tweeënvijftigste week

Volgens wel ingelichte bronnen zijn er slechts tweeënvijftig weken in een jaar, en dit zou dan wel eens de laatste week van ons rijst- ofte reisjaar kunnen worden.

Vrijdag 28 juni

Vandaag moet de PLBH Utara zich bewijzen. Volgens uncle Lim van P&O Malaysia kunnen ze hier latchen, exporten en naar de kaai transporteren binnen de 12 uur. "We are a five star company". Afspraak om 10 uur aan de Wisma-C.

Naas is al vroeg vertrekkensklaar op de parking, de oudjes vegen het laatste nachtelijke zweet af van de veel te hete gedwongen binnenrust. Om acht uur dertig rijden we de Jalan Raja Laut op, we rijden rond de brown building en zien al snel dat er daar geen oprit is voor de snelweg naar Klang. Ons duiveninstinct brengt ons tot aan het oude station maar dan loopt het helemaal mis. Een gevaarlijk manoeuvre kan nog juist voorkomen dat we helemaal de weg naar de Noordpool op zijn en de lokale politie probeert ons de goede weg op te krijgen, maar de haven van Port Klang blijkt hier niet te bestaan op de talrijke wegwijzers. We raken nog een tweede maal de stad in (waar we niet willen zijn) en vinden dan uiteindelijk toch weg die naar het westen loopt. Via een paar ingewikkelde bochten komen we tien kilometer verder zelfs op een snelweg die naar het westen loopt. Twee snelwegen en een viervaksbaan verbinden Kuala Lumpur met Port Klang , waarschijnlijk is het daarom dat we de weg niet vonden.

We komen dus te laat op onze afspraak, maar het bedrijf dat voor de latching moet zorgen heeft ook zijn plannen gewijzigd. In plaats van alles op de kaai te doen zullen ze de Flat-Rack naar hun bedrijf transporteren en daar de kamion op de Flat vastmaken. Een uur wachten dus. Dan vijf kilometer rijden naar het latchingbedrijf achter de auto van Benny aan. Het is al laat na de middag als de kamion eindelijk op de Flat-Rack staat. Deze keer is het immers geen "collapsable rack" zodat ik zeker tien keer drie meter naar voor en tien keer drie meter naar achter moet rijden vooraleer we tussen de twee muren van de Flat-Rack staan. Mijn armspieren hangen er slap bij in mijn in het zweet ondergedompelde oranje iranees hemdje. Gelukkig beseft Benny dat we honger hebben en brengt hij ons naar een "sea-food" restaurant, waar we een laat middagmaal krijgen aangeboden door P&O. Ondertussen werd een side-laoder besteld die net aankomt als wij weer bij de non zijn. De side-loader wordt naast de Flat-Rack geparkeerd en heft de Flat met non en al op zijn oplegger. Een merkwaardig zicht om onze kamion achterste voren op een andere vrachtwagen te zien wegrijden, richtig kaai. Wij volgen om eventueel de douane in de kamion binnen te laten. Een babbel van vijfendertig seconden is echter voldoende om de douanier op de kaai te overtuigen dat we geen smokkelaars zijn.

Nu moeten we enkel nog wachten op het papierwerk. Benny weet niet goed wat hij met ons moet doen en brengt ons door het veel te drukke verkeer naar een grote shopping-mall. Als we goed en weg in de shopping-mall een drankje hebben genuttigd blijken de douanepapieren al in orde te zijn. Benny rijdt ons terug naar Klang waar we de carnet de passage en douane ophalen. Ondertussen is Uncle Lim op weg van het head-office van P&O in Kuala Lumpur naar Klang. Hij heeft de laatste papieren mee (waarmee we de non in Antwerpen hopen terug te krijgen) maar staat in de file. Wij vertrekken dan maar richting KL en spreken ergens halverwege af. We vinden Uncle Lim terug langs de weg en regelen de papieren en vooral de betaling op de motorkap in de stijl van echte drughandelaars, grote hoeveelheden cash-US dollars en maleisische ringits die geteld en herteld worden. Benny haalt zijn vriendin op aan haar werk en brengt ons dan naar Ben Soo.

Van de reporter terplaatse:

In

Kuala Lumpur, Batu Caves, Zaterdag 29 juni

Van

Kuala Lumpur, Zondag 30 juni

Bangkok, zondag 30 juni

Istambul, maandag 1 juli

Zaventem, maandag 1 juli

Sint-Michiels Brugge, maandag 1 juli