midden in de woestijn even voorbij Naein, vrijdagavond 10 augustus

Esfagan woensdag 8 augustus

We zijn vrij vroeg op pad met de gele bus. Onze slaapplaats is immers te lawaaierig en te zonnig om uit te slapen. Als de bus over de rivier rijdt blikt dat deze aan het vollopen is (blijkbaar werd er deze nacht ergens hogerop een dam geopend). De gele bus brengt ons echter te ver, we vergaten uit te stappen. Wanneer we de weg oversteken om een bus terug te nemen, komt een Iranees van 18 jaar ons tegemoet, hij wil ons gidsen om zijjn engels in te oefenen,Hij is pas geslaagd voor zijn ingangsexamens aan de universiteit en heeft nu verlof. Hij betaald onze busticketten naar het stadcentrum. Als we aan het reusachtige centrale plein komen (500 op 160 meter, 8 maal de markt van Brugge) worden we ook nog op een ijsje getracteerd. Even na het middaguur bezoeken we de ernorme Blauwe Moskee, een schitterend bouwwerk, met massa's tegeltjes. Gebouwd begin 1600 en dus volgens Naas duidelijk met de computer ontworpen. Sofie legt zich neer op een rol tapijten.

Het is nu echt heet duus gaan we eten. In het restaurant Pizza Bam eten we u raad het nooit "Pizza". De kinderen zijn dolgelukkig met een kinder verrassingeitje (kindersuprise). Hier verkopen ze ook belgische chocolade met nederlandstalige opschriften.

Tegen 3 uur gaan we in een park onder een boom gaan zitten/liggen als echte goede iranezen. Er komen wat jonge vrouwen op ons af en ik moet een foto nemen. Als we hen vragen hun adres in Barbara's boekje te schrijven pikt een van de vrouwen een adreskaartje dat we in Dogubazit kregen van andere aziëreizigers. Het kaartje is duidelijk weg en Barbara is zeer ongelukkig en laat dit ook duidelijk blijken. De vrouwen gaan iets verder in het park. Nadat ik alles wat we meehebben onderste boven heb gekeerd ben ik er zeker van dat het kaartje inderdaad gestolen is. Ik ga op de vrouwen af en probeer met handen en voeten uit te leggen dat Barbara het kaartje terugwil. Het duurt wel een kwartier vooralleer een van de vrouwen uiteindelijk het kaartje komt terugbrengen.

Daarna bezoeken we een teologieschool,met indicatie INTERNET waar we niet verder dan het binnenplein geraken. Naast de theologieschool is het sjiekste hotel van Esfagan, het binnenplein van deze verbouwde oude caravanserai is prachtig. We vinden er ook twee internetcomputers maar 450 bfr per uur lijkt ons nogal duur. Onze volgende stopplaats is het internetcafé op het Eman Komeinie plein dat Naas reeds zag toen we gissteren de stad binnenreden. Het blijkt een up to date internetcafé te zijn. 32 nieuwe emails op rijst@wol.be en nog een rij op barbara's advalvas adres. We zetten alle mails op discette en beantwoorden er een paar. Dan de mails versturen die barbara op de Ibook typte en de files voor deze site naar Brugge gemaild. Het FTP programma dat ze hier hebben is een trialversie die verlopen is. Ondertussen komen er twee nieuwe mails binnen: een uit slovenië van mijn assistent webmaster en een van onze servercomputer in Ten Boomgaard. Het is leuk om te weten dat we met drie terzelfdertijjd aan het mailen zijn.

Het is nu dus avond geworden, en we zoeken en vinden de frietjes die Sofie zo graag wil eten. Papa wil nu nog thee drinken aan de oude brug met in de dertig bogen. We lopen de brug over en vinden de theehuisjes uit de boekjes niet. Als we aan het einde van de brug onder de brug door lopen blijken de theehuisjes in de pilaren van de brug, onder de brug te liggen. In de bogen zijn er loopplanken over het water om van de ene peiler in de ander te geraken . De brug doet ook dienst als dam met overloop. En het water is slechts 5 cm diep, we hebben alle zes Teva watersandalen aan zodat we een wandelingtje door het water kunnen maken tot halverwege de rivier.

Na een wandeling tot aan de volgende brug door een park langs de rivier, in de duisternis, nemen we de bus terug naar onze slaapparking.

Esfagan donderdag 9 augustus

Na de lange dag van gisteren is vroeg vertrekken vandaag een stuk moeilijker. De kamion moet vandaag of morgen naar de garage dus ga ik navraag doen in welke wijk ik terecht moet. Shapur street is het antwoord van een mekanieker die met twee cilinderkoppen van een autobus op een karretje rondzeult. Maar waar is Shapur street? Het duurt nog een half uur eer ook dit probleem is opgelost. Ondertussen is iedereen klaar voor een bezoek aan de bazaar waar we rond 11u30 aankomen. We willen iemand vinden die de lap stof die we voor Heidie kochten in Ardabil wil verwerken tot een chador. Dit blijkt verre van evident te zijn. Na veel navragen vinden we een winkelier die begint te telefoneren. Na 10 minuten stuurt hij iemand weg. Nog 10 minuten later blijkt dat er afgewerkte chadors op komst zijn, iets wat we in geen enkele winkel vonden. We blijven nog een half uur wachten, en als ik dan vraag wat die chadors zullen kosten, blijkt het een toeristenprijsje te zijn en is het ook nog een volledig zwarte chador. We vertrekken zonder chador. De kinderen zijn het wachten beu. Dus wandelen we nog wat door de bazaar, maar ondertussen is vrijwel alles gesloten. We nemen dus maar een taxi naar de hoofdstraat. De taxichauffeur heeft mij niet begrepen en rijdt veel verder dan ik had gevraagd. We komen weer voorbij het restaurant waar we gisteren frieten aten. Het is snel beslist: nog eens frieten bij de gebuur.

Daarna op de bus naar onze kamion, en op weg naar shapur street. Want ondertussen hebben we ook bijgeleerd dat het vandaag in Esfagan eigenlijk maar half en half werkdag is en dat morgen vrijdag alles de ganse dag gesloten is. Shapur street ligt tien tot vijftien kilometer buiten Esfagan, we moeten eerst nog de verboden zone voor vrachtwagens door, en krijgen dit keer nogal wat protest van andere weggebruikers. Shapur street bestaat uit enkel garage, winkeltjes die autoonderdelen verkopen en ateliers die vanalles kunnen maken maar de straat lijkt inderdaad te slapen. Gelukkig vinden we toch een garage die open is. Er wordt twee uur aan de kamion gewerkt. De cilinderkoppen worden aangespannen en de kleppen worden geregeld, dit lijkt inderdaad echt nodig want er was zelfs een klep zonder speling, wat gevaarlijk is voor verbranding. Na nog wat afdingen op de toeristenprijs van 1500 bfr die men ons aanrekend (wat hier volgens mij te veel geld is voor twee uur werk) rijden we de snelweg op richting Yazd.

De eerste poging om een slaapplaats te vinden mislukt, twee mensen zijn akkoord maar de derde die meer te zeggen heeft is niet akkoord. In een dorp verderop, krijgen we een huis aangeboden om in te slapen, maar in de kamion slapen blijkt onmogelijk voor de dorpoudste. Waarom lijkt ons onduidelijk. Als het na een kwartier donder wordt, hebben we nog steeds geen slaapplaats. Als het duidelijk wordt dat we een familie met vier kinderen zijn, neemt iemand ons mee in de duisternis enkele kilometer verderop, we rijden een brugje over waar we eigenlijk niet over kunnen, en parkeren in een tuintje. Hier blijkt een vader met 10 zonen te wonen plus een afgaans vluchteling. Terwijl ik de noodzakelijke thee drink, eten de kleintjes. Met naas zet ik een tent op, en daarna moet ik nogmaals thee gaan drinken terwijl de afgaan en een zoon van een of andere afgaanse drug genieten die ze ook mij aanbiden, maar ik ga liever slapen.

Van Esfagan naar Naein vrijdag 10 augustus

Deze morgen blijven we lekker lang slapen, vrijdag is in de islamitische wereld immers de rustdag. Als Sofie en Piet van het dak willen en een klein beetje lawaai maken wordt er op de deur geklopt. Ik schiet in mijn kleren en Heidie schiet naar de badkamer. Als ik de deur open krijg ik een kom koude verse melk toegestopt, een Nesquick festijn voor Barbara, Naas en Heidie bij het ontbijt met sandwichen uit het restaurant in Esfagan.`

Na het ontbijt fantaseren we wat over de inrichting van het Geusthouse in de Rio Claro als dit ooit niet meer verhuurd wordt: een slaapkamer of een studeerkamer voor Barbara? een kamer voor Naas? restauratie van de alkoven in het achteronder? Het inrichten van het vooronder voor Naas als kamp? Iedereen vraagt en fantaseerd er maar op los.

Daarna begin ik de chauffeurscabine en de neus van de camion te ontvetten. Na de garagebeurt van gisteren lijkt de camion wel de zwarte mazelen te hebben. Heidie doet een beetje was. Met Naas breek ik de tent af en stop het slaapgerief weg. Naas rijdt samen met Piet en Sofie op een ezel over de koer. Er komen eindelijk ook twee vrouwen opdagen, de moeder van de dertien kinderen en een van de drie dochters. Iedereen kijkt vol verbazing toe wat we zo allemaal doen, we zijn een echte attractie. Tegen de middag wordt het ons te veel en besluiten we te vertrekken.Eerst willen we nog de watertank vullen, we rijden tot aan de plaats waar water uit de ondergrond in een bevloeiingskanaal wordt gepompt er zit veel druk op het water maar de buisdiameter is 15 cm en we hebben geen slang om daarop aan te sluiten. Aangezien we de woestijn naderen besluiten we toch de tank te vullen, door het water met emmertjes en een trechter in de tank te gieten. 200 liter blijkt plots veel te zijn. Gelukkig hebben we een tiental helpers. Nameer dan een half uur is tank uiteindelijk toch vol, en rijden we naar het dorpscentrum om de plaatselijk middenstand te steunen (1 winkel).

We rijjden 30 kilometer verder en middagmalen langs de weg naast een rij bomen. Na het eten gaat het verder richting Naein. Eerst een lange zachte helling tot aan de voet van een bergketentje, een korte col over en dan 30 km naar beneden bollen tot in Naein. We doen er inkopen: heerlijjke soezen en snoep, watermeloen, cola, een rieten waaier, fruitsap en ovaal brood recht uit de oven. Voor de bakkerij blijf ik wachten om het brood af te koelen op een speciaal rek dat voor vele bakkerijen staat, terwijl Barbara en Heidie de andere inkopen doen.

En dan hops de woestijn, geen dorpjes, geen oazen te bespeuren. Aan het eerste gebouw stoppen we. Het blijkt weer een oude caravanserai te zijjn en een wegrestaurant. We rijden onze vrachtwagen achter de prachtige verlaten en grotendeels vervallen gebouwen, die volgens de lokale bewoners (drie mannen) van 1100 zouden zijn. In het restaurant krijg ik thee met verse limoen, een heerlijke combinatie. In de verte zien we een enorme sliert koplampen van vrachtwagens maar hier achter de caravanserai hebben we weinig last van het lawaai, hopelijks wordt het weer een kalme nacht.

Jazd, zaterdagavond 11 augustus

En het werd een kalme nacht, met veel sterren en enkele vallende sterren. Vroeg in de morgen lagen we allemaal te slapen op het dak in openlucht toen Naas riep papa het regent. Best dat Naas mij wakker maakte want anders had ik het nooit geweten of zelfs geloofd dat het geregend had. We genoten intens van de vierendertig druppels die uit de hemel vielen en sliepen rustig verder. Sofie en Piet kwamen bij mama en papa en we speelden tent onder het grote laken. Ook tijdens het ontbijt worden we gerust gelaten.

Na het ontbijt probeer ik de kilometerteller te herstellen, zonder succes er is een koperen tandwieltje die drie tanden tekort heeft, tot in Dehli (lees je tussen de regels Lut en Luc? tis nie groot en tweeg nie vele) waarschijnlijk zonder afstanden dus! Hoe zullen we nu nog weten waar we zijn? Misschien komen we aan de andere kant van de wereld uit?

Rond 10.30 uur komt er auto met vier deftige mensen aangereden. Een koppel toeristen, een franssprekende iranees en een chauffeur die wat engels sprak. De oude caravansarai opent zijn poorten en ook wij mogen binnen. Volgens de iranees uit de 7 de eeuw. Na het bezoek aan de caravanserai vertrekken we door de lege vlakte naar Ardakan (volgens de borden 80 km). Voor we Ardakan binnenrijden besluiten we te middagmalen. We parkeren aan een fontein waar wat jongetjes in zwemmen. Ze beginnen rond de kamion te fietsen en ons te ambeteren. Als Naas de deur wil toedoen duwt een jongen tegen de deur en Naas zijn duim zit er tussen geplet. Heidie bezorgt de eerste hulp en ik ga achter de jongens aan. Ik pak het traagste gastje zijn fiets af en hij begint te huilen. Ik probeer duidelijk te maken dat ik de jongen wil die de deur dicht duwde. In een mum van tijd snorren er een twintigtal iranezen toe, die zich eerst kwaad maken omdat ik kwaad ben en die vanzodra ze begrepen hebben wat er gebeurd is en naas duim hebben gezien plotseling uiterst vriendelijk worden. Heidie vraagt ijs, de iranezen zeggen 3km verder. Ik probeer de jongen die waarschijnlijk de deur dichtduwde om ijs te sturen, zonder succes, maar vijf minuten later komt er toch iemand ijs brengen. Daarna brengen ze nog een halve bak koude limonade en nog wat blokken ijs. De vinger ontzwelt een beetje en is gelukkig niet gebroken. We eten een beetje, een vijs van de uitlaat van de elctrische groep breekt, de temperatuur in de kamion loopt op tot 43 °C en dus rijden we stad in. Weinig spectaculair maar we kunnen toch inkopen doen, dit keer ook een zoute kaas en lekker yoghurt.

We besluiten door te rijden tot een tiental kilometer voor Yazd. Maar de ganse weg van Ardakan naar Yazd is omzoomd door industrie. Bij het binnenrijden van Yazd verdwalen we in een nieuw , half aangelegd industrieterrein op zoek naar een rustige slaapplaats. Daarna rijden we een wijk met huizen van rijkelui in. Mooi straten vol muren, muren en muren, ook als er nog geen huis staat, is er zeker al een muur rond het perceel. De iranezen hebben duidelijk een muuurcomplex. Ook op het industrie terrein stond het al vol muren maar weinig fabrieken.

We parkeren dan maar op een parking voor een moskee waar we volgens de politie mogen overnachten. Als we er een half uurtje zijn beginnen er auto's toe te stromen, en daarna een lange begrafenisstoet te voet. Via de luidsprekers van de moskee kunnen we volledige dienst bijwonen.

Piet en Sofie spelen in een speeltuintje naast de moskee, onder de bomen.

Jazd, zondagavond 12 augustus

(herschreven versie , zie Zahedan)

We kunnen vrij vroeg een auto vinden om ons naar het centrum brengt. We beklimmen het Amir Chakmag complex waar we een prachtig uitzicht hebben over de oude stad met zijn vele windtorens die elk vleugje wind naar de beneden gelegen kamers moeten brengen. Mama blijft echter beneden. Piet ontdekt dat er plank weg is om op de minaret te klimmen, maar papa stoot hard met zijn hoofd tegen het plafond als hij probeert de draaitrap op te klimmen dus gaan we terug naar beneden.

We gaan de bazaar in om nog een poging te ondernemen om een chador te laten maken met de stof uit Ardabil. Nogmaals zonder succes. We kopen wel een nieuwe sjaal voor Barbara, de turkse is op de parking gaan vliegen (uit de daktent gewaaid en niet meer te vinden op het drukke plein)

Door de bazaar komen we in de grote moskee terecht. We fantaseren over de inrichting van een witte zijbeuk als woning, volgens iedereen uiterst geschikt voor ons gezin. Om de zijbeuk aan de andere kant te bewonen zoeken we een vrijwilligers-gezin. De hoodbeuk met zijn prachtige blauwe tegeltjes kan dan voor de gasten gebruikt worden. Piet en Naas ontdekken een trap die naar een oude Khanat leiden, een met de hand uitgegraven waterleidingssysteem dat hier 60 km lang is en ongeveer 15 meter diep ligt.

Aan de hoofdingang (die wij als uitgang gebruiken) vinden we een internetcafé. We informeren naar de prijs (20.000Rial/uur) en besluiten eerst te gaan eten. We nemen een taxi naar het Behesti plein en eten er de lekkerste hamburgers die Naas ooit at. Daarna terug de taxi in naar het internetcafé. Naas tekent er de vlag van Brugge 2002 voor de collectie vlaggen die aan de muur hangt. Heidie, Piet en Sofie gaan naar het postkantoor en komen terug met enveloppen maar zonder postzegels. Moet eerst gewogen worden zeggen ze. Mama Heidie sluit een dail met de beenhouwer van naast de deur: hij zal de chador door zijn vrouw laten maken tegen 18u voor 20.000 Rial.

Na het internetten duiken we via nog een achter deur van de grote moskee de smalle verdwaalstraten in op zoek naar de gevangenis van Alexander de Grote. Na veel vragen en ronddolen vinden we tegen 15 uur de ingang van het gevang maar die is gesloten tot 16 uur. We wachten anderhalf uur en bezoeken dan de gevangenis met ondergronds badkamer en daarna doet de zelfde bewaker ook het graf van de 12 leiders open, waarvan er maar één gekend is. Het is een oud en klein vervallen mausoleum dat ze langs binnen aan het restaureren zijn.

Daarna lopen we nog wat door de smalle straatjes en bezoeken het toerismebureau dat in een oud huis rond een mooi binnenplein gevestigd is. Piet en Naas onderzoeken alle kamers en kamertjes, onder en boven de grond. Sofie ontdekt een ingemaakte kast onder een trap en neemt die inbeslag als haar huis, waar ze samen met haar baby woont. Als Piet op bezoek wil komen denkt Sofie dat Piet haar baby wil kapot maken en is niet meer te troosten. Ik neem dan maar een foto van Sofie in haar huis om het verdriet te sussen. Gelukkig denkt Sofie dat haar (fictieve) baby nu groot genoeg is om alleen te wonen als we het huis verlaten.

We komen nog langs een Mausoleum met blauwe koepel (eigenlijk prachtig, maar we hebben er al zo veel gezien) en tegen 18 uur precies zijn we terug aan het internet-café. De beenhouwer komt buiten met .....tututuduu, tututuduu.... DE CHADOR. Helaas zal de chador zo onpraktisch blijken als we gedacht hadden en zal heidie hem nooit zolang kunnen aandoen als we er naar gezocht hebben.

We doen kiloos inkopen en nemen een taxi naar onze parking. Ijsje, eten en slapen, maar niet nadat we kennis hebben gemaakt met een viertal reizigers: één hollandie (Arnold)., twee duitsers en een zwitser. Twee ervan komen uit Pakistan en zeggen dat de mensen daar vriendelijker zijn dan in Iran en één ervan woont in Singapore en weet ons nog wat interressant nieuws te vertellen. Barbara krijgt nog een extra ijsje van de Nederlander en mag het wisselgeld houden (8.250 Rial, goed voor nog 16 ijsjes).

Tazargan, maandagavond 13 augustus

(herschreven versie , zie Zahedan)

We besluiten nog een ommetje te maken door de bergen. Eerst rijden we naar Taft. Taft is veel groener dan Yazd; een langgerekt stadje langs een uitgedroogde rivier. We rijden het stadje door en terug, niet zeer bijzonder, het staat vol met granaatappelbomen maar die zijn nog niet rijp.We kopen dan maar een wasbakje met een prachtige rode kleur.

De weg naar Tarzargan is bijzonder steil en we gaan dus zeer traag. Wanneer we in Tazargan aankomen kunnen we niet verder omdat in het smalle straatje een tankwagen water aan het lossen is. Een tiental mensen is druk in de weer om te proberen met stukken binnenband de koppeling tussen twee oude buizen die niet in elkaar passen, waterdicht te houden. Het lossen van de tankwagen duurt zeker een half uur. Daarna gaan we iets verder in het dorp eten onder een boom.

Heidie maakt een dorpswandeling met Naas, Piet en Sofie terwijl ik een schuif probeer te herstellen en de wand van de badkamer weer probeer vast te maken aan de keukenkast.

We worden uitgenodigd door een meisje van 19 dat vloeiend engels spreekt; ze studeert vertaler-tolk. Eerst moeten we bij de buren mulberry -sap drinken, thee drinken, meloen eten en nog thee drinken. Daarna moet de hele seremonie worden overgedaan bij haar thuis. Haar ouders zijn in Yazd maar grootmoeder is thuis. Naast de thee en de meloen zijn er ook Popkorrels een computerspelletje (super-mario) Piet en Naas zijn in hun nopjes.

Als de kleintjes slapen gaat Naas mens erger je niet en schaak spelen met de iranese familie, Barbara toont enkele schoolboeken en kijkt in een leuk engels woordenboek met alleen maar foto's. De foto in ons frans boek met meisjes in het zwembad is een attractie voor de ganse familie (buren incluis)

Yassar Abad, dinsdagavond 14 augustus

(herschreven versie , zie Zahedan)

De volgende dag blijven we nog tot de middag hangen in Tazargan. Ik schrijf rappels naar mijn klanten. Ofwel zijn alle banken in België al de hele maand Juli gesloten, ofwel profiteren de klanten van de situatie (jammer).

We rijden naaar Mehriz waar we inkopen doen. Terwijl we een mooi stuk schapevlees kopen komen ze ons gratis brood leveren in de kamion.

We komen weer op de hoofdweg van Yazd naar Kerman en vorderen snel, de laatst 50 km rijden we permanent langs vlelden vol met pistachenoten, een echte monocultuur, in een iets vochtiger vallei in de woestijn. Even voor Rafsangan willen we in Yassar Abad overnachten. De eerste groep informanten kennen geen parking, op de parking van het lokale voetbalveld mogen we niet overnachten, we rijden niet mee met een vriendelijke man die ons bij hem thuis wil laten logeren, tussen de pistachenoten mogen we ook al niet blijven slapen en zodus belanden we terug aan de hoofdweg waar we kunnen camperen naast een baanmoskee. We worden met aandrang gevraagd langs de voorkant van de moskee te parkeren vlak langs de hoofdbaan, maar we opteren om toch aan de achterkant te gaan staan voor het lawaai en omdat er daar minder licht is. Ik moet nog mijn verplicht gals thee gaan drinken bij de bewaker van de moskee,.

Mahan, donderdagavond 16 augustus

(herschreven versie , zie Zahedan)

wat ik hiertussen had geschreven kan ik mij niet meer herinneren

van Yassar Abad naar Kerman woensdag15 augustus

(herschreven versie , zie Zahedan)

De volgende morgen zien we Rafsangan slechts in de verte liggen tussen nog meer pistachenotenvelden, er is een ringbaan rond aangelegd. Maar er is ook niets te zien volgens de reisgids. Enkel is de vorige president (Rafsangani) is er geboren.

's Middags vormen Barbara en Naas de kookploeg omdat ze geen rijst willen eten. De kinderen scanderen "meer frieten, minder rijst,... meer frieten, minder rijst....". Het worden gebakken aardappelen en eieren. Ik probeer het iranese alcoholvrije bier - niet voor herhaling vatbaar. We staan weer aan een pomp waar het water van diep onder de grond wordt gepompt, dit ondergronds water is duidelijk zeer belangrijk voor Iran.

We maken nog een pitstop om 10 liter olie te kopen en komen vrij vroeg aan in Kerman. We zijn verbaasd een mooie rustige plaats te vinden enkele kilometer ten noorden van Kerman in een bos. Een beminnelijk man brengt ons met zijn Pickup terug naar het stadcentrum, hij toont ons twee moskeën en brengt ons naar de ingang van de Bazaar, waarna hij ons met rust laat. We strompelen door de 3 kilometer lange bazaar en bezoeken een prachtig traditioneel theehuis waar we 1 thee en 4 vruchtensapjes bestellen. Er wordt mooie traditionele iraanse lifemuziek gespeelt. We lopen rond het plein van de koperslagers en komen uiteindelijk aan de andere kant van de Bazaar uit. Als we aan de post komen blijken we te laten te zijn: gesloten. Terug richting bazaar, de kinderen willen weer hamburger eten maar we vinden geen aantrekkelijke hamburgertent, het is nu pas zeven uur en veel te vroeg voor de iranezen. De lege "restaurants" zijn nauwelijks als restaurant te herkennen. Uiteindelijk stappen we binnen in een van de grootste restaurants die we tegenkomen en eten er drie proties kip met rijst en twee porties "chelo kebab" (het iranese gerecht bij uitstek: gekookte rijst met een spies schapevlees)

Een taxi brengt ons terug naar het bos, alwaar we zeer rustig kunnen slapen.

Kerman, Joopar, Mahan donderdag 16 augustus

(herschreven versie , zie Zahedan)

's Morgens rijden we naar het stadscentrum, we parkeren langs de Emam Khomeinie straat en stappen opnieuw naar de Bazaar. We bezoeken het badkamermuzeum. Een tradionele gerenoveerde Haman (badhuis) met enkele wassen beelden. Piet maakt vele kiekjes met het digitaal fototoestel en Barbara verzameld foto's van de prachtige tegeltjes aan de muur.

In de bazaar kopen we een ruime lichte pofbroek voor papa Koen en iets later ook voor Naas. Piet voelt zich niet zeer lekker deze morgen en blijft met mama, Barbara en Sofie wachten in een park terwijl ik met Naas naar de post ga. De post is open maar de postzegelverkoper is er niet. We nemen een taxi naar de kamion en middagmalen midden in de hoofdstraat waar het nu zeer rustig is. De siesta wordt hier door eenieder gerespecteerd.

Onze derde poging om onze brieven (rappels aan de klanten van Hokus Pokus) te versturen is succesvol. We kunnen tot vlak voor de post rijden, al moeten we daarvoor een paar blokjes rijden aangezien er hier ook op de meeste plaatsen eenrichtingsverkeer is. Tijdens de siesta is dit echter geen enkel probleem. Van de 35 loketten is er dit maal weer één lokket open: het lokket van de postzegelverkoper.

Om de grote baan te vermijden rijden we via Joopar naar Mahan. Joopar is een rustig dorp dat als bedevaartsoord dienst doet. Bussen vol devote moslims komen hier bidden in een mausoleum. Wij zijn vooral geïnteresseerd in het plafond: duizenden spiegeltjes in een typisch persisch patroon reflecteren het licht naar alle kanten.

We doen nog wat inkopen en vinden kip in blik .

De volgende halte is het mausoleum in Mahan. Als ik de kamion in een zijstraat parkeer, zwaaien er twee mensen vanop het dak van het mausoleum: het zijn de twee duitsers die we in Yazd ontmoetten. We krijgen de telefoonnummers en e-mail adressen van Martin Kunz die in Singapore werkt voor Siemens (MA.KUNZ@GMX.DE). Sympathiek Arnold (de hollandie) is er niet meer bij: hij is op weg naar de caspische zee. Het mausoleum is zeer groot en mooi: drie prachtige binnenpleinen met water en grote bomen. We beklimmen er ook het dak en Piet en Sofie mogen tot helemaal boven in een minaret (een siegarret volgens Sofie). Barbara en Naas zijn ondertussen "thuis" aan het kaarten. Vijf kilometer buiten Mahan parkeren we voor de tuin van een onbekende prins. Als de bussen met lawaaierige iranies weg zijn en we gehaktballetjes met bonen en bulgar hebben genuttigd wordt het rustig om te slapen.

terug naar boven