DAGBOEK KENIA JANUARI 2007

Wat voorafging:

Dagboek Kenia September 2006
Dagboek Kenia Oktober 2006
Dagboek Kenia & Ethiopië November 2006
Dagboek Ethiopië December 2006
Dagboek Ethiopië Januari 2007

17 januari 2007, Moyale - Marsabit.

Vannacht hoorden we de hyena's huilen, maar voor de rest was het heerlijk rustig. Om een uur of zes luiden de klokken en een uur later klingelt de schoolbel. Voor we ons voor iets meer dan 500 km op weg begeven op de "slechtste weg van Kenia" koopt Heidie nog wat Paludrine in het dispensarium van de katholieke missie.

In het groezelige "stadscentrum" van Moyale kopen we aardappelen en tomaten en een stuk koeievlees. Brood is er niet te vinden. De zusters van de catholic mission hebben enkel een regenwatertank en kunnen ons dus niet voldoende water geven om onze tanks te vullen. In Butiye, een randgebied van Moyale, kunnen we goed water kopen. Maar wanneer we daar aankomen zijn er een rij mensen aan het wachten tot het water komt. De watermeester stap in om ons de weg te wijzen naar de "booster". Het weggetje naar de waterbooster kunnen we niet op. We rijden door naar het pompstation, waar ze water naar stad aan het pompen zijn. Daar is het echter 100 meter wandelen en dus niet zo practisch om 20 emmers water te gaan halen. We rijden dus 5 kilometer door naar de volgende boorput waar de tanks in een mum van tijd gevuld zijn, we kunnen op weg richting Marsabit.

Op de middag passeren we door Sokono waar we chappati's kunnen kopen voor het middagmaal. Het volgende dorpje is Wanda. Aan het politie check point vragen ze een krant of een tijdschrift . Ze zijn zeer gelukkig als ze de "dag allemaal" van 2 januari krijgen. Ik vraag als ze nederlands zullen kunnen als we de volgende keer passeren.

50 km verder staan we aan de rand van de Dida Galgalu woestijn en logeren bij de "Tubi-anti-stock-theft-police-division". Er staat een nederlandse camionette te blinken, de nederlanders raakten niet tot in Moyale in de maand november onwille van de regen. Sofie krijgt een blik ananas van de chief in charge. Naas en Sofie zorgen voor het avondmaal.

18 januari 2007, Turbi - Marsabit.

Turbi is snel verlaten, we duiken de Dida Galgalu Desert in. Deze woestijn is voor ons niet echt een woestijn. Het is een gigantisch uitgedroogd grasveld. We ontmoeten:

Op 20 km voor Marsabit begint de weg te klimmen, want Marsabit is een groen bebost bergplateau van ongeveer 30 op 50 km dat midden in de 500 tot 1000 meter lagere woestijn ligt. Een echte oase.

De dieselproblemen steken weer de kop op. Maar we raken na enkele tussenpauzes langs de weg toch tot bij "Henry the Swiss". Een aannemer die al 25 jaar in Marsabit woont, getrouwd is met een Keniaanse, zeven kinderen heeft, een atelier om ramen en deuren te maken, een bakkerij en een camping.

Op de camping ontmoeten we Didi, een onduitse duitser die met zijn BWM motor op weg is naar Kaapstad.

19 januari 2007, in Marsabit bij "Henry the Swiss"

Na een rusteloze nacht tengevolge van de zeer hevige wind die de tenten permanent doet klapperen, rustdag, dus wasdag voor Heidie. En pa wordt de dieselgriezel. Er zit een propje van restjes plastieken zakjes in de dieselleiding. Hier worden PVC zakjes immers gebruikt in plaats van Teflon om schroefdraad af te dichten. Waarschijnlijk komen deze brokjes uit het Shell station van Debre Birhan, waar de pomp eerst niet goed werkte....; of misschien uit één of ander vat waar we uit tankten in Omorate of Jinka.

De dakbak wordt weer op zijn plaats gerivetteerd.

Het RAM van onze nieuwe Mac-Book laptop blijkt ook te zijn losgeRAMmeld, niettegenstaande onze Mac-Soft technologie in het schof waar de laptop wordt opgeborgen. De computer valt uit zonder verwittiging. Gelukkig heeft Naas ervaring met RAM en na de derde poging doorstaat onze computer de hardwaretest.

Voor onze zeer oude I-Book laptop wordt er met een oud stuk koelvloeistofdarm een speciale Mac-Anti-Shock Technologie ontwikkeld zodat de spiksplinternieuwe batterij tijdens het rijden kan worden opgeladen.

Het broodkastje is half afgebroken en wordt weer vastgevezen.

Piet bakt pizza in de oven van de bakkerij van "Henry the Swiss" en Didi de onduitse duitser komt ze helpen opeten.

20 januari 2007, Marsabit - Laisamis.

We nemen de reservebanden van Didi mee tot in Nairobi, en vandaag nemen we ook zijn twee grote Alu koffers mee. Want op weg van Moyale naar Marsabit is Didi tweemaal gevallen met zijn 500 kg zware moto, omdat zijn bagage begon te slingeren op de wasbordpiste.

De eerste 50 km over het groene Marsabit-plateau zijn goed te doen. Na de afdaling naar Lokuloko komen we in de groene "Kaisut Desert" waar blijkbaar vrijwel niemand woont. De eerste tien kilometer is een verschrikkelijk wasbord, en geen enkele snelheid blijkt het schudden en beven van de kamion te kunnen voorkomen. Een kroonkurkje van een een flesje cola in de ijskast blijkt niet bestand tegen zoveel schudden; de cola druipt uit de ijskast (eergisteren gebeurde hetzelfde met een fles bier). Tien kilometer voorbij Lokuloko stoppen we om te bekomen van het schokken en om te eten. Vijf minuten later komt Didi aangereden en een kwartier later stopt een grote franse Unimog. Vader, moeder en drie kinderen (7 en 5 jaar en 14 maanden). Ze zijn reeds drie en een half jaar onderweg en op weg naar huis.

Een uur later stoppen we op de italiaanse missiepost van Laisamis. Het is er 38 °C.

Wanneer het ei zo na donker is, komt er een jeep met aanhanger opgereden op het missieterrein. Het is een nederlandse familie met drie dochters. Ze komen uit Zuid Afrika en zijn op weg naar huis. (www.sabbatsjaarinafrika.nl)

21 januari 2007, Laisamis - Archers Post

De nederlandse familie is vroeg uit te veren en vertrekt als eerste. We nemen Didi's lading weer mee, en hij vertrekt terwijl wij naar de beenhouwer gaan die alleen 's morgens open is, tot het verseslachte schaap is uitverkocht. Hij heeft immers geen koeling en het wordt hier echt heet overdag.

Archer's post ligt ongeveer 130 km verder. Didi zit al een uurtje cola te slurpen. Hij laadt zijn moto en vertrekt naar Timau River Lodge. Wij gaan morgen naar Samburu National Park en blijven dus in Archer's post overnachten. We kamperen weer bij de italiaanse zusters.

22 januari 2007, Samburu National Park

Om 10 uur zijn we aan de ingang van het nationaal park. De eerste kilometers zien we enkel een Kori Bustard en een prachtige Secretaris vogel, maar daarna komen we in de nabijheid van de Ewasa Ng'iro rivier. In de grasvlakte vinden we vele Spiesbokken, Grant's Gazelles en Impalas. In en nabij de rivier zien we tientallen olifantenfamilies die komen drinken en afkoelen in de rivier. Het is leuk om te zien hoe de jonge olifantjes spelen in het water onder het waakzaam oog van moeders en tantes.

Middagmaal aan de rivier tussen de olifanten en dat een siesta op de Butterfly public campsite. Om vier uur doen we nog een evening game drive, langs een veel te smalle track. Generuk (girafgazelle) en Impala zien we van zeer dichtbij, een paar giraffen en een eenzame olifant in de verte.

23 januari 2007, Buffalo Springs National Park

Sofie wekt ons bij het eerste ochtendlicht. Om 6u30 zijn we onderweg. De brug over naar het Buffalo Springs National Park. Het eerste uur zien we meer toeristenbusjes dan dieren. Daarna komen we in een grasvlakte met acasiabomen waar we in alle richtingen kleine kudden zien grazen. Vooral Impala, Grants en Oryx. Een paar bustards en een prachtige somalische struisvogel met blauwe nek. Even verder staan twee busjes stil. We rijden er naar toe en zien een vadsig leeuwenkoppel onder een boom. Na vijf minuutjes stapt de leeuwin rustig op, haar man volgt met een luie pas. De kudden gazellen beseffen duidelijk dat dit koppel niet op jacht is. Ze zijn alert, maar vluchten niet.

Net buiten het park stoppen we voor een laat ontbijt. Terwijl we langs de kant van de piste staan passeert een oranje landcruiser met belgische nummerplaat. Het blijkt Daffy te zijn. Daffy is bezig met zijn vijfde tocht van Europa naar Kaapstad. Wij ontmoetten in wegwijzer reeds twee vorige eigenaars van Daffy. De Meireleire's kennen we niet maar hun beroemde voertuig wel. Waarschijnlijk verschijnt volgend jaar het boek: "the life of daffy" waar de vijf reizen zouden worden gebundeld. (www.demeireleire.com)

Na Isiolo begint de lange en steile klim naar Timau. We rijden door tot in Nanyuki waar we eten, internetten, inkopen doen en soeveniers aanschaffen. Tegen de avond vertrekken we naar de 13 km verder gelegen Bantu Lodge Campsite.

24 januari 2007, Rustdag in Bantu Lodge

Moeder wast en plast, de camion wordt uitgemest in de vooruitzichten van nieuw bezoek en vele geschenken. En vader klasseerd een paar duizend digitale fotoos. Piet maakt een mooi vuurtje om te toasten en 's avonds boerwors te eten. Naas gaat internetten in Nanyuki en ontdekt dat onze MacBook laptop aan RSS lijdt (Random Shutdown Syndrom).

25 januari 2007, Terug naar Nairobi

180 km naar Nairobi. Om 9u 30 zijn we onderweg. Het grootste deel van de weg is prima asfalt, alleen rond Karatina is er tien à twintig kilometer vol potholes en met steile hellingen waar we traag vorderen. Voor de middag doen we nog inkopen in de Delmonte Factory Shop. Op de middag zijn we in Thika, rond twee uur komen we Nairobi binnen, op de Uhuru Highway staan we zeker een half uur in file. We rijden via Ngong Road rijden we naar Nakumat Junction, de gigantische supermarkt waar we twee karren vullen (en onze visakaart plunderen). In de vooravond rijden we Jungle Junction binnen. Er is veel volk vandaag: 2 deense jeeps (www.manjaro.de), een franse jeep (reeds achttien maanden onderweg, www.africacy.com), een nederlands kopel, 2 japanse motars, 2 duitse motars (reeds vijftien maanden onderweg), didi de onduitse duitser, een duits-somalisch koppel uit Lodwar met een baby van drie dagen oud...

26 januari 2007, Werkdag in Jungle Junction

De ganse dag klusjes aan de non tot hij bijna weer nieuw is. Pa neemt de buitenkant en de motor onderhanden. Ma mest de binnenkant verder uit. Ondertussen veel babbels met de medereizigers. Naas gaat internetten om het RSS van onze MacBook op te lossen (firmware update, OS X update....).

27 januari 2007, Bezoek aangekomen

Naas gaat met de taxi naar de "Industrial zone" waar onze twee gasflessen worden gevuld. Na de middag gaat hij naar de bioscoop.

Tegen zes uur dertig komt de taxi om naar de luchthaven te sjeezen. De swiss-air vlucht is een kwartier te laat, maar de visa afhandeling en de bagage afhandeling zijn vlot. Tegen acht uur vliegen de twee dijnes in mekaars armen. Een half uur later zijn we terug op de camping en wordt het lekker eten en de vele geschenken uitgepakt.

Maandag 29 januari naar Hells Gate (door Barbara in het rose)

Deze nacht wakker geworden van Piet die een beetje onwel geworden was, volgens Piet zelf kwam het door de erwten van Didi. De erwten waren geen erwten maar ongeteste medicijnen zei Piet. Piet heeft daarom maar de rest van de nacht beneden op het bed aan de WC doorgebracht. Aan het ontbijt was hij nog steeds een beetje ziekjes, dus moest hij niet helpen de tenten afbreken, tot groot ongenoegen van Naas. Tegen ‘ten elven’ was alles opgeruimd en konden we vertrekken. Een beetje rijden tot aan het vieuwpoint van Rift Valley waar de vriendelijke Afrikanen de non nog herkenden. Dan nog wat verder rijden en  tegen 2 uur stoppen voor het middagmaal. Bruin brood, skones (een soort vierkante gele sandwiches), kaas, salami, confituur, boter, smeerkaas, droge worsten en tomaatjes. Dan beslissen wat we nog zullen doen voor de rest van de dag. Er was keuze tussen de caves van mount suswa of de hells gate gorge. Het is het laatse geworden. Tegen een uur of 3 vonden we een slaapplaats, en mama, papa, Naas en mama Lut vetrekken om te gaan wandelen.

 

Naas is onze gids. Zijn lange tocht door Hells Gate en rond Mount Longonot vanuit Carnelley’s is hij nog niet vergeten. We wandelen door een rivierbedding die hoe langer hoe dieper in het landschap is ingesneden en verliezen daaardoor het pad uit het oog. De rivier wordt even verder net te nat om door te stappen. Door het hoge gras vinden we uiteindelijk toch de weg naar de Hells Gate Gorge waar de stoom zomaar uit de rotswand omhoogkringelt. We zien een waterstroompje aankomen en even later weer verdwijnen in de grond. Het is er echt afgelegen. De sporen van de houtskoolfabrikanten zijn wel overal aanwezig. Hier zullen binnenkort de laatste acacia bomen verdwenen zijn.

 

Piet, Sofie en ik blijven achter in de non. Piet omdat hij nog een beetje ziek is. Sofie omdat ze naar de pipi Langkous dvd wil kijken die ze van mij en Jeroen gekregen heeft en ik omdat ik niet graag wandel. Na het nodig geruzie beslissen Piet en Sofie om toch samen naar Pipi Langkous te kijken. Ik probeer wat te slapen, maar ik wordt gehinderd door de vele duizenden vliegen. Na Pipi Langkous spelen Piet en ik nog een paar keer 4 op een rij. Daarna draaien Sofie en ik gehaktballetjes voor het avondmaal. We eten macaroni met kaassaus en gehaktballetjes en gekookte eitjes in de saus. Na het eten willen we afwassen maar de sifon van de wasbak zit verstopt. Papa en Naas proberen die te ontstoppen door te blazen met een buis in de sifon,maar tevergeefs. Papa beslist dan maar om de schuiven eruit te halen en de sifon te openen. Amai zeg, wat een vetklonter die erinzat, bijna een kaars. We snapen nog steeds niet hoe dat erin komt. Waarschijnlijk door eerst het gehakt af te gieten en daarna de pasta. Na het eten moeten Piet en Sofie douchen en zich wassen en daarna naar boven. Beneden dus voor de volwassen mensen en voor Naas. Naas speelt een spelletje vier op een rij met mama Lut onder het moto ‘wie heeft er zin om te verliezen’. Jammergenoeg voor hem is hij verloren. Papa maakt een Sudoku voor gevorderden uit het Sudoku boek dat ik van Jeroen zn mama gekregen heb.

 

Dinsdag 30 januari, tot voorbij Narok

Inpakken en wegwezen, maar de oude Masai man die hiernaast woont wil nog een graantje meepikken. Hij heeft zijn zoon die wat engels spreekt meegebracht en probeert duidelijk te maken dat hij iets wil. De tabak die we voor de Turkana kochten wil hij niet en als ik hem 200 shilling aanbied (hier twee daglonen) wil hij 1000 shilling. Ik neem de 200 shilling terug en we vertrekken richting Narok.

De asfalt zit vol potholes en door het drukke toeristenverkeer van en naar Kenia's mooiste park is het moeilijk ze allemaal te ontwijken. We vorderen dus maar langzaam.

In Narok wil ik cash geld wisselen. Maar in de bank staan ellenlange rijen volk (einde van de maand misschien?). De eerste bank wil of kan geen cash wisselen en in de tweede bank staat nog een langere rij. Ik beslis dus geld uit de muur te halen. De eerste ATM is bijna leeg de tweede werkt niet en de derde kan ons toch de nodige shillings bezorgen. We tanken en de moeders doen inkopen in het supermarktje.

Twintig kilometer verder houden we het voor bekeken. We zien een bordje 'Ilariak Lodge: Restaurant and Campsite' en rijden twee kilometer de bush in. De lodge is omheind om de wildebeesten (of gnoes) buiten de houden. Buiten de omheining zien we ook Grant's Gazelle en Impala grazen. Piet stookt een mooi kampvuurtje naast de kamion maar de regen strooit roet in het eten.

Woensdag 31 januari, naar Sekeneki

De regen heeft de toegangsweg naar de Lodge tot een glijbaan herschapen. Onze vier maal vier komt goed van pas om onze dertien ton tot op de asfalt te laten ploeteren.

Na enkele kilometers eindigt de asfalt. Op de piste zijn de putten dan wel minder scherp afgelijnd maar door de regen is er hier en daa een echte modderboel. Langzaam maar zeker vorderen we naar de ingang van het park. Langs de weg zien we vele kuddes gazelles en hier en daar wat giraffen in de verte.

In Sekeneki zoeken we de natte Ol Perro Campsite op.

WORDT VERVOLGT:

Dagboek Kenia Februari 2007