DAGBOEK ETHIOPIË JANUARI 2007

Wat voorafging:

Dagboek Kenia September 2006
Dagboek Kenia Oktober 2006
Dagboek Kenia & Ethiopië November 2006
Dagboek Ethiopië December 2006

1 januari 2007, terug richting Addis.

In een zeer dichte mist klimmen we naar de top van de pas. Soms is het zicht slechts 20 meter. We moeten steil klimmen en op een hoogte van 3000 meter en meer is er duidelijk geen zuurstof genoeg voor onze 40 jaar oude motor. We stoten zwarte roetwolken door de mist en gaan slechts stapvoets naar boven in de steilste stukken. Vanzodra we de pas over zijn mooi open zicht. We dalen af naar Debre Birhan waar we tanken, brood en eieren kopen. In het internetcafé, geen bericht van Lies, maar wel nieuwjaarswensen van Barbara. Veertig kilometer verder kamperen we naast een paar hutten waar de koeimest tot brandpannekoeken wordt gedroogd.

2 januari 2007, terug naar Addis.

Nog 90 kilometer naar Addis en we willen niet voor drie uur aankomen, want we mogen bij Sita en Horst in de tuin kamperen maar voor drie uur is er niemand thuis. De asfalt is vrij goed maar met enkele venijnige putten erin. Tijdens de koffiepauze ondek ik dat een bladveer een grote diepe put in de asfalt niet heeft overleeft. Ditzelfde probleem kwamen we al eens in Vietnam tegen. Na de verschrikkelijke pistes die we reden wordt deze asfalt de bladveer fataal. Gelukkig is deze bladveer een van de weinige reserveonderdelen die we bijhebben. We besluiten rustig naar Addis door te rijden. Niet zo evident want een volgende put kan fataal zijn voor het verenpakket, en we hebben slechts de twee bovenste veren mee als reserve.

Rond half twee staan we aan de poorten van Addis (de afdaling van de Entoto heuvel) en stoppen langs de kant van de weg om te middagmalen. We zijn toch te vroeg om naar Sita en Horst te rijden. Kwart voor drie gaan we de stad in, en een half uurtje later staan we aan de poort van het duits-nepalese koppel. De security man en de zeer vriendelijke chauffeur zijn op de hoogte van onze komst. Met wat kunst en vliegwerk parkeren we op hun oprit. Piet snort naar het internetcafé om de hoek en komt met nieuws terug: Lies en Victor komen morgennacht om 2u50 aan, dus heb ik nog een volledige dag om de bladveer te laten vervangen. Rond vier uur komt Sita thuis. Heidie gaat met Naas en Piet naar de "Bambies" supermarkt met de chauffeur van Sita. Ik ga thee drinken samen met een engelse dame en haar dochter. Even later komt er nog een jonng duits koppel aankloppen en zo zit de theetafel lekker vol. Het gesprek is een typische "expat" babbel, ik voel me een beetje zoals in Rwanda 20 jaar geleden...

3 januari 2007, Addis Abeba

Heidie wil de was laten doen, maar in de wasserij waar Sita's chauffeur haar naartoe brengt zal het één volle week duren. Zelf wassen dus.

De chauffeur van Sita en Horst heeft een vriend, en die vriend had een garage tot Addis een ringweg wilde. Gelukkig heeft de vriend van de chauffeur ook een vriend die wel nog een garage heeft. We pikken de eerste vriend op en rijden naar de garage van de vriend van de vriend. De garage is veel te klein dus worden de vrachtwagens gewoon op straat hersteld. Voor 600 Birr (55 Euro) wil men direkt beginnen aan het vervangen van de gebroken bladveer. Vier uur later hebben de vier mecaniciens onder mijn zeer waakzaam oog de klus geklaard.

Bij mijn terugkeer staat Sita te babbelen met een engelse dame die ik vorige week ontmoette in Bel Air hotel. Elk jaar komt ze vijf weken naar Addis op verlof. Ze beloofd een taxi te regelen voor vannacht. 's Nachts betrouwbare taxi's vinden op de plaats waar we nu wonen is immers niet zo evident. Danau zal vannacht om 2u30 mij komen afhalen en voor 160 Birr (15 euro) op en af rijden naar de luchthaven.

Een koppel duitse vrienden van Sita en Horst gaat over een jaar of twee op pensioen en wil dan naar Kaapstad rijden. Ze willen absoluut onze vrachtwagen zien en komen ons dus bezoeken. Na een paar kopjes thee gaan we samen pizza eten in "Le Jardin". De avond wordt gevuld met verder opruimen en wat plaats maken voor de bagage van Lies en Victor.

Naas en ik blijven beneden om wat te dommelen. De wekker staat op 2u16 maar om tien na twee komt de nachtwaker op de deur trommelen. De taxi (een kleine Lada van het Fiat 124 model) rijdt tot aan onze vrachtwagen. Om de poepsjieke luchthaven binnen te komen moeten we eerst ons paspoort tonen, die we niet bij hebben. Ik toon mijn identiteitskaart, maar Naas heeft geen papieren mee. Met onze afrikasticker, waar ook het gezicht van Naas op staat zijn de militairen gelukkig tevreden. De "arrival" deur is perfect aangeduid met duidelijke verlichte borden maar is helaas gesloten. Aan de "departure" deur van het luchthavengebouw worden we weer naar de parking gestuurd om een toegangsticket te gaan kopen. De BA vlucht heeft een uur vertraging maar Lies en Victor komen rond vier uur toch naar buiten. Danau staat trouw te wachten.

Wanneer de eerste Addis Abebenaars wakker worden en de straat in rep en roer beginnen te zetten kunnen we gaan slapen.

4 januari 2007, Addis Abeba

Na het late ontbijt wordt de bagage uitgepakt. Ons compleet verlangelijstje zit erbij. Twee zware rubberen flappen voor onze banden, twee olieleidingen (die nog steeds met reepjes fietsband omzwachteld zijn), kranten en tijdschriften, konfituur van Emi (met briefjes erin), veel lekker westers eten, en vooral veel te veel snoepgoed.

We besluiten om Liesje de Ethiopische hoofdstad te tonen. Een wandeling van een uur of drie brengt ons niet alleen langs de belangrijkste bezienswaardigheden, maar ook door de sloppenwijken van Addis. Vooral Victor beleefd de echte cultuurschok.

Vrijdag 5 januari 2007, weg uit Addis Abeba naar Sodore "hot springs"

Echt vroeg raken we niet weg uit Addis, maar gelukkig komen we snel op de ringweg en via de luchthaven raken we op de weg richting Awash. De eerste 25 km zijn superdruk. Bishoftu (in de volksmond Debre Zeit) rijden we voorbij. In Adama (Nazreth in de volksmond) doen we wat inkopen, halen een paar duizend Birr uit de Commercial Bank of Ethiopia en willen dan de 25 kilometer naar de Sodore Hot Springs rijden. De asfaltering van de weg van Adama naar Asela is in volle gang. We moeten dus naast de nieuwe weg. Twee vrachtwagens kunnen daar niet kruisen maar gelukkig zijn er mannen met rood en groene bordjes. Ze maken er echter een ware puinhoop van met Chinese files als gevolg. Na een zevental kilometer mogen we op de nieuwe asfalt die tot aan de Sodore Hot Springs Resort doorloopt.

De manager wil ons 600 Birr (55 euro) aanrekenen om te kamperen op zijn terrein, waar er helemaal geen accomodatie is. We gaan dus gewoon heerlijk zwemmen in het olympisch 50 meter bad dat waarschijnlijk toch rond de 35 °C warm is. Daarna rijden we het terrein van het ressort uit en kamperen voor de deur.

Zaterdag 6 januari 2007, een wandeling in Sodore en onvriendelijk hotelmanagers in Adama

Sodore ligt langs de Awash rivier, maar die hebben we nog niet gezien. We vertrekken op wandel door een grasveld vol borrelende hotsprings waar die de mensen hier gebruiken als badkamer en wasmachine. De rivier heeft dezelfde functies in de nabijheid van het dorp. In het volgende dorp steken we de rivier over met een stalen vlot aan twee kabels dat mij aan Cobus in Moerkerke doet denken. We gaan op bezoek in een hutje bij de lokale injera bakster zodat Liesje ook van de zure tef-pannekoek kan proeven. Een kilometer verder steken we met een tweede vlot in twee beurten de rivier weer over en komen in een café terecht waar we een softdrink nuttigen. Langs de gewone weg komen we snel weer aan ons huis. We rijden tot aan de Asela-Adama weg waar de vrouwen inkopen doen.

Na een middagmaal onderweg met veel te veel kijklustigen rijden we tot in Adama (Nazreth) Lies en Naas gaan internetten. Heidie gaat brood en vlees kopen, terwijl ik probeer onze watertanks te vullen. Total heeft enkel water onder druk om auto te kuisen, Shell heeft geen water dus wacht ik de internetters en onze inkoopster op. We beslissen in Adama te overnachten en rijden naar het Bekele Mola hotel waar een norse manager onze vrachtwagen te zwaar vindt. In het volgend hotel mogen we gewoon niet blijven. Ze weigeren ook water te verkopen. Het is kwart voor vijf en we rijden dus maar de stad uit, op zoek naar water. In het volgende dorpje is het bijzonder druk op straat en aan de publieke waterpompen, maar een vriendelijke man verteld ons dat er vijf kilometer verder in een gehucht zeker water te vinden is. We rijden er naar toe en vinden inderdaad een boorput met twee grote watertanks ernaast waar een aantal waterezels staan te wachten. De "water-control-man" blijkt echter naar de stad te zijn en dus ligt de waterbevoorrading stil. De vriendelijke eigenaar van de maïsmolen recht tegen de waterpomp nodigt ons uit om op zijn terrein te overnachten.

Zondag 7 januari 2007, Kerstmis in Ethiopië, naar Metahara en wandeling langs het Beseka meer

De "water-control-man" is er maar de rij wachtende ezels is er ook. We parkeren onze kamion tussen de ezels met hun gele bidons of halve vrachtwagen binnenbanden die tot waterzak zijn verwerkt. Eén van de drie buizen wordt afgekoppeld om onze slang aan te koppelen en de drie wachtrijen versmelten tot twee. 300 liter tanken duurt hier wel een uur zodat het bijna middag is als we het waterpunt verlaten.

We middagmalen met zicht op het lager gelegen Beseka meer en rijden dan door naar Metahara. De manager van het eerste café-restaurant aan de linker kant van de weg blijkt bijzonder vriendelijk. We mogen er overnachten en bestellen dus ook een avondmaal in zijn spiksplinternieuwe restaurant.

We maken in de namiddag een wandeling langs het meer en keren door het dorp terug. Bij valavond worden we binnengeroepen door een mooie en zeer vriendelijke vrouw die ons prompt een volledige maaltijd aanbied in haar simpel huisje. We eten uit beleefdheid van het lekkere zuurdesembrood en proeven van de injera. De maaltijd in het restaurant is gelukkig lekkerder met frietjes en in deeg gedompelde gefrituurde worteljes.

Maandag 8 januari 2007, inkopen in Metahara en de watervallen in het Awash NP

We zijn van plan in het park te kamperen dus moeten we voldoende inkopen doen om twee dagen te overleven. Vader tankt en de moeders winkelen. Lies gaat ook nog enkele politieagenten fotoggraferen, want haar man is toch ook bij de politie.

De parkingang is slecht 20 km verder. We kunnen niet door de gate en rijden er dus maar rond. De 12 km naar de camping langs de rivier loop door een vrij dichtbegroeid landschap zodat we enkel twee grote wrattenzwijnen te zien krijgen. De camping is prachtig gelegen langs de Awash rivier in het "riverain forrest". We eten op de grote betonnen tafel en luieren dan wat tot een uur of drie.

Als de zon over zijn heetste is, wandelen we naar de watervallen. We ontmoeten een troep bavianen. Beneden aan de watervallen spelen de kinderen in het water van een stroomversnelling tot het tijd is om terug te keren naar de camping. Onderweg zien we nog een enorme schildpad die zeer traag en bijzonder rustig door de begroeien schuift. In de camping zijn twee rangers op zoek naar een paar leeuwen die in de buurt rondzwerven. De ranger toont mij de recente sporen in het zand. Heidie (die niet mee was naar de watervallen) vertelt ons dat ze een baviaan uit de kamion heeft moeten jagen.

Zodra de duisternis volledig is ingevallen (een uur of zeven dus) neem ik onze sterkste zaklamp en schijn recht in de ogen van een leeuwin met haar jong. Ze staan 20 meter verder op de toegangsweg van de camping naar ons te kijken, en laten zich rustig bekijken. Even later verdwijnen ze rustig in het struikgewas. Tien minuten later ontdekken we het tweetal onder een boom tussen de struiken. Ze zijn ons tot op (precies) twaalf meter genaderd. In het schijnsel van de Makita zaklamp laten ze zich vriendelijk bewonderen en fotograferen. Aangezien we hier toch willen slapen proberen we de prachtige dieren weg te jagen. De claxon van de kamion laat hen koud. Wat roepen helpt ook niet. Maar als Heidie twee inox borden uit India tegen elkaar begint te klingelen als cimbalen, draaien ze zich toch om en verdwijnen in het struikgewas. We zien ze nog de weg oversteken en in de begroeiing verdwijnen.

De schrik zit er goed in bij de moeders. Vader en oudste zoon proberen een mooi vuur te maken om de poezen op afstand te houden. We avondmalen dan maar binnen in onze kamion (met gesloten deuren), en richten dan onze woonkamer in als slaapkamer voor de bezoekers. Het gezin De Vaere slaapt zoals steeds in de daktenten.

Dinsdag 9 januari 2007, Awash National Park en Awash

Na een nacht zonder leeuwen, zijn we om zeven uur dertig al onderweg voor een echte "early morning gamedrive".

De spiesbokken (Oryx Beisa) in de Illala Sala vlakte stelen de show. We zien ook verschillende Bustards en enkele Grant Gazelles. De gevlekte hyena is inderdaad zigzag op zoek naar voedsel zoals beschreven in de Elsevier gids.

Rond tien uur ontbijten we in het midden van het park. De weg naar de Filwoha Hot Springs kunnen of mogen we niet op van de park ranger aan de ingang, dus gaan we door naar Awash Saba City. In het coloniale Buffet d'Aouache Hotel hebben we al onze overtuigingskracht nodig voor we achter het gebouw mogen kamperen.

De moeders gaan inkopen doen. Piet slaagt erin om een muizenval te kopen voor 3,5 Birr (want er zit een muis in de kelder in Turnhout bij zijn peter) Om drie uur dalen we af tot op de bodem van de Awash Gorge waar de kinderen gaan zwemmen. Terwijl wij verbaasd staan te kijken hoe de lokale bevolking door de toch diepe en snelstromende rivier waadt om brandhout en constructiemateriaal voor hun hutten te gaan halen aan de overkant van de Awash Rivier.

Het avondmaal in Buffet d'Aouache is heerlijk en tegen acht uur bewonderen we ook nog een trein vol kamelen (ongeveer 300 stuks) die op weg is naar Djiboutie en hier eventjes voor de deur stopt om van machinist te wisselen. De treinen doen er acht uur over om uit Addis tot hier te komen en moeten nog 16 uur rijden (aan een gemiddelde snelheid van 30 km/uur) naar hun eindbestemming in de haven van Djiboutie.

Woensdag 10 januari, terug naar Adama (Nazret)

Wij rijden terug vanwaar we gekomen zijn: naar Addis. In Metahara gaan we nog iets drinken bij de vriendelijke restaurantuitbater die helaas niet thuis is. Aan de kerk voorbij de waterboorput het middagmaal. In Adama een poging om te emailen die maar half lukt door een stroompanne. De twee onvriendelijke hotelmanagers laten we voor wat ze zijn en gaan kamperen op de parking van het poepsjieke Safari Lodge Hotel, weg van de hoofdbaan gelegen en dus rustig. Victor en Sofie zwemmen in het te koude zwembad. 's Avonds eten we heerlijke biefstuk en vis met friet en groenten. Het voltallige hotelpersoneel is supervriendelijk, een aanrader voor zij die in Adama willen logeren (350 Birr voor een dubbele kamer)

Donderdag 11 januari, terug naar Bishoftu (Debre Zeit)

Wij rijden terug vanwaar we gekomen zijn: naar Addis. In Debre Zeit bezoeken we de Genesis Farm, het kind van Gert van Putten. Een succesvolle nederlandse kippenboer (manager van het jaar in 1995) die in 1990 hier een farm begon die nu 600 man personeel heeft. 1 miljoen kolen en salades per maand, 80 melkkoeien, veel kuikens (maar die mochten we niet zien onwille van de ziektes in de kippestallen in het verleden), kaas, yoghurt, een varkenskwekerij (nu overgedragen aan ethiopische ex-militairen), een bloemenkwekerij,...

De bezieler zelf van deze farm leidde ons rond. Hij is lid van de christenzakenmensen en brengt hier voeding voor het hart (via evangelisatie) en de maag (via zijn farm). Hij is na 16 jaar met veel tegenwerking van de Ethiopische regering nog steeds laaiend enthousiast. Plant de bouw van een nieuwe zuivelfabriek en een uitbreiding van de groentenkweek.

Na de rondleiding doen we een wandeling door de wetlands van het aanpalende meer dat jaarlijks in het droog seizoen bijna uitdroogt. Het is een waar vogelparadijs: naast de maraboes, de flamingos en de vele andere steltlopers ook wintergasten uit europa zoals de groep ooievaars en kraanvogels.

Lekkere warme douches in het "double harvest" guesthouse met water uit de "god is lord" watertoren.

Vrijdag 12 januari, terug naar Addis

Slechts 45 km maar een helse tocht voor de chauffeur. Het eerste deel superdrukke tweevaksweg met matatu's die te pas en te onpas stoppen op het midden van de weg om klanten te laten in of uitstappen. Het tweede deel een rustige viervaks ringweg maar met om de haverklap onverwachte dingen op het midden van de weg. Een aanhanger zonder vrachtwagen tussen de twee vakken, zodat je bijna niet kunt passeren; voetgangers die voor de vrachtwagen springen; ezels op de snelweg....

Gelukkig weten we waar naartoe: de oasis van Sita en Horst.

De moeders en de jongste kinderen vertrekken naar de Mercado (misschien de grootste markt van Afrika) om rotzooi te gaan kopen. Ik ruim mijn 8000 digitale fotoos op.

Vanavond gaan we Pizza halen in "Le Jardin" (getrakteerd door Liesje)

Zaterdag 13 januari tot Dinsdag 16 januari, weg uit Ethiopië

's Morgens om 5 uur staat de taxi klaar om Lies en Victor naar de Bole luchthaven te brengen. Half in slaap hoor ik haar vriendelijk afscheid nemen en probeer een goede reis terug te roepen. Heidie en Naas gaan mee om te kijken of haar "stand by" ticket vandaag bruikbaar is. Tegen zeven uur zijn de uitzwaaiers terug zonder het bezoek, er was dus nog plaats op de vlucht naar Londen. Heidie begint direct te wassen en te plassen en op te ruimen, maar Naas zoekt zijn warme nest nog even op.

We slagen er toch in rond negen uur Addis buiten te rijden. Op de ring is het vrij rustig, maar de tachtig kilometer naar Mojo zijn weer een heksenketel. Eenmaal we voorbij de splitsing naar Djiboutie zijn (de Awash-road) wordt het gelukkig veel rustiger. We rijden op de bodem van de riftvallei die hier zeer vlak is. We kunnen vrijwel de ganse weg 70km per uur halen, wat voor ons hier zeker de maximum snelheid is. In Ziway proberen we nog in de bank binnen te wippen, maar we zijn net te laat (5 voor 12). Terwijl we eten langs de weg stopt er een spiksplinternieuw minibusje naast onze vrachtwagen. Het is Gerrit en Rie van de Genesis farm met een meute hollanders die, zoals wij, onderweg zijn naar Awassa. Rond Ziway is het bijaonder druk op de weg. Massa's ezelkaren maken het de chauffeur behoorlijk lastig. In Awassa vinden we rond half vier de Adenium Campsite natuurlijk vlot terug en gaan op ons zelfde plaatsje staan. Wendy de dikdik is er jammergenoeg niet meer.

Zondagmorgen kunnen we bij een vriend van Kurato (de ethiopische man van Jana) toch nog 100 euro wisselen zodat we toch voldoende diesel kunnen kopen om tot in Kenia te raken. Tot onze verbazing komen we voorbij Awassa op een echte bergweg die vol putten zit. We komen slechts traag vooruit alhoewel verschillende reizeigers ons verteld hadden dat de asfalt van Moyale naar Addis in perfecte staat was. Na 160 km houden we het voor bekeken en kunnen in Fiseha Genet onze tenten opslaan op het terrein van een landbouwcoöperatie. De nachtwaker heeft alle moeite om de massa you-you-youlenende kinderen buiten de omheining te houden. Zijn kinderen en vrienden mogen echter komen gapen en gapen doen ze.

Maandagmorgen terug de bergen door voor toch nog een hondertal kilometer. Daarna dalen we een paar honderd meter en wordt de landschap droger, onvruchtbaarder en leger. Accasiabomen en schouwen van termietennesten bepalen het landschap. Onderweg krijgt de motor te kampen met dieselkort, of zit er lucht in de leidingen? Aan de afslag naar Yavello doen we een terrasje in het Yavello motel. Ik probeer het dieselprobleem op te lossen en dan is het te laat om nog verder te rijden. We mogen eerst wel op de parking van het benzinestation naast de deur staan, maar iets later moeten we 50 Birr betalen voor de parking. Uiteindelijk gaan we een straat verder bij een paar vriendelijke mensen in de tuin staan.

Dinsdag staan er nog 200 km op het programma. We willen tot over de grens raken. De weg is gelukkig wel in vrij goede conditie, en er is vrijwel geen verkeer. We rijden meestal 70 km per uur en halen zo een gemiddelde van 50 km per uur. Het dieseltekort of lucht te veel in de leidingen komt onregelmatig terug, vooral als we de motor veel brandstof nodig heeft (bijvoorbeeld bergop). De zoektocht naar een lek is tevergeefs. Uiteindelijk blijkt dat als het vermogen van de motor wegvalt en we gewoon vijf minuten stil staan we daarna weer probleemloos kunnen vertrekken. Waarschijnlijk zit er ergens een prop in de leidingen, maar die vinden en eruit krijgen is niet zo evident. In een paar etapes raken we toch aan de grens.

Emigratie verloopt vlot met toch wel een overdreven administratie. De douane aan de ethiopische kant maakt niet al te veel problemen dat de vrachtwagen nooit officieel Ethiopië binnenkwam. Aan de keniaanse kant verloopt alles een stuk moeilijker. De chef immigratie officier is er niet en zijn medewerker laat ons eerst de verkeerde papieren invullen. Na een tijdje wachten komt de vriendelijke chef binnengewandeld. We vullen nieuwe papieren in, en betalen 50 USD per persoon voor onze visa. Bij de douane is er veel discussie en verwarring. Ze willen ons 50 USD laten betalen voor een "foreign vehicule permit" en dan nog 80 USD transit tax. Na enige discussie wil de douanier ons niet meer verder van dienst zijn. Hij begint te zanikken over het feit dat we in november Kenia hebben verlaten via een illegale weg, omdat er daar geen douane is. De chef komt er bij, en vindt geen oplossing. Even later worden we het kantoor uitgestuurd. Heidie tovert wat krokodilletranen te voorschijn en een kwartier later kost onze "foreign vehicule permit" 20 USD en is de "transit tax" gedaald tot 48 USD. We krijgen mooie officiele ontvangstbewijzen en kunnen Kenia binnen. We zoeken de katholic mission op, waar we op een zeer rustige parking mogen kamperen.

wordt vervolgd in

Dagboek Kenia Januari 2006