achtenveertigste week

Naar Maleisië, Vrijdag 31 mei 2545

Van de reporter terplaatse:

Het ontbijt is verorberd, de boel is wat opgeruimd , nu alleen nog wachten op de schone slaapster, die (on)gelukkig wordt gewekt door een toffen typ die met z'n autotje of liever zijn radio op wielen de stilte komt vermoorden.

We laten Narathiwat achter en bollen richting Maleysië. Ongeveer zeventig kilometer later bereiken we Sungai Kolak, alwaar we zonder moeite Thailand kunnen verlaten. De snuggere douanier merkt op dat onze carnet de passage en douane niet geldig is Thailand, maar het computerdocument dat we van de douane in Non Khai kregen is voldoende. Maleisië verwelkomt ons even vlot en zo zijn we dan in ons laatste land, nietwaar zegt Piet, België is ons laatste alnd.

We vinden een grensrestaurantje alwaar we voor de verandering rijst eten, "behalve niet" Sofie, ze blijft in de non want ze heeft geen honger meer.En dan is het grote familieraad, wat nu? The beach of the city? Het is snikheet en dus word er gekozen voor de frissere zeewind. Langs de binnenwegen bereiken we een uur later Tumpat waar we vijf kilometer verder een resort vinden op een landtongetje. Het is er vrij druk, maar het zijn bijna allemaal dagjestoeristen. Moslimtoeristen, dus pikniktoeristen. Als het in de vooravond begint te regenen druipen die snel af. Piet en Sofie moeten wachten tot de ergste regen voorbij is om te kunnen gaan slapen, in de tropische regenbuien wordt je zuipend nat in enkele seconden, en dan weten dat het hier pas om zeven uur dertig donker is, ze zitten dus lààt in bed.

Kotha Bahru, Zaterdag 1 juni 2545

Van de reporter terplaatse:

Van de moessonvlaag van gisteravond is niet veel meer te zien. Weer warm vandaag, te warm om de boel op te ruimen, maar het moet. Een stel half beschimmelde winterkleren die gisteren tevoorschijnkwamen uit de buitenbakken omdat de filter van de waterpomp verstopt zat, vliegen in de was. De meeste echter in de vuilbak. De drie paar beschimmelde winterschoenen die we gisteren reeds in de vuilbak deponeerden staan vandaag netjes blinkend vij het huisje van de receptie, klaar voor een nieuw Maleisich leven.

Op de middag gaan we lekker vis eten in een restoran op het water. We toasten in gedachten op papa luk, en verbazen ons over het feit dat de andere restaurantbezoeker allemaal drie bollen rood en groen roomijs als voorgerecht nemen.

We rijden naar Kotha Bahru, een grote stad. Koen heeft een bank nodig en een fax. De eerste poging om contacten te leggen met shipping compagnies in Port Klang mislukt: today is a special hliday zodat de faxmachines in Port Klang afliggen. Bij de bankmuurmachine wordt Koen even afgeleid door zijn grote zoon, zodat de geldspuger de 1000 Ringits weer inslikt. Een telesefoontje naar de bank dus, waar men weet te vertellen dat dat euvel moet geregeld worden via onze bank in den belgiek. Een tweede poging lukt gelukkig wel.

Intussen zit Piet op zijn gemakske alleen in de warme non. De meisjes gaan winkelen en neuzen in een grote departmentstore rechtover de non.

Aangezien we hier in stad niet veel meer vanzins ijn, besluiten we maar naar Kuala Besut te rijden, zo'n veertig kilometer zuid, vanwaar we de boot kunnen nemen naar snorkelland. Het is nogal redelijk ferm druk op de weg, we rijden via een verkeerde uitvalsweg de stad uit en na veertig kilometer zijn we weer aan de zee, maar nog niet in Kuala Besut. Koen krijgt het op zijn zenuwen, we zullen Kuala Besut niet meer halen op een deftig uur, dus zoeken we onderweg een slaapplaats. Vriendelijke moslims laten ons parkeren op een groot suk grasveld, weg van de weg, tussen de coconut en hier en daar een huisje. We eten zelfgebakken kippeburgersbroodjes en gaan vroeg slapen.

Naar Kuala Besut, Zondag 2 juni 2545

Vanuit ons cocosveld zijn we in minder dan een uur in Kuala Besut. We kuieren door het toeristisch havenstadje op zoek naar een snorkeltrip voor morgen. Na wat toeristenbureau shopping vinden we een kantoor met een vriendelijke man die ons een simpel voorstel doet: neem de fast boat om negenuurdertig, huur snorkelgrief op het eiland en keer om vier uur terug. Hij wijst ons ook een slaapplaats twee kilometer verder aan het strand.

We eten een weinig in een plaatselijke zelfbediening en vertrekken dan kort na de middag naar het strand waar we de ganse namiddag lezen en luieren.

Perhentian eiland, Maandag 3 juni 2545

Van de reporter terplaatse:

Van onder onze muskietennetten zien we boven ons, tussen de bomen door de sterren blinken, maar ook regelmatig weerlicht en we horen "donderblokken". Midden in de nacht voelt Naas de regendruppels, en na enig getwijfel worden dan toch de tenten opgezet (wat half slapend geen gezellige bezigheid is) Het bleek onnodig. Vlakbij de tent stond een straatlamp al uren te flikkeren, de tent verminderde gelukkig het leed.

Om acht uur springen we uit ons bed, we willen over een uurtje de speedboot nemen naar Perhentian Island. We parkeren onze non een busparking dichtbij de pier, kopen in de vlugte nog een brood en vier ticketten.

De Veronica is een echte speedboot voor twaalf personen, de twee Mercury 250 motoren hebben er wel zin in en stuwen de boot met de neus hoog opgericht recht het zeegat in. Eenentwintig kilometer in minder dan een half uurtje huppelend (en af en toe bonkend) over de kalme zuid chinese zee. Een maagdelijk eiland. En vooral het blauw van de bountyreclames, de kokospalmen zijn er ook, maar daar zijn we nu eigenlijk niet voor gekomen. In het Coral Reef Resort huren we vier duikbrillen en snorkelpijpen van goede kwaliteit, en dan het water in.

En t'is de moeite. Vanzodra we onze brillen in het water steken, op nog geen vijf meter van het strand verschijnen de eerste tropische vissen. Alle vormen en kleuren, veel fel licht blauw, verkeersgeel, paars, en ook gewone grijze of half doorzichtige vissen. Met vlekken, streepjes of stipjes. Met lange snuiten, met peervormige koppen en platte of ronde viskoppen. Bekken met lippen of sterke tanden om in het koraal te bijten. Als we niet ademen kunnen we de grootste vissen zelfs horen bijten. Ze zijn dan ook zèèr dichtbij, je zwemt of drijft er werkelijk tussen. De snuitvissen zwemmen op minder dan vijf centimeter onder het wateroppervlak. En de kleine lange oranje blauwe visjes komen af en toe proeven of we lekker zijn, of komen ze gewoon de vuilnis van ons vel kuisen, zoals ze bij de andere grote vissen lijken te doen? De bijzonderste vis die we zien is een blacktip shark, jawel een echte haai van ongeveer één meter lengte.

En das nog nie alles. Al die bijzondere vissen zwemmen niet zomaar in het helderblauwe water waar we de bodem zeker tot op een meter of tien kunnen zien. Alhoewel het grootste stuk van het onderwaterparadijs dat we bezoeken maar heel ondiep is, soms minder dan een meter. Neen deze zwemmende beestjes houden alleen van koraalriffen. Er zijn hier tientallen verschillende soorten koraal. Een wirwar van takjes, of bolvormige of plateauvormige koralen (soms wel twee à drie meter in diameter). Meestal bruin gekleurd maar sommige ook fel groen of met een zeer mooi patroon erop. Verder zijn er nog zeeanemonen die mooi waaieren en gigantische schelpen die fantastisch kleurrijke monden hebben met zeer grillige vormen.

Kortom t'is lik in de boekstjes op of liever national geografic channel, want het beweegt allemaal echt.

Piet kan al dit moois al op eigen houdje bekijken, en fier dat hij is. Sofie was gisteravond al zenuwachtig om te gaan snorkelen dus wil ze ook al die vissen zien. Het ademen door de snorkelbuis is iets te moeilijk voor haar maar met haar bandjes aan en een echte duikbril op haar hoofd leert ze snel om lang haar adem in te houden en dan haar hoofd op te heffen om te ademen. Ze is natuurlijk wild enthousiast dat ze ook alle mooie vissen en koralen kan zien.

Piet en Sofie zijn dan ook pompaf als Veronica om vier uur ons komt oppikken. We gaan nog een paar andere passagiers oppikken aan de andere stranden en dan volle bak naar het vaste land. Een halve kilometer voor het vaste land moeten alle passagiers plotseling een zwemvest aandoen, we vinden dat raar. Maar even later is alles duidelijk: de marin police controleert alle boten die de haven binnenvaren, en er zitten veertien volwassenen en zeven kinderen in de boot voor maximum twaalf personen! Na wat papiergedoe tussen kapitein en agenten, mogen we verdervaren naar de haven waar we in een restaurantje ons avondmaal nuttigen vooraleer we terugrijden naar de kampeerplaats van vorige nacht. Hier begin ik verwoed te typen terwijl de reporter terplaatste de nodige ondersteuning heeft om het dagboek van een ganse week op het scherm te krijgen.

Naar Kuala Terrenganu, Dinsdag 4 juni

Van de reporter terplaatse:

Kuala Besut. Ook deze nacht heeft de lamp geflikkerd, zij het niet constant, maar we hedden er ditmaal geen last van.

Vandaag rijden we naar Kuala Terrenganu. We volgen de hoofdweg tot Bandur Permaisuri. Daar is een marktje aan de gang. We kopen er wat rode en oranje groentjes. De vleesafdeling wordt van extra proteïnen voorzien in de vorm van trosjes vliegen. Ziet er niet erg smakelijk, noch gezond uit.

We kunnen ofwel de grote baan blijven volgen, of "the beach road" nemen. We kiezen natuurljk voor dat laatste. En weer: kilometers verlaten stranden, kokospalmen, eenzame visserssloepjes en een machtige blauwe zee. We houden middaghalte en smikkelen ons groentenfestijn met patatjes. Natuurlijk worden de ijsblokjes voor de frigo weer aan huis geleverd, door een vrachtwagen van ATLAS (de chauffeur komt zijn middagsiesta houden aan het strand)

Na de middag rukken we op naar Kuala Terrenganu. We tanken, allicht voor de laatste keer deze reis, goedkope diesel en vullen de wwatertanks bij. Er zit weinig druk op het water en het duurt erg lang. Intussen stapt een sjieke Malei op Koen af en vraagt hem op de man af of hij misschien ingenieur is. Koen bevestigt, en de man zegt: "only engeneers do crazy things, i'm electrical engineer".

In de later namiddag rijden we de stad door en volgen de weg tot aan het strand waar we hopen een geschikte kampplaats te vinden. Na een wandelingetje over een sjieke brede nieuw aangelegde promenade komen we op het echte strand terecht. We keren terug naar de non en rijden een toer om bij onze uitverkoren plek te komen. Helaas op 100 meter van de non bevindt zich de A&W, één of andere soort amerikaanse drektent. Ongelofelijk ongezellig maar de jeugd is tevreden. Als Piet en Sofie in bed liggen gaan de oudsten naar een internetcafé zo'n kleine kilometer verder. Ze waren echter vlug terug, het was "ferme gesloten".

Kuala Terrenganu, Woensdag 5 juni

Terwijl de Terreganezen hier komen uitrusten, meestal vanuit hun auto die ze onder de bomen om het strand rijden, genieten wij van een laat ontbijt op het strand.

Gisteravond waren de cyberhokken gesloten maar deze morgen (het is al bijna middag) hebben we meer geluk. De server van Tiscali doet het echter niet en dus kunnen we de mails op rijst@wol.be niet ophalen. Via internet vond ik vorige maand een lijst van alle shipping companies in Kuala Lumpur echter alleen met telefoonnummers en faxnummers. Vandaag zoek ik de bijbehorende email-adressen op. Voor bedrijven met een website is dit gemakkelijk, voor de andere vrijwel onmogelijk. Na een uurtje heb ik toch een tiental prijsvragen verstuurd, onder andere ook naar P&O nedloyd in Antwerpen (adres gekregen van Caroline die bij P&O Zeebrugge werkt). In hetzelfde kantoor kan ik ook faxen. Van de 22bedrijven die ik van de lijst koos kan ik er toch 16 per fax bereiken, maar dat neemt wel weer een uur in beslag, zodat het al drie uur is als we weer op het strand zijn.

Piet leerde knopen maken: de enkele knoop, de vissersknoop .... en is fier om ze te tonen als we terug zijn van onze cybertocht.

Naas ontdekte dat de tribune die we zien vanuit de non die van een groot zwembad is, en om vijf uur steken de vier kinderen de baan over naar het stedelijk zwembad van Terrenganu. Er is een kinderbadje waar Sofie voor het eerst leert in het juiste tempo ademhappen: nu kan ze ook echt zwemmen. Barbara ontdekt dat de vrouwen een appart, volledig afgeschermd zwembad hebben waar ze ook in bikini en badpak kunnen zwemmen. Het is gesloten met een hek die voor elke bezoekster afzonderlijk wordt geopend. Aan het kinderbadje hebben de vrouwen hun lange kleren en hoofddoeken aan.

Ondertussen ga ik via het strand te voet naar het stadscentrum. De tocht over het strand is boeiender dan de stad, die vollop aan het muteren is van een traditioneel Maleisische stad met lage houten huizen, naar een troosteloze betonnen stad.

Heidie zette haar beste beentje voor ten opzichte van een journalist van de lokale schrijvende pers: "Me....eu....english.....eu speak...eu.....no....Husband....eu.... to city....eu" en weg was de journalist.

Kuala Terrenganu, Donderdag 6 juni

Na het ontbijt is er weer een andere journalist (misschien van dezelfde krant) en ik kan moeilijker ontsnappen. Zijn vragen zijn nogal slapjes en met onze namen , onze URL en enkele fotoos is hij na een half uurtje weer weg want van een familiefoto is er geen sprake want Barbara en Naas zijn weer vertrokken naar het wereldwijde web, en Heidie is met Sofie ontsnapt naar de vijf meter lager gelegen waterlijn. Piet oefent nog wat knopen in. De mecanicien van dienst opent z'n gereedschapskisten en vult de achterste batterijen (die de laatste dagen een paar volt te weinig porduceerden), ontroest het slot van de badkamer (want Sofie kan het niet meer alleen opendoen), steekt een nieuw lampje in de keuken (mist de nodige kunstgrepen, want de nepalese reservelampjes hebben niet dezelfde afmetingen als de originele), en smeert wat grijze pasta aan een lekje in het uitlaatsysteem.

Op de middag eten we noedels op het strand. Naas mag kiezen wanneer de les economie zal beginnen en het wordt drie uur. Tijdens de speeltijd moet we de vliegertouw ontnestelen en direct na de les vertrekken de vier kinderen weer naar het zwembad.

''s Avonds vermurwen de drie oudste kinderen ons om drek van de Kentucky Fried Chicken te eten, ze gaan het gaan halen naast het zwembad en genieten ervan.

terug naar boven