De Indiase en Nepalese goden zijn gewoon fantastisch.

En dan ook letterlijk fantastisch, ze zitten vol met fantasie. Daar waar bij ons zelfs het oog van 'god ziet u' zeldzaam aan het worden is en dus enkel de gewone heiligen overblijven die men enkel aan een sleutel of een staf kan herkennen hebben ze hier alle soorten goden.

De leukste van allemaal voor de kinderen is natuurlijk Ganesh

Ganesh is immers een olifant met vier handen en twee voeten; soms heeft hij ook zes of acht armen. Altijd een mooie kroon op het hoofd en veel armbanden en kettingen en oorringen. Ganesh kan melk drinken uit een lepeltje.

Ganesh is de god van de wijsheid en voorspoed.

Hanuman is een aap.

Een aap met een dikke smoel en een zwarte pruik op het hoofd. Meestal is hij zeer fel oranje van kleur en soms zien we in de dorpjes metershoge betonnen oranje apen. Hij bewaakt vele poorten van paleizen.

Hanuman is de god van de devotie.

Brahma is een gewone mens.

Hij heeft echter niet alleen vier armen maar ook vier hoofden, zodat hij alles kan zien.

Kali is een griezelige god.

Kali zie je meestal met zijn tong uit de mond. In zijn vier handen vind je bij een gekromd mes, een drietand, een hoofd waar bloed uit druipt. Zijn halsketting bestaat uit aan elkaar geregen hoofjes en zijn kleur is meestal blauw.

Het is de god van de vernietiging.

Bhairab is al even griezelig

Hij is zwart, danst op een lijk, heeft een haartooi en een buikriem van schedels en zes handen vol bizarre wapens. Rond zijn hals hangt een slang, hij heeft starende ogen.

Bhairab is eigenlijk Shiva als Shiva bang is en daardoor van gedaante verandert.

Er zijn nog veel meer goden in alle kleuren en vormen, en ik denk dat je hier zelf je eigen god mag uitvinden.

Maar vergeet niet voor elke god moet je een ongelofelijk verhaal hebben, hij ziet er zeker niet uit als een gewone mens of een gewoon dier en hij heeft niet alleen rare eigenschappen en attributen maar ook felle kleuren, kortom fantastisch.