achtëndertigste week

Bao Loc, Dambri falls, vrijdag 22 maart 2002
Zie dagboek van het bezoek

Do'n Du'o'ng, zaterdag 23 maart 2002
Zie dagboek van het bezoek

Van Tu Dong, zondag 24 maart 2002
Zie dagboek van het bezoek

Nha Trang, maandag 25 maart
Zie dagboek van het bezoek

Een eiland voor Nha Trang: Hon Tam, dinsdag 26 maart 2002
Zie dagboek van het bezoek

Naar Doc Let Beach, woensdag 27 maart
Zie dagboek van het bezoek

Vertrek van Britt en Thomas, donderdag 28 maart
Zie dagboek van het bezoek

Om vijf uur dertig begint de wekker te piepen. Britt zet zig recht en kijkt als een zombie in het rond. Even later zit Piet bij Britt en laat zich lekker knuffelen door zijn meter (voor de laatste maal deze reis). Om kwart na zes komt de taxi eindelijk aangereden door het mulle zeezand. Wonder boven wonder slaagt hij erin zich net niet vast te rijden. Alles wordt ingepakt, de afscheidsfoto wordt genomen en dan komt de taxi weer moeizaam los uit het zand. We zwaaien en Piet loopt nog een eindje mee tot de taxi de poort buiten rijdt. We ontbijten en pakken direct in zodat we om kwart voor acht reeds vertrekkens klaar zijn. Barbara gaat nog even internetten terwijl wij de watertanks bijvullen.

En dan vertrekken we naar het noorden waar we reeds op 8 april vers bezoek van het vliegtuig zullen plukken. Ongeveer 1300 km te gaan, dus vandaag zal er flink gereden worden. Bij het buitenrijden van Doc Let bezoeken we nog de fruitmarkt en even later bestuderen we alle stadia van de zoutwinning. Hoe de lege zoutpannen perfect vlak worden aangestamp, hoe ze vol lopen, hoe het water een roze schijn krijgt als het zoutgehalte stijgt, hoe er daarna een witte korst op de bodem zichtbaar wordt en hoe tenslotte het zout op hoopjes wordt geschraapt en hoe het natte zout op reusachtige bergen te drogen wordt gelegd. We kunnen nu ook vanop grote afstand het onderscheid maken tussen de garnalenkwekerijen en de zoutpannen die in deze regio steeds samen te vinden zijn.

Het traject naar Quy Nho'n is bijzonder afwisselend met prachtige vergezichten. De weg loopt op vele plaatsen vlak langs de kust en moet hier en daar de hoogte in tegen de steile klippen geplakt. Tussen de grote baaien met prachtige stranden en water met alle schakeringen van appelblauwzeegroen, schiet er telkens een schiereiland de chinese zee in. Vanop deze overgangen is het zicht op de baaien adembenemend. Meestal zien we na een korte klim weer een volgende zand, zee en zon baai vol blauw en rode vissersbootjes, maar af en toe blijkt er achter de pas een groene vallei vol rijstvelden te liggen. Van bovenuit zien de rijstvelden er prachtig uit.

De staat van de weg is behoorlijk maar helaas zijn ze dit trajekt aan het verbreden zodat we regelmatig over een vak grind moeten of over één enkel vak. Gelukkig zijn sommige stukken al afgewerkt en daar komen we snel vooruit. Op de middag laten we ons door een binnenroeper op een parking van een wegrestaurantje loodsen omdat we er onder een grote boom kunnen staan. We eten er rijst met lekkere bordjes kip en varken met garnalen.

Na de middag rijden we dwars door de duinen, hier woont niemand en zijn er dus ook geen vervelende brommertjes langs de weg. Even later komen we op een weg terecht die niet op de kaart staat, het is een nieuwe weg die rechtstreeks naar Quy Nho'n leidt. De weg hoog is uit de rots gehakt en de zeepanorama's met de vele bergachtige eilanden en schiereilanden zijn aangenaam afwisselend. Onderweg staan er vele waterslangen meters hoog in de lucht te spuiten, hier vullen de Vietnamese truckers hun geniaal koelsysteem. Het bestaat uit een vat van 200 liter boven op hun dak. Wanneer de motor van de zwaar overbeladen vrachtwagens (meestal IFA's, ROMAN's en KAMAZ modellen uit het vroegere oostblok) oververhit laten ze gewoon een fijne straal heet water uit de radiator stromen die dat vanuit het vat permanent wordt aangevuld.

In de laatste baai voor Quy Nho'n proberen we rond drie uur dertig een slaapplaats te vinden. Via een kleine weg komen we voor een mooie poort waar we ingang moeten betalen. We weten niet waar we zijn terecht gekomen en ik ga met Naas te voet op verkenning: een prachtig strand en een goede parking onder de bomen. Het blijkt echter een hospitaal te zijn en we worden tot bij de manager gebracht die een overnachting ostentatief weigert. De regels voor bezoek zijn zeer streng en overnachtig is uitgesloten. Toi bu'on. We druipen af. (achteraf lees ik in de Lonely Planet dat dit een modelziekenhuis voor Lepraleiders is)

De familieraad beslist om een plaats te zoeken aan het strand van Quy Nho'n, wat niet zo'n goed idee was. We komen in de avondspits van Quy Nho''n terecht wat na 200 km over drukke vietnamese wegen geen lachertje is. Als er vlak voor ons een fiets door een brommertje wordt aangereden stopt de triporteur voor ons zo brusk dat zijn achterwiel onder onze bumber terecht komt. De man is niet zeer tevreden maar laat ons rustig door rijden. Ik wring de kamion door het drukke verkeer de stad uit. De randgemeenten blijven maar komen en gezien we de stad in westelijke richting uit moeten krijg ik ook nog de zakkende zon vlak in de ogen. Dertig kilometer verder rijden we een zijweg in en vinden na wat zoeken een slaapplaats tussen de rijstvelden met zicht op de Cham torens van Duong Long.

Als er tijdens de zonsondergang een dikke wolk voor de zon komt zien we een merkwaardig fenomeen. Een strook in het midden de lucht die van west naar oost loopt wordt sneller donker dan de rest van de hemel. Het lijkt op een donkere regenboog. Terwijl de zon nog niet onder is worden in die strook reeds enkele sterren zichtbaar. De zon zakt verder en pal in het oosten komt de knal oranje volle maan ons tezelfdertijd goede nacht wensen.

terug naar boven