vijfenveertigste week

Phu Rua Nationaal Park, Vrijdag 10 mei

Deze morgen heeft niemand zin om in te pakken, dus we blijven. In de voormiddag geef ik Naas een uur les SEI: hoofdstuk 3: de bedrijven. Mama speelt wasmachine. Piet op de boeboeks (als een volleerde computerslaaf).

Na de middag vertrek ik met Piet en Sofie naar boven: de berg op. Eerst door het bamboebos en dan door het bos met de woudreuzen om uiteindelijk boven op een bergkam aan te komen waar de begroeiing eerder schaars te noemen is. We hebben een prachtig zicht over de iets hoger gelegen top van de Phu Rua berg en aan de andere kant de zeer wijde omgeving. Rond vier uur begint het weer te rommelen (Sofie hoort donderblokken) en willen de kinderen naar beneden. Piet gaat in vierde versnelling naar beneden, en ik neem Sofie op de schouders maar kan Piet nauwelijks bijbenen. We zijn dubbel zo snel beneden als de klim duurde en precies op tijd voor de regen.

Phitsanulok, Zaterdag 11 mei

Vandaag staan er 200 thaaise kilometers op het programma. Met een volle watertank bollen we weer naar Phu Rua city. We genieten van het prachtig landschap. Even voorbij Dan Sai zien we links van ons het hooggelegen plateau van het Phu Hin Rongkla nationaal park. De hemel is prachtig bewolkt en af en toe krijgen we een buitje. We rijden rustig door de heuvels naar Nakhon Thai waar we een seven eleven en een restaurant vinden waar we rood varken en kip met rijst eten. Na de middag rijden we langs het Thung Salaeng Luang nationaal park en komen zo in de centraal thaaise vlakte terecht, midden in de rijstvelden.

Dertig kilometer in de vlakte komen we in Phitsanulok (100.000 zielen) waar we op wrede wijze met het einde van onze reis worden geconfronteerd. Op een doordeweeks kruispunt staan er twee wegwijzers: Yangoon 670 km en..... Kuala Lumpur 1.860 km!!!!! Ik ben de eerste die het hoge Tesco-Lotus reclamebord tussen de bomen zie gluren. Ik lees lekker alleen een hoofdstuk Harry Potter vooralleer de kroost te volgen in deze maxi-supermarkt. Met een volle kar luxeproducten rijden we de stad in, maar de Wats liggen langs de grote weg en dus besluiten we de stad uit te rijden op zoek naar een overnachtingsplaats. Tien kilometer buiten Phitsanulok slaan we een mooie laterietweg langs een irrigatiekanaal in, de rijstvelden in. Na vier kilometer hebben we nog geen enkele bewoning in zicht en wordt de wegel veel slechter, het begin ook te regenen waardoor de aarde zeep wordt. Een poging om de non onder een boom de plooien mislukt en we rijden enkele honderden meter terug waar we tussen de kikkers onze tenten opzetten. We staan hier echt midden in de rijstvelden die voor meer dan de helft onder water staan. Er zijn hier zoveel muggen dat enkele harnekkigen er zelfs in slagen onze muskietentent binnen te dringen en ons 's nachts lastig te vallen. De rijstboeren die ons voorbijrijden, laten ons echter met rust.

Sukhothai, Zondag 12 mei

Ontbijt tussen de rijstvelden waar hier en daar een rijstboer een chemische regen produceert om zijn rijst tot volle groei te krijgen.

We rijden Sukhothai voorbij via een spiksplinternieuwe lege viervaks ringweg en komen zo tegen elf uur in het "Sukhothai Historical Park". Van de oude thaaise hoofdstad, die rond 1250 bloeide, blijven enkel de stenen kernen van de vele Chedis en de kolommen van de Vihara's over de mooi zijn gerestaureerd en nu omgeven zijn door een prachtig park met veel water waar vroeger de houten stad stond.

Enkel Sofie is nog geïnteresseerd in nog meer tempels en boeddha's zodat het bezoek aan Sukhothai beperkt wordt tot een wandeling door de centrale stad en dan vooral de grote Wat Mahathat (het grote element). Barbara levert tuna-sandwiches en dan gaan we zuid, de 1272 op, die niet op onze kaart staat. Na 25 kilometer door droge rijstvelden met daarachter een heuvelrij met dreigende onweerswolken, loopt de weg dood op een nieuwe stuwdam. We parkeren op de dam en Naas, Piet en Sofie gaan onder het waakzaam oog van mama Heidie, zwemmen en luchtmatrassen. Pa vult de dagboeken aan (die al vijf dagen achterstonden). Barbara doet de afwas, kuist de vloer en ... naas loopt er expres met zijn vuile voeten door !

Kamphaeng Phet, Maandag 13 mei

We waren dus gisteren verdwaald, maar no worries mate. De weg naar Kamphaeng Phet is snel gevonden, we waren maar enkele kilometer verkeerd gereden. Aan het eerste kruispunt blijken we op de oudste weg van Thailand te zijn, die er zeer modern uit ziet. Tussen de rijstvelden staan hoe langer hoe meer bomen en achter de velden in het westen zien we nog steeds de prachtige hoge heuvelrruggen.

We bollen naar het 60 km verder gelegen Kamphaeng Phet, waar we de ruïnes van de 800 jaar oude tempels, paleizen en forten gewoon langs de weg staan. We rijden de bakstenen Chedis voorbij en in het centrum van het stadje houden we halt voor de .... seven eleven. Naas en Barbara bereiden drekkies in de salad bar en Heidie betaald, no worries mate.

We slokken de drekkies (hammies en hotdies) binnen aan onze tafel en snorren naar het cyberhok waar we drie computers voor twee uur onveilig maken. De zoektocht naar een paar ijsblokken eindigt op bizarre wijze. Eerst waren we in drie windrichtingen op zoek gegaan en telkens werden we terug naar de richting van de kamion gewezen. No worries mate. We gaven de zoektocht bijna op toen een vriendelijke man ons naar links wijst met de uitspraak "karjoew" en inderdaad twintig meter achter onze kamion is er een steegje en in dat steegje een klein ijsfabriekje met spotgoedkoop ijs. No worries mate.

Even later bereiken we de "Asia one highway" die Istambul met Singapore verbindt, en we gaan naar het zuiden. 65-70 km per uur tot we na zowat vijftig kilometer links van de weg een groep hoge en steile kalksteenrotsen ontwaren. We gaan een Wat-achtige poort door en komen twee kilometer verder aan de Monkey mountains. Er is een avondmarktje waar we barbie chicken, en stickie rice eten. De zon gaat onder en ik ga met Sofie en Piet de apen zoeken die op honderd meter van onze non blijken te wonen. No worries mate. We zien duizenden nee miljoenen (zonder de normale overdrijving) vleermuizen die naar het westen zwermen in sierlijke krioelende krullen.

P.S. voor zij die het nog niet wisten, we lazen het tweede aussie verslag van Stef Dhondt, de wereldreiziger. En we citeren het slot : "Vele groeten,Hannah, Arne, Ann en Stefaan Oja, vergat ik nog te vertellen dat Australiers om de drie zinnen, te pas en te onpas No worries, mate. "

Zuidwaarts, Dinsdag 14 mei

De vleermuizen en de apen hebben ons rustig laten slapen, maar als Sofie haar tent uitkruipt is haar eerste zin: "kijk daar, een aap". Vandaag volgen we de "azia one" tot in Ayutthaya op verzoek van Barbara zullen we daar een dag blijven vooralleer de oversteek van Bangkok te wagen. Blijkbaar rijdt er toch heel veel volk van Istambul naar Singapore want de snelweg (ja we zijn weer in Thailand en hier zijn de grote wegen zo goed als echte snelwegen, met uitzondering van een rood licht om de veertig kilometer of zo) is redelijk afgetakeld, vooral het linker vak zit vol bulten en gaten. Er passeren een tiental reusachtige legervrachtwagens voor tankvervoer die elk op 24 banden van onze maat rijden en zlefs elk vier reservewielen hebben.

Tegen drie uur zijn we op de Wat Phra Meru waar we in februari ook overnachtten. We rijden nog een elektriciteitskabel door en daarna vertrekt Heidie met de drie oudsten per tuktuk naar de ... Tesco Lotus. Sofie leert mij speciaal eitje bakken en neemt haar douche. Net als Sofie zal gaan slapen komt er een Songthaw oprijden met veertien zakken van de Tesco Lotus en vier bruggelingen.

Wat Na Phramane ofte Wat Phra Meru, Ayutthaya, Woensdag 15 mei

Voor Sofie haar tent uitkruipt is haar eerste zin: "kijk daar, een eekhoorn". Na het ontbijt aan het groen zwart gestreepte betonnen tafeltje onder de gigantische door een wurgficus overwoekerde boom roepen we Hilde en Hanne wakker. Dit blijkt een vergissing te zijn, dit had precies drie maanden geleden moeten gebeuren op hun voorlaatste of laatste dag alhier. We vinden de 29°C om zeven uur dertig eerder fris, zouden we stilaan toch een beetje aan het subtropisch klimaat wennen.

Naas vertrekt met de vrouwen naar de markt omdat Barbara haar gigantische Wibra-voorraad wil aanvullen. Ik blijf met Piet alleen achter. Piet leest en stempelt hiërogliefen terwijl ik de sifon van douche en WC onderhanden neem.

Van de reporter terplaatse:

Ja, wa peis je, 't is al halfmei en we leven nog! Het is avond en donker en er waait een frisse bries door onze camping (fris is voor ons 30°C, een camping is een een wat) Vanmorgen vroeg gewekt door een rijdende fruitwinkel die bij de nonnekens zijn waar kwam aanprijzen via de microfoon, aardig.

Koen en Piet blijven bij de non, de rest neemt een tuctuc naar de markt, want Barbaras wil haar vers aangelegde collectie plastieken kabatjes, toiletzakjes, geldbeugeltjes, etuitjes, oorrringen, haarspelden en meer van dat spul grondig aanvullen. Wij denken dat zijn in Brugge een Wibrabara zal openen. Als we rond twaalf uur terugg thuis zijn hebben we ook al het postkantoor bezocht maar natùùrlijk vergat ik een paar brieven, die al weken of maanden op de post liggen te wachten. Misschien moesten we daarom een jaartje weg, om te beseffen dat er toch niets meer aan te doen is....

Terwijl wij aan het markten zijn werkt de riesleider op zijn computer en vindt Piet nieuwe letters uit (aangezien hij de oude vergeten is). Na de middag gaan Koen en de twee grote gaan internetten. Terwijl de kleinsten spelen, computeren, enz... en moeder maar eens de dagelijkse was wast. Na enkele uren van rust komt Koen terug, waarna hij met behulp van een monnik een nieuwe telefoonkabel spant, want gisteren reed hij er één in frieten. Na enig geploeter hangt er een nieuwe kabel, maar de telefoon doet het niet.

Piet en Sofie worden vakkundig afgespoten met de tuinslang van de Wat. Ze vinden het zalig en krijgen er niet genoeg van. Na een bordje spaghetti mogen ze naa bed met een boek, want het is nog niet helemaal donker. De twee tieners zijn ook thuisgekomen en Naas komt me zeggen dat pa een "internet-softy" is. Piet glundert als hij de mail van vriend Wolf leest, en het schrijven van vriend papa Pol doet er ons er alweer aan herinneren dat het bijna finito is. De einde-schooljaar-drukte is ver van ons bed dit jaar.

Deze avond heeft Barbara veel last van waarschijnlijk een ontstoken kaakbeen, en Koen is verslaafd aan een thriller (the firm) en ligt vol enthousiasme te lezen. En ik hoop op een schoon moesonregentje, de hemel is er klaar voor. Ik wens alle schoolgaande jeugd en studenten een goede blok en voor Oliver weer allemaal A's!! Studeren jullie maar dapper, wij zullen intussen nog even de Thaise en Maleise stranden testen!

Rond Bankie, Donderdag 16 mei

We proppen de nieuwe rommel in de buitenbakken en diepe antibiotica op voor Barbara's ontsteking. Het nonnetjes zit nog steeds zonder telefoon niettegenstaande de spiksplinternieuwe kabel, haar trendy telefoon begint zelfs niet de flikkeren als ze de hoorn opneemt. De driekoppige Boeddha van 80 cm hoog die naast de telefoon zit kijkt beteuterd. De monnik die onze public relations verzorgd (iti's monnik is er blijkbaar niet of niet meer) komt erbij en belt naar de telefoonmaatschappij die deze namiddag zal komen kijken. Ze weigeren geld voor de herstelling en na meer dan een half uur vertrekken we dan maar zonder dat de telefoon hersteld is.

De eerste 40 km reden we al eens richting luchthaven. Dan nemen we de outer-ring-west die hier in het noorden vrij ver buiten Bangkok ligt en tussen de rijstvelden zijn weg zoekt naar het zuiden. Een donkere wolk komt op ons af en van het ene ogenblik of het andere zitten we in een echte moessonbui, de nog droge rijstvelden veranderen in een kwartier tijd in echte moddelpoelen (maar dat is dan ook de bedoeling). Wanneer we echter pal west van Bangkok komen wordt het nogal druk. Gelukkig zijn er hier vier maal drie vakken plus vier pechstroken zodat het verkeer toch nog vlotjes blijft. Wanneer er echter iets verder tengevolge van werken slechts tien van de twaalf vakken beschikbaar zijn, staat het verkeer eventjes stil.

De chauffeur is gelukkig als we de werken op de N4 voorbij zijn en we eindelijk weer op een gewone viervaks expresswegkomen zonder rare op en afritten, met slechts af en toe een linker of rechter U-turn. In Samut-Sokhon nemen we een korte pauze en dan gaan we in Samut-Songkram de snelweg af, net voor de brug over de Mae Klong rivier. We stoppen in de Wat Satthaatham die langs de rivier ligt en waar Sofie en Piet kunnen schommelen en glijbanen terwijl ik me op een trap naar de rivier zet te lezen met een blikje koude Singha.

terug naar boven