Na ee twintigtal kilometer ziet Heidie een bordje naar een Italiaans Ruimtevaartcentrum. Draaien en de piste op. Na 11 km komen we aan een muur met prikkeldraad en een streng bewaakte poort. Een vriendelijke italiaan komt os vertellen dat sinds dit ruimtevaartcentrum van de Italiaanse Ruimtevaartorganisatie is en niet meer van de universiteit van Rome er zeer strikte bezoekregels zijn. Zonder een schriftelijke toelating van de Keniaanse regering kom je er niet meer in. We wandelen rond de muur, en zien op zee een betonnen lanceerplatform. Tot in 1982 werden hier raketten afgevuurd. Nu wordt het centrum enkel nog gebruikt om lanceringen van NASA, ESA en ander gespuis te bekijken, hier vlak bij de evenaar is er blijkbaar meer te zien dan in Europa. Het ruimtevaartcentrum ligt op een 10 km lange landtong. De weg loopt vlak langs een prachtig drassig gebied dat blijkbaar af en toe (springtij misschien) door de zee overspoelt wordt. Flamingo's, grote witte reigers en heilige ibissen zijn de grootste dieren in dit vogelparadijs. Langs de asfalt naar Lamu is de prachtige natuur omgevormd tot een gigantische zoutfabriek (Mombasa Salt Works, Kena Salt Works Malindi...) Om de paar kilometer staat er een fabriekje met een gigantische zoutberg naast.

Enkele kilometers verder wil een politieagent ons tegen betaling een escorte aansmeren, omdat we hier de eerste keer komen. We rijden alleen verder door de desolate bush van de delta van de Tana rivier (Kenia's langste). De chinezen bouwden hier onlangs een goede asfalt en een grote brug over de bruine Tana. 70 km vòòr Lamu eindigt de asfalt en houden we het voor bekeken voor vandaag. We rijden de eerste piste rechts in, die net iets smaller is dan onze vrachtwagen en komen na een kilometer op het plein van de dorpsschool terecht. Heidie vult het gastenboek in, Naas zorgt voor het avondmaal en Piet rijdt met zijn legoauto (met veermotor) rond in klassen gevolgd door een tiental zeer geamuseerde kinderen.

GARSEN aan de TANA rivier
23 september
(door Koen & Heidie & Naas)

Het verlaten van de Primary School van Katsaka Kairo verliep niet onopgemerkt. We vertrokken immers vanop de speelplaats, waar de kinderen reeds vanaf half-zeven aankwamen. Het zestal dorpsbewoners die 12 kilometer naar het ziekenhuis van Witu meewilden, bleken bij nauwkeurige telling 21 hoofden te hebben. Het busje zat aardig vol; een mega-matatu. De vooral vrouwelijke passagiers werden voor het ziekenhuis van Witu gedropt waar ze een menigte van een paar honderden wachtende aanvulden. 40 km verder stoppen we voor een koffiepause en ontdekken een olielek en een afgebroken servotankje. Oiya de lokale cafébaas ontpopt zich als mecanicien en de gescheurde rubberen olieleiding wordt met een afrikaans fietsbandtrucje gedicht. We eindigen in zijn café en hobbeldebobbelen nog 40 km, tussen de bavianen, naar Mokowe, het vasteland van de Lamu-archipel. We stoppen voor de Mokowe Police District headquarters, die de lokale camping blijken te zijn. Naas gaat per fiets op verkenning naar de Jetty, papa en Sofie apen dit een half uurtje later na.

Donderdagmorgen worden we tijdens onze wandeling naar de jetty door een pick-up upgepickt. Een public boat brengt ons voor hamsini-hamsini shilling (75 eurcent per persoon) naar Lamu-stad. We struinen langs het "waterfront" tot aan de electriciteitscentrale, komen terecht bij een rode kruis voedselbedeling, bezoeken de grote moskee, bewonderen de restauratiewonderen van de europese unie en genieten vanop het prachtige fort van de lokale stand-up comedian die telefoonkaarten aanprijst. Na een soda en een nescafé in een swahilicafékot komen we langs het oudemanshuis annex ziekenhuis voor ezels bij enkele botenbouwers, die duidelijk de wonderen van het polyester aan het ontdekken zijn. De swahili-dishes van het seafront café zijn best te pruimen. De bananen milkshakes zijn "nzuri sana" (zeer lekker dus) en vooral groot. In de namiddag verdwalen we in de sloppenwijken van Lamu. We missen de laatste boot naar het vasteland, dus nemen we gewoon de volgende. Tijdens de wandeling van de jetty terug naar Mokowe Police Station, worden we niet aangevallen door buffels en ook niet door hyena's.

Vrijdagmorgen worden we tijdens onze wandeling naar de jetty opnieuw door een pick-up geuppickt We huren een boot naar Matondoni aan de ander kant van het eiland. Waar de 1600 zielen van het vissersdorp zich mee in leven houden is ons niet erg duidelijk. De poging om door de bush naar Kipungani te wandelen wordt afgelast wegens het hete zand waarvan je je voeten verbrand. We huren dus een Dhowtje (vissersboot). Tegen de wind zeilen is blijkbaar niet de gewoonte, we worden dus met stokken voortgepunt tot in Kipungani. Onze kapitein tovert de huiskamer van de lokale grossist om tot een restaurant waar we heerlijke pilav eten en tamarindesap drinken. We genieten nog een uurtje van het mooie strand en zeilen dan terug naar de Mokowe-jetty. In de bak van een wegenwerkersvrachtwagen worden we terug naar ons huis gevoerd.

De 80 km piste terug naar de Tana rivier levert opnieuw een paar kleine technische problemen op. We bezoeken opnieuw Oiya's cafe, en eten in Witu bij een Swahili-dish-expert (bonen, rijst, chapati, maandazi en enkele stukjes geitevlees). Onderweg ontmoeten we giraffen, topi's en bavianen; in Kenia is er dus nog wild buiten de wildparke. In de Tana delta stoppen we nog bij een wonderlijke vogelvijver waar ik naast de vrij zeldzame glossy ibis ook open billed stork, sacred ibis, grote witte reigers, verschillende wevers en veel prachtig kleurrijk gevogelte. Tegen vier uur bereiken we Garsen waar we weer het lokale politiekomplex als camping uitkiezen.


HOLA katholieke missie
maandag 25 september (door heidie)

zondag
Na een nacht met teveel , te lang, te luide muziek, veel te dicht bij onze tentjes, vertrekken we noordwaarts. Garssen bezit ongeveer 1km asfalt, en dan kruipen we weer vooruit over en barslechte piste. Het is oneindig desolaat langs de lange lege weg in een landschap van bossavanne. Wel zien we wrattenzwijnen en piet ziet een baby-hertje, wat een dik-dik is.

Kort na de middag slaan we rechtsaf en bereiken we de Tana River Primate National Reserve, waarna we even later letterlijk met onze MAN in de jungle verdwijnen. We kunnen de camping niet op, maar parkeren bij het visiters center. Dat is een open cabanne met een tafel, enkele plastieken tuinzetels, een paar kasten en een wasbak. We maken er een wandeling met en gids die gewapend is met een machete. De tanarivier is bruin en de woonplaats van hippo's en krokodillen. In het bos boven ons wemelt het van de apen en in de donkere avond eten we bij fakkellicht in de cabanne midden in de jungle onze swahili- rijstmaaltijd.

in de nacht is het verassend stil. In de vroegte horen we de nijlpaarden van heel dicht grommen en de ibissen maken heel wat leven maar de apen laten ons met rust. we maken nog een wandeling met gids en zetten dan onze weg verder.

De piste wordt er niet beter op. Moest er een baan liggen op de maan, dan zou die er beter uitzien dan deze hoofdweg die mombassa verbindt met Garissa. In een klein dorp koop ik tomaten en ajuin, de enige voorradige groenten. De vriendelijke winkelier wil mij nog een gsm in barbie-look verkopen maar ik bedank hem hiervoor vriendelijk.

HOLA is de naam. We vinden niet onmiddelijk het stadscentrum daar het stadje zeer verspreid is ligt. Ik verstuur er een brief naar barbara
we doen inkopen en proberen de weg terug te vinden naar het politie kantoor die we eerder ontdekten (je moet maar zoeken naar de vlag) maar ook nu rijden we verkeerd en dus rijden we een missiepost binnen. KOffie drinken bij de nonnetjes en we maken ook kennis met father Louis, een spaanse arts die al 16 jaar in Kenia woont en vooral werkt.
In Hola is geen electriciteit, geen bakker, maar als koen en ik in het donker van de zusters terug naar de non keren is sofie al aardig aan het koken!

alles in de non zit diep onder het stof en alles wat we vastpakken moeten we ontstoffen; bestekken, kookpotten .Maar hier kunnen we vanuit ons bed de sterrn tellen en dat is wat ik nu zal doen.

Dinsdag 3 oktober, MERU (door Heidie)

donderdag 27 september

De weg van Hola naar Garissa was lang, eentonig maar is berijdbaar. Weer bossavanne en vanuit de non kijken we boven de vegetatie uit, zodat xe een weids uitzicht hebben en antiloopjes zijn er meer dan inboorlingen in dit zeer verlaten deel van Kenia. De weinige enkelingen die we voorbijsnorren steken dikwijls bij wijze van begroeting 2 handen de lucht in, wat een zeer vriendelijk gebaar is. De Kenianen heten ons ook overal welkom, zelfs vanuit een voorbijrijdend voertuig of gewoon op de markt of terwijl we een wandelingetje maken. We kunnen er veel van leren.

Garissa staat bekend als zeer heet maar het valt best mee en een felle wind brengt veel verkoeling. De catholic Mission fungeert weer als prima camping en na het obligaat afscheidsdrankje
verlaten we de stad, waar we ook nog even gebruik maakten van het internet cafe.

donderag 28 september

We overnachtten op een politiepost in een godvergeten dorp waar we toch een stukje geit kunnen kopen en ook voor de afwisseling wortelen en tomaten en massa's ajuin. (dat zijn de groenten die we hier elke dag eten, soms erwtjes en avocados en witte kool)
In de verte duiken moeizaam enkele eenzame bergcontouren op, maar het land blijft nogal leeg. Vanaf Mwingi komen we stillaan in de bewoonde wereld.

We zijn op weg naar Embu maar aangezien de kilometerteller het laat afweten (alhoewel die hersteld werd in Brussel voor 150 euro's!!) en zo komt het dat we de afslag naar Embu missen en na een half uurtje de kar moeten keren. We vinden inderdaad een afslag met wegwijzers naar een heel resem kleine gehuchten die niet op onze kaart staan. Maar naar de eerstvolgende stad: noppes. De weg klimt en klimt en we komen nu echt in the Kenian Highlands en het uitzicht is hier prachtig. Overal bewerkte akkertjes en nog meer bananen en bananen en bananen.

Als we in de namiddag een meer een electriciteitscentrale aan een stuwmeer en een politiepost vinden is het tijd om halt te houden. Vader en dochter maken een avondwandeling naar het water, moeder heeft wat huishoudelijke taken en de jongens bouwen een oven en bakken daarna in de donkerte Piets Pitta's (met Piet's pizzadeeg) die prima te pruimen zijn.

vrijdag 29 september

De 50 km naar Embu (naar schatting) leggen we in een rustig tempo af de middag af. In de Embu vinden we onderdak bij de kerk en we worden vriendelijk onthaald door sister Mary. In de namiddag doen Pa en Ma een stadswandeling. 's Avonds sta ik samen met 4 goedlachse zwarte nonnetjes te koken, wie had dat ooit gedacht.

zaterdag 30

De asfaltweg net buiten Embu is niet in slechte, maar in bijzonder slechte toestand. Er zijn wegenwerken aan de hand en als gevolg van het ontbreken van enige coordinatie staan we in fille. Het regende veel de voorbije nacht en de weg is omgetoverd in een drassige slijkpoel waarin een chinese opstropping zich genesteld heeft. (Er was één baanvak in goede staat en daarnaast wat slijk waar iedereen tevergeefs probeerde door te ploeteren). Gelukkig hebben wij en tijd en 4-wiel aandrijving en geduld .

De asfaltweg blijft slecht en onbetrouwbaar (teveel potholes) en we komen heel traag vooruit, en de bergops gaan vlugger te voet dan te non.

En wat Koen zeker niet verwachtte na amper 2000 km mét spik en de splinternieuwe banden, onze eerste platte band. We stonden juist bij een uitkijkpunt het lanschap te bewonderen en Koen en Naas hebben in een uurtje tijd de lastige klus geklaard. We rijden verder met nog één reservewiel.

In onze rescente reisgids lezen we over een goede campsite in Chogoria, een dorp op 5 km van de weg, alwaar ook het woud begint aan de voet van de Mount Kenia. (de tweede hoogste berg van Afrika) Het is al late namiddag als we de piste volgen en hopen dat het niet regent eerstdaags want als het hier slijk is zitten we misschien wel vast. Aan de ingang van het bos is er geen lodge en geen camping en we mogen parkeren op een weitje voor een huis, waar een hele bende volk woont. Sofie is direct beste maatjes met Dickson, een leuke jongen van 13 jaar.

TIMAU RIVER LODGE and CAMPSITE woensdag 4 oktober (door Koen)

De zondag in Chogoria verloopt vrij rustig. In de voormiddag ga ik met Heidie, Sofie en Dickson de omgeving van Dicksons Camping gaan verkennen. In de verte, op de volgende heuvel, horen we een priester op zijn parochianen indreunen met een ongekende passie. Wij genieten van het klimmen en dalen tussen thee en koffie. We komen ook in een bar terecht die vol dronkaards staat, zodat we er niets willen nuttigen. Alcoholisme is ook hier duidelijk een probleem.

De kilometerteller wordt voor een derde maal opengesmeten en vader en zoon analyseren samen het probleem. De eerste maal was er een vliegwieltje losgeschokt (snel opgelost met Laser Super Glue (Material from Osaka, Japan; met dank aan Salim) zie hierboven), de tweede maal geen echt probleem gevonden en nu een zamak tandwieltje dat slipt op zijn as, helaas laat het Material from Osaka het hier afweten zodat we een nog afrikaanser techniek moeten gebruiken.

In de vooravond ga ik met de kinderen (drie vlaamse en twee keniaanse) het Mount Kenia Biosphere Forrest Reserve in. De slagboom kan ons van onze tocht niet weerhouden. We bestuderen olifantendrollen en zien een zwart-witte colobusaap door de bomen vliegen. Net als de duisternis invalt zijn we terug op Dicksons Camping.

Maandag 2 oktober

Sommige stukken nieuwe asfalt op weg naar Meru zijn reeds klaar, we vorderen iets sneller maar de hellingen blijven steil en dus traag voor onze 13 Ton zware, 130 PK sterke machine. De koffiepauze houden we op de evenaar. Bij het binnenrijden van Meru gaan in we in de Pig & Whistle dineren. De Pig & Whistle is een gebouw uit 1920 dat zo vervallen is dat het nauwelijks nog zijn vroegere glorie kan verraden. Het is er echter wel bijzonder gezellig en er is een grote parking.

's Namiddags verkennen we allen samen de stad. Het Meru National Museum is een belabberd geval. Waar drie apen in veel te kleine kooien, veel te veel ongelukkig uitstralen. Ook krokodillen ziet er erg triestig uit. De schildpad en slangenkooi is iets beter onderhouden en Sofie is tevreden met de dieren die we hier van heel dicht bij kunnen zien.

De Uchumi supermarkt is tot onze verbazing gesloten; "some problems here en there" blijken hiervan de oorzaak te zijn. We doen dus maar inkopen in een tweederangs-supermarkt.

Dinsdag 3 oktober

Voorbij Meru wordt de weg minder kronkelig en zijn er vrijwel geen putten i de asfalt, zodat we sneller vorderen, Na de afslag naar Isiolo en Marsabit krijgt de motor een beetje last van hoogte ziekte, we moeten tweemaal stoppen om hem te laten afkoelen. (Morgen ondekte ik dat de zomer-winter regeling van de inlaatlucht op winterstand geblokkeerd stond wat waarschijnlijk de oorzaak van deze ziekte is.)

Het landschap aan deze zijde van de Mount Kenia is kompleet verschillend. Er zijn grote velden die met tractoren worden bewerkt. We zien ook gigantische plastieken serres waar rozen voor Nederland worden gekweekt (op grotere hoogte, we zijn hier toch op 2000 meter, blijken de rozen grotere bloemen te vormen). Van een blanke Keniaanse boer, die misschien wel een Engelsman is (hij weet het zelf niet zo goed) verneem ik dat ze hier ook erwtjes en ingepakte verwerkte salades kweken voor de Engelse markt.

Na ons middagmaal tussen de grote velden komen we een half uurtje later in de Timau River Lodge aan waar ook een gezellige camping blijkt te zijn. We zijn er naast de vele pauwen, kalkoen, ganzen, eenden en guineafowl , de enige klanten die overnachten en hebben dus plaats zat. De twee Cooleman tentjes worden naast de kamion op gezet, en we profiteren van heerlijk warme douches die met een simpele maar efficiente houtgestookte boiler op temperatuur wordt gebracht.

Woensdag 4 oktober

Deze morgen laten de sneeuwtoppen van de Mount Kenia zich eindelijk aan ons zien. Op de camping is een speciale viewpoint gebouwd met echte salonzetels. In verhouding tot de Himalaya zien de 5200 meter hoge pieken er maar petieterig uit vanop deze plaats, we zijn allen lichtjes ontgoochels.

Pa doet een boswandeling en wat motoronderhoud, Ma wast en plast, de jongste kinderen lezen en spelen en maken dammen en kampvuurtjes, Naas doet een fietstochtje en het is zo weer donker en fris voor een camping op de evenaar. We kruipen in onze slaapzakken met een extra fleece erop.

vervolg in het oktoberdagboek