drieënveertigste week

Vinh, Vrijdag 26 april

Van de reporter terplaatse:

De samenwerkende vennootschap P.S.H. zorgt ervoor dat reeds om zeven uur de ontbijttafel klaar staat. Een ruim uur later hebben we eindelijk ook volk genoeg om te kunnen toslaan en Naas bakt ook nog ei met spek, wat een geïmporteerde luxe! Koen herstelt het knopje van de pomp en daarna blijkt de omvormer niet meer te werken; dus de boel weer openvijzen. Ma wordt gestoord tijdens een ontsmettingsbeurt van onze koninklijk badkamer met wc door onze schone slaapster die nu ook al in de gaten heeft dat het al ferm warm aan het worden is, en dus ook is opgestaan.

Als we bijna vertrekkensklaar zijn komt voor de verandering eens een winstruikende Vietnamees van zijn tak maken omdat we zogezegd een stukje pad hebben kapotgereden. Of dat waar is weet ik niet , maar wel dat diezelfde typ gisteravond zelf heeft gezegd waar we moesten rijden. We maken dat we vlug wegkomen, bijna komen we vast te zitten in het zand, en iets na tienen verlaten we de kust van de golf van Tonkin en een uurtje later houden we halt in Vinh waar de laatste Vietnaamse inkopen moeten gebeuren. In verschillende etapes doen we drie plaatsen aan. De Maximarket blijkt een supermarkt te zijn met wat import artikelen. Niet veel zaaks maar eindelijk vinden we nog eens boter tot grote vreugde van Koen. Op de grote markt moet Barbara nog haar laatste dong kwijt: we vinden er gelukkig veel jong dames spullen zoals haarspelden, plastieken etuitjes, geldbeugels, enz, enz... Ik koop nog heilig water voor de diarrelijdenden onder ons en de typische handschoenen met hele lange mouwen die de vrouwen hier dragen om toch maar zo bleek mogelijk te blijven. Ik kocht ze in een donkerroodbordeau, en weet nu al wie ik daar zeker plezier zal mee doen in de schone stad van Brugge!

Terwijl Barbara en ik aan het markten zijn speelt Koen een beetje met de kindertjes, zalig we staan heerlijk geparkeerd in de zon, Het wordt verrekt warm, 35 °C in ons huis is heel gewoon. Terwijl ik nog vlug een potje afwas afwas, haalt Koen nog wat groenten en fruit en Naas wil geen koffertje kopen omdat ze te veel geld vragen (en we kennen de prijs!)Na 15 uur zoek en we een internet kantoor en terwijl onze cyber pa en jeugd de nodige verrichtingen plegen loopt Piet even langs bij de mamakapper. Vaarwel lieve bevallige krulletjes, maar 't is te warm! Sofie leest, zuigt duim!!! en houdt enkele kijklustigen op afstand.

't Is al kwart na vijf als wij cybernauten weer naar Vietnam afdalen. Dus vlug de stad uit op zoek naar een slaapplaats. We rijden nog vijftien kilometer langs de NH 1 naar de afslag die ons naar Laos moet brengen en vinden dan vlot een weiland. Maar de buurman van de houtzagerij wil ons absoluut op zijn binnenplein, waar we dan ook parkeren. Tijdens de heildronk (met de sterke lokaal gebrouwen "brandy") valt het mij op dat ik eindelijk ongeveer ons reisverhaal kan samenvatten in het gebrekkig Vietnamees zonder het boekje te gebruiken, maar morgen zijn we in Laos.... Gelukkig moeten de daktenten worden opgezet en kan ik dit als excuus gebruiken om te ontsnappen aan een tweede glas "brandy" want ze is hier echt niet lekker.

Over de Keo Nua pas naar Laos, Zaterdag 27 april

Voor zonsopgang proberen enkele voorbijgangers ons wakker te krijgen met een langgerekt hallo en enkele brokken aarde tegen de ladder. Gelukkig worden ze door een vriendelijke onbekende weggejaagd. Rond zeven uur dertig begint de zagerij te werken en ontwaken we langzaam. Als we om negen uur dertig vertrekken wordt er weer eens om geld gevraagd. De manager die goed kan zagen krijgt mijn kleine dong-briefjes.

De weg naar de grens is goed en rustig, buiten de vele fietsers en motorijders die allen met kartonnen dozen van ijskasten achterop naar beneden komen. De eerste vijftig kilometer zijn vrij vlak en dan komen er dertig kilometer klimmen op de Keo Nua pas. Deze weg loopt door een prachtig groen bos dat vrijwel onbewoond is. We houden nog even halt om onze tanks met bergwater te vullen en zijn net voor de middag aan de grens.

De immigratieoffficier die ons het land moet uitstempelen vraagt 20.000 Dong per persoon, zonder ontvangstbewijs. Na wat discussie krijgt hij 75.000 Dong, pure corruptie (voor de eerste maal deze reis). De douane is juist gaan eten en we moeten tot twee uur wachten, en daarna doen ze er nog drie kwartier over om twee stempels te zetten, en vriendelijk zijn ze ook niet.

Gelukkig verloopt de laotiaanse papierwinkel vlotter en vriendelijker, zodat we tot voor vier uur de grens kunnen verlaten. In het eerste dorp houden we halt. Dit laotiaanse dorp is met geen enkel vorig dorp te vergelijken. We zijn blij eindelijk weer iets "nieuws" te zien en doen onze avondlijke dorpswandeling. Alle huizen staan op palen en zijn bijna allemaal met materialen uti de omgeving opgebouwd. De helft heeft houten wanden (op de eerste verdieping) en de andere helft heeft wanden van geweven rieten matten. De daken van de huizen zijn in houten singels en de schuurtjes hebben lang gras als dakbekking. Tussen de huizen is de aarde aangestampd en proper geveegd. We bezoeken alle drie de dorpswinkels maar we kunnen er enkel pepsi, eitjes en een paar kleine cakejes kopen. Vijftig meter onder het dorp ligt een prachtige ondiepe rivier, morgen komen we hier zwemmen, zeggen de jongsten.

De avond brengt veel wind, een onweertje en friste.

Rustdag in het eerste laotiaanse dorp, Zondag 28 april

Naas wil hier de ganse dag blijven en krijgt bijval, dus de tenten worden niet afgebroken. Na het ontbijt ga ik met Piet en Sofie zwemmen. 't Is te zeggen, Piet en Sofie spelen in het water en graven met de schop waar ik gisteren een nieuwe aanzette die Naas op de markt in Vinh kocht voor geen geld. 's Middags zijn het pannekoeken en daarna gaat Barbara aan de rivier de was doen terwijl ik dit hier typ. Mama Heidie's maag en darmen raken maar niet in orde de laatste weken, ze leest nu zelfs het stripverhaal "de laatste hollander" in de urbanus reeks, hopelijks helpt dit. Naas las de Historia 2 net uit en is nu aan de Morgen bezig.

Na een uur of zo komt Piet mij roepen en ga ik Barbara in de rivier helpen met spoelen en uitwringen. Ondertussen wordt het wat frisser en sleutel ik wat aan de motor; de nieuwe riemen die ik in Sa Pa monteerde moeten wat worden aangespannen. De ingenieurs die de Man motor ontworpen hebben hier duidelijk niet goed over nagedacht. Om twee riemen aan te spannen heb ik meer dan een uur werk, enkele bouten zitten op een vrijwel onbereikbare plaats.

Naar de Mekong vallei, Maandag 29 april

Rond negen uur dertig vertrekken we voor een prachtig bergrit. De meeste steile rotsen zijn bebost maar hier en daar pipen de grillige kalksteenformaties door het bladerendek. De steile wanden zijn hier veel hoger dan in Vietnam. De rotswand die juist voorbij Ban Napé ligt stijgt rijst zeker meer dan 1000 meter boven de vallei uit, een indrukwekkend schouuwspel. In Ban Napé is er een grote markt waar we wel meer dan een uur rondtoeren, helaas met een nogal beperkte buit.

Op de middag stoppen we langs een rivier en eten broodjes met de snel slinkende kaas en salami uit Brugge. Na de middag is de rit zeker even indrukwekkend kwa natuurschoon en we krijgen ook enkele zeer steile hellingen te verwerken. Dit gebied is duidelijk zeer dun bevolkt zodat er vrijwel geen weg gebruikers zijn. De helft van de voertuigen die ons voorbijsteekt of kruist hebben een vietnamese nummerplaat.

Even na vier stoppen we aan een brug en even later begint het te druppelen. Barbara animeert de toegelopen kinderen die samen met Sofie in een kring gaan staan en met onze opblaasbare bal naar mekaar gooien, tot groot jolijt van iedereen.

De avond brengt een regenbuitje en friste.

Klapband in de Mekong vallei, Dinsdag 30 april

Gelukkige verjaardag ANNABEL

Rustig ontbijt aan de Baileybrug. De weg is een stuk beter geworden sinds we een hydroelectrisch station voorbij zijn dat door thailand, denemarken en zweden werd gefinancierd. De hellingen zijn echter af en toe zeer steil te noemen. Het landschap is nog steeds prachtig maar in de verte zien we reeds de openheid van de Mekong-vlakte. Langs de weg is er een strook van 500 meter links en rechts waar het regenwoud echt verwoest is om enkele bomen te hakken die commercieel interessant hout leveren. Het bos is afgebrand en slechts enkele kale bomen blijven staan. Als we op de NH 13 aankomen (de weg die van zuid naar noord loopt in Laos) houden we halt in de nederzetting om inkopen te doen. Er zijn opvallend weinig Loatiaanse producten, de winkeltjes liggen vol met thaaise en vietnamese producten. Brood is er niet te vinden, ijs wel maar in de ijsfabriek weigeren ze ons iets te verkopen. Gelukkig is er langs de overkant van de weg ook een ijswinkel. Op de markt vinden we enkel een chinese kool en wat kleine tomaatjes.

De NH 13 die hier de Mekong volgt is vlak en we vorderen sneller dan verwacht want er is vrijwel geen verkeer op de weg. Op de middag komen we door Paksa Dihn, we eten er Koa Pet (gebakken rijst met vanalles in) en gebarbequede kip. Ook hier is geen brood te vinden. We babbelen wat met een nieuw zeelander die de helft van het jaar in Vientiane woont en die ooit van hier naar Londen reed (door afganistan) en na de heerlijke maaltijd vertrekken we naar het veertig kilometer verder gelegen Paksan. De weg is op de middag nog rustiger en het is een waar genoegen om aan 60 km per uur langs de Mekong te rijden met Thailand op de andere rivieroever.

Maar na 25 km slaat het noodlot tot. De linker achterband (die in Vietnam driemaal werd hersteld in één week) begeeft het en scheurt helemaal uiteen. We bollen een paar honderd meter verder tot op een bushalte waar we mooi naast de weg de bandenwissel kunnen uitvoeren. Twee volle uren noeste arbeid in een verzengende hitte. Gelukkig hebben we koud water in de ijskast waarvan ik er zeker twee liter nodig heb. Naas helpt wat met de houten blokken en aangegeven van het gereedschap; het bandenwisselen begint een routine te worden. Het grootste probleem is echter dat we nu geen reservebanden meer hebben. Hopelijks kunnen we er in Vientiane op de kop tikken.

Langzaam maar zeker rijden we door naar Paksan. We vinden er eindelijk brood en gaan op te terreinen van een Boedistische Wat kamperen.

Woensdag 1 mei

Van de reporter terplaatse:

Het ochtgloren in de Wat is bewolkt wat de hele voormiddag de temperatuur iets lager houdt. De jonge novice die gisteren met ons een praatje maakte is weer van de partij. Hij wil zo graag converseren met Barbara, zij heeft echter geen vriendelijk woord over voor de jonge monnik. De was van gister wordt gesteven, gestreken geplooid of netjes in de kast opgehangen, en een vers stapeltje vuil goed vliegt in de emmer met sop. De buitenbakken worden uitgehaald en geopend, een verhuizen van nutteloze en andere goederen zorgt er voor dat er weer wat ruimte vrijkomt in onze schuiven.
Koen gaat even op zoek en vindt de plaatselijke Brugse Bandencentrale Pype die hem verzekert dat ook in Vientiane onze banden niet te vinden zijn. Of hij gelijk krijgt?

De 150 km die ons nog verwijderd houden van Vientiane lijken ons nog overbrugbaar, ook zonder reserveband, als we een beetje "chance" hebben natuurlijk. Maar met de non weet je nooit, en zo komt het dat ons laatste stukje Laos, op een goede weg, toch erg spannend is. We zitten op hete kolen en elke kilometer dichter bij Vientiane is welkom. We houden een koffiestop ( en Koen controleert de temperatuur van de banden) en Naas koopt ijs en bier maar brood is niet te vinden. 's Middags voert een wegrestaurant ons lekkere rijst met kip en reeds in de vroege namiddag op 30 kilometer van de hoofdstad zoeken we een plaats voor de nacht (want vandaag wordt ook hier 1 mei gevierd).

We belanden op een weide in het midden van een dorp. We moeten de kinderen op afstand houden maar het valt we mee. Naas volgt een paar uur les. Koen geeft een paar uur les. Piet is uren zoet met hierogliefenstempels en Sofie met plastisiene (beiden sinds deze morgen uit de buitenbakken gehaald)

In de nacht begint het ferm te waaien en elk ligt te vrezen dat de regen zal losbarsten maar zoals steeds is het geluk met ons en blijft het droog.

Donderdag 2 mei

Piet is zoals dikwijls als eerste beneden. Barbara wil de muskietententen afbreken vooraleer het warm wordt zodat dit om zeven uur al geklaard is, en we allen aan het ontbijt zitten. Om kwart na acht beginnen we aan de laatste 28 kilometer naar Vientiane. Bij het binnenrijden van Vientiane stoppen we aan alle bandenherstellers en bandenwinkels. Slechts twee van de vijf of zes doen de moeite om in hun papieren te kijken of onze bandenmaat in Vientiane in voorraad is. Maar alle zes besluiten ze met "Bo mie" zoiets als dat verkopen wij niet. En eenmaal "Bo mie" gevallen is komt er alleen nog "Bo mie" en kan ik geen van de verkopers ertoe bewegen nog enige aktie te ondernemen.

We rijden het kleine stadscentrum met brede straten door. Ook hier in de hoofdstad is het bijzonder rustig. Vientiane zou slechts iets meer inwoners hebben dan Brugge (ongeveer 160.000, volgens de boekjes) en blijkbaar zijn het vooral sjieke jeeps van buitenlanders die hier wonen en meestal voor één of andere ontwikkelingsorganisatie werken die hier de straten vullen. Het doorkruisen van de stad verloopt dus probleemloos, we kunnen zelfs vrijwel overal parkeren met onze kamion.

Op weg naar het kantoor van DHL stoppen we nog bij drie banden winkels. We vinden de importeurs van Bridgestone, Michelin, Siamtyre en Goodyear. Maar niemand heeft onze bandenmaat in voorraad of heeft interesse om iets te verkopen. Michelin denkt dat ze de banden binnen de maand kan in Vientiane krijgen (uit Bangkok, hier ongeveer 700 km vandaan). Goodyear belt naar de eerste stad in Thailand, waar ze geen voorraad hebben. Richting luchthaven vinden we rechts van de weg een bordje met het logo van DHL en tien minuten later kunnen we ons pakje met reservestukken voor de kamion in ontvangst nemen nadat er een kopie van mijn identiteitskaart is genomen en ik de handtekening van K. DE VAERE onder die van M. DE VAERE heb geplaatst. Een supervlotte en zeer vriendelijke behandeling!!!

Op zoek naar de importeur van Bridgestone hadden Naas en ik het Lane I guesthouse ontdekt gelegen in een dooplopend straatje. We kunnen er net binnen als we wat planten opzij duwen. De bazin zegt dat ze nee zou gezegd hebben aan de telefoon had ze geweten hoe groot onze kamion wel was, maar uiteindelijk zijn ze zeer vriendelijk.

We kiezen "La Terasse" uit als restaurantje waar we willen eten. Gerund door een fransman, en dat is er aan te zien. De steak-frites is heerlijk en de pizza hawaiene ook. De bistro zit vol blanken en we maken als opmerking dat dit gekoelde restaurant evengoed ergens in Frankrijk zou kunnen staan. Er is echt nergens een Laotiaanse sfeer te bemerken, met uitzondering van de vriendelijke obers. Na de europese maaltijd gaat Barbara emailen terwijl ik de nieuwste versie van onze website op diskette zet. Ik vervoeg Barbara in het intermailkantoor en stuur de site naar Brugge.

Daarna maak ik nog een stadwandelingtje met Sofie en breng croissants, thaaise yoghurt en baguettes mee, we zien een deense jeep maar de eigenaars ervan zijn jammergenoeg nergens te vinden. Bij valavond komt de eigenaar van de guesthouse aan en hij beloofd uiterst vriendelijk dat hij zal helpen zoeken naar onze banden, want ze vinden dat we naar Luang Prabang zouden moeten gaan.

Het avondmaal bestaat uit baguette met camenbert en rode wijn. Daarna ga ik met Heide de dijk langs de Mekong afdweilen. Er staan stalletjes die allerhande drank en eten verkopen en elk , elke avond, enkele tafeltjes op de promenade neerplanten. We drinken er wat vers ananas en limoensap en keren terug naar onze lieve kindjes. De avond is zwoel en het is moeilijk om de slaap te vatten.

terug naar boven