vijfentwintigste week

Chennai, vrijdag 21 december

Van de verslaggever terplaatse:

In de nacht regent het dat het niet meer schoon is, uren aan een stuk, we moeten de waterdichte tenten sluiten om niet nat te worden van het opspattende water op ons dakterras.

Vandaag wordt Sofie ziekjes wakker. Naas en Barbara worden ingeschakeld: Naas gaat tien flessen water kopen Barbara gaat om appelsap). Sinds deze morgen kan ze geen vloeistof meer inhouden, na vijf minuten braakt ze telkens opnieuw alles weer uit. (gelukkig geen diarree). Uitdrogingsgevaar: rijd dus om een dokter te raadplegen. We kamen al gauw te weten dat er hier vlakbij twee hospitalen zijn. Om de hoek blijkt er een pediater uit een echt kinderziekenhuis in Egmore werkzaam te zijn. Een kwartier later staat Koen met een riksja voor het Youth Hostel en we rijden met ziek Sofietje om de hoek. Enkele minuten later zitten we bij de kinderarts. Hij schrijft een paar voorschriften, ik ga vlug naar de apotheek naast het ziekenhuis. Als ik terug ben krijgt Sofietje een spuitje en ze is heel flink. De ORS en de primperan die we haar al voor de doktersvisite toedienden mogen we haar blijven geven, nog paracetamoltabletjes 's morgens en 's avonds en nog een sieroopje driemaal daags en tegen de avond, nadat ze flink geslapen heeft, heeft ze niets meer gebraakt. Het kost me veel moeite om haar te overtuigen wat te drinken maar veel baat het niet, ze drinkt met lepeltjesmaat.

Het regent gans dag en de al zo vuile straten zijn omgetoverd in reuzeplassen en modderpoelen.

De krant van vandaag toont de ondergelopen straten van Chennai. De drie oudste kinderen zijn deze middag alleen op restaurant geweest. Pa is aan zijn derde ronde begonnen; na het bezoeken van de burelen en na het telefoneren en zelfs emailen naar de shipping lines en shipping forwarders, begin ik met het sociale netwerk van India in te schakelen. Is het reisbureau dat onze vliegtuigticketten voor Kuala Lumpur zal uitschrijven vindt ik bij mijn derde bezoek iemand die iemand kent van een shipping agency, en inderdaad deze avond is er reeds een aanvaardbare offerte voor het klaarmaken van de container en het in orde brengen van de papieren. Het probleem van de one-way ticketten is ook opgelost, Maleisian airways aanvaard dat wij inderdaad mogelijkheden hebben om het land uit te raken zonder te vliegen. Er wordt door alle computies van het gezin een paar uren gespendeerd in de I-zenn (het internetcafé dus).

's Namiddags komt er een interieurversjieker langs die geïnteresseerd is om onze kamion te zien. Na een lange babbel beloofd hij te proberen via de Rotary club van Chennai en een andere vriend die iets van schepen weet contacten te leggen om onze verscheping te vereenvoudigen

's Avonds heb ik een lange babbel met twee van de vier gepensioneerden die hier elke dag komen babbelen. Ze proberen via hun vrienden een oplossing te zoeken voor ons probleem, ons kent ons dus.

Chennai, zaterdag 22 december

Sofie is aan het genezen, het bezoek aan het ziekenhuis van gisteren heeft dus zijn vruchten afgeworpen; ze moest niet meer braken en ziet er weer vrolijker uit. Mama vond hier een fietsje en ze toert rond op de lege parking.

Deze morgen moet ik al voor het ontbijt (we bleven wel lang liggen) naar de telefoon. Een shipping-forwarder probeerde mij te emailen maar dacht dat ik een deen was en rijst@wol.de is niet hetzelfde als rijst@wol .be. Hij komt deze middag naar het Youth Hostel om zijn offerte te bespreken.

Even later komt één van de gepensioneerden mij opzoeken, hij geeft mij het telefoonnummer van een goede advocaat die veel met scheepvaart te maken heeft.

Ik snor naar I-zenn om de mails te checken, en probeer tevergeefs te bellen naar de advocaat Sampathkumar met de groeten van Mr Venkatesan.

Als ik terug aan de non ben staat Mr. Ramesh van World Freight Systems mij op te wachten met zijn offerte. Zijn prijs is goed en zoals voorspeld door Dredging International ongeveer 3.000 ¤ (kunnen jullie dit euroteken lezen op uw computer?). Maandag ga ik naar zijn kantoor om de laatste details te bespreken.

Het middageten zal kippeburger zijn.

Chennai, zondag 23 december

Een druilerige dag, te regenachtig om echt iets uit te voeren dus lang blijven liggen (niettegenstaande het straatlawaai), boekstjes lezen, internetten, hapje eten,.....

Chennai, maandag 24 december

Weer de bus op naar George-Town. Aangekomen aan Parry's corner probeer ik eerst naar de Belgische Consul in Chennai te telefoneren. Dit consulaat blijkt nauwelijks te bestaan. Ik kom terecht bij de secretaris van een Indische industrieel die ere consul blijkt te zijn en enkel op vraag van het Belgisch Consulaat van Bombay in actie komt; dit lijkt mij iets te omslachtig om practisch te zijn.

De Linghi-Chetti straat staat voor grote stukken onder water en de voetgangers moeten gewoon door het vieze water ploeteren. Zo kom ik bij Internation Clearing en Shipping Agency, waar ik leer dat men hier, voor het ogenblik, eigenlijk geen tijd heeft om uitzonderlijke verschepingen te doen.

Enkele plassen verder in Linghi-Chetti street vind ik het kantoor van World Freight Systems. Het kantoor is duidelijk kleiner (slechts een tiental mensen) en men heeft er duidelijk minder werk. Ik wordt vriendelijk ontvangen door de twee managers en hun assistent die samen in een bureeltje zitten en alle drie tijd hebben om met mij over koetjes en kalfjes te babbelen. Ik besluit met een handdruk dat zij de kamion voor ons zullen verschepen, hopelijks is het een bedrijf dat te vertrouwen is.

De bus brengt mij aan Egmore station waar vele hotels zijn. Tijdens mijn zoektocht naar westers eten koop ik nog twee computerspelletjes (tetris) voor Barbara en Naas. Uit een riksja duikt een "tout" op die me absoluut naar een goedkoop hotelletje wil brengen. Het hoteltje bevindt zich enkele straatjes verder en ik ben er snel weer buiten: smalle gangetjes en piepkleine kamertjes met piepkleine raampjes. Het volgende hoteltje is nog erger. Enkele piepkleine kamertjes zitten vol lawaaierige indiërs, hier is echt geen plaats voor kinderen.

Ik ontvlucht de zeer opdringerige riksjaman door in het restaurant van het sjiekere hotel Pandian binnen te duiken. Het restaurant is bijzonder ongezellig maar het eten is lekker. Daarna bekijk ik de kamers van hotel Pandian, duidelijk een middenklasse hotel: brede lege, sfeerloze gangen en propere kamers met tv en badkamer; het soort hotels dat men overal ter wererd kan vinden, en waar men geen enkel contact heeft met de buitenwereld. Goed om te slapen maar niet om enkele dagen te verblijven met vier kinderen. Na een tweede gelijkaardig hotel, neem ik een riksja naar een andere wijk van Chennai. In Triplecane vindt ik Broadlands Guesthouse. Het ziet eruit als een oude coloniale woning met een dertigtal kamers rond drie gezellige kleine binnentuintjes vol planten en trappen. De muren hebben duidelijk verf nodig maar de bedden zien er op het eerste zicht proper uit. Er verblijven enkel westerse toeristen, het is er rustig en de manager is bijzonder vriendelijk. Ik beslis, niettegenstaande het verloederde karakter van het guesthouse, voorlopig te reserveren.

Om wat af te kikken van weer een dag burelen wandel ik tot aan de zee, waar ik samen met de indiërs naar de zee sta te kijken met een potje koffie in de hand. Als het begint te regenen neem ik de bus naar huis, waar het al donker is.

Kerstmis in Chennai, dinsdag 25 december

HAPPY BIRTHDAY AAN HET KERSTEKIND HANNE

Van de verslaggever terplaatse:

Naar het schijnt is het vandaag kerstmis, aan de lucht is het niet te zien, aan de temperatuur is het niet te voelen. we hebben geluk, het regent niet , het moment dus om buitenwerk te doen. Koen verlaat het nest om naar de bank te gaan en gaat ook op zoek naar een garagist om de olie van de non te verversen.

Intussen wordt van de tijdelijke (?) droogte geprofiteerd om te wassen en te plassen, want na een week nattigheid ruikt alles muf en dat hebben wij niet graag.Sofie en ik stappen naar de winkel en daar is een levende kerstman te gast die vlaggetjes en schocolaadjes uitdeelt aan de kleine rijke indische ettertjes. En aan sofie, die al zeer gekend is, want zodra ze de winkel instapt roepen al de kassiersters in koor : ssofffiieeeeeee. Geladen met wat voedsel en met appelsap én multivruchtensap stappen we naar huis. Vruchtensap is hier een echt luxe-product en dus niet voor elke dag.

Koen brengt twee snotaapjes van garagistjes mee naar huis die goed hun best doen en er ook in slagen om de olie te vervangen. Een vuil werkje lijkt het. Er wordt nog wat gesleuteld hier en daar onder de non

Er logeert een schoolgroep hier in het jeugdhotel wat bij momenten het nodige lawaai verschaft. (veel en luid lawaai maken is hier een van de nationale hobbies, en dan nog liefst op voor ons onmogelijke uren, bv. om 4u in de morgen) Ze hebben hun eigen kookploeg , een man of vijf, en die zijn dag en nacht in de weer om drie warme maaltijden te koken. Niet alleen de koks, ook de keuken hebben ze mee, en die wordt opgeslaan in de garage van de manager, op vijf meter van de non, De scholieren eten al rechtstaand, uit een bord en met de handen, en sommigen gaan met een opgeschept bord alwweer in de rij staan om al etend de tweede beurt op te wachten. Massaal veel voedsel wordt binnengewerkt en als de magen gevuld zijn ligt de parking onder de etensresten en plastieken bekertjes. Ik veeg de bekers van onder de non samen op een hoopje temidden van de bende, en vraag of ze geen vuilbak hebben, Ze hebben het begrepen!Wanneer de rust is teruggekeerd krijgen we eten van de kookmakkers; rijst, een straf kipgerecht en al even straffe groentenbrij en een frisse salad van tomaten, wortelen ajuin,ramenas en koreander. Ons kerstmaal was voor ons nauwelijks eetbaar, wat niet wegneemt dat het een vriendelijk gebaar was van de hardwerkende koks.

Om de dag "feestlelijk" af te ronden stappen we in een rikschaw die ons naar de PIZZA CORNER tuft. Het toppunt voor de kleintjes: er is een ballenbad. De grote kinderen vinden het maf dat je door een glazen wand in de keuken kunt kijken en dat je cola glas steeds wordt bijgevuld. De pizzas zijn zeer lekker en we zijn allemaal tevreden . Als we buitenkomen stappen we direct een .ander india binnen: schooiers vuilnis en kapotte straten Wat een land.

Naar Mammalapuram, woensdag 26 december

Eindelijk kunnen we weer een beetje reizen, Het opruimen duurt langer dan gewoonlijjk, we staan hier immers al tien dagen stil en zijn het gewone ritme kwijt.

Indira Nagar ligt gelukkig in het zuiden van Chennai zodat we vlot de stad uitrijden. We komen op de spiksplinternieuwe "scenic beach road" naar Pondicherry; dit is een "toll-road" maar de "toll-plaza" is nog niet klaar dus is de weg nog gratis.

Na een twintigtal kilometer komen we voorbij de krokodillenbank van Madras. We besluiten een kijkje te gaan nemen. Het is een indrukwekkend zicht. Hier worden sinds een dertigtal jaren krokodillen gekweekt voor dierentuinen en om uit te zetten in het wild. Vooral de kweek van de "mugger" heeft duidelijk veel succes.We zien enkele kooien waar er meer dan 500 krokodillen echt op elkaar gestapeld zijn. De meeste krokodillen liggen bewegingsloos stil. Af en toe kruipt er een krokodil enkele meter verder; ze lopen gewoon over elkaar de onderste krokodil laat dit gewoon gebeuren zonder te bewegen. Naast de kooien met de grote kweek zijn er van alle aziatische krokodillensoorten een paar krokodillen te vinden. Enkele soorten hebben ook kinderen, hier weet men duidelijk hoe men krokodillen in gevangenschap kan kweken. We leren er dat een krokodil niet veel moet eten. Een volwassen krokodil heeft slechts 200 Caloriën per dag nodig (tienmaal minder dan de mens) We zien ook een paar slangen, varanen en leguanen.

Op zoek naar een plaatsje aan de zee om te middagmalen komen we tot tweemaal toe vast te zitten in een klein kustdorpje. Uiteindelijk komen we terecht op de parking van de tijgergrot op vijf kilometer vòòr Mammalapuram. Terwijl Heidie het eten klaar zet ga ik eventjes met de drie jongsten naar het strand. De kinderen amuseren zich blijkbaar goed. Het strand is hier anders dan bij ons, aan de hoogwaterlijn is er een berm bijna een meter hoge berm. Ik leg mij op de berm te kijken naar de kinderen die kanalen graven en bergjes bouwen. Even later zegt Naas: "zou het eten nog niet klaar zijn?" Het is vier uur. We eten en besluiten hier te blijven slapen.

Mammalapuram, donderdag 27 december

's Morgens vòòr zonsopgang wordt er ergens in de buurt een muziekinstallatie vollen bak aangezet voor een uur of twee. Wat hiervan de bedoeling kan zijn blijft ons een raadsel. We dachten dat hier bij de tijgergrot waar niemand woont het rustig zou zijn maar het oorverdovend lawaai van het naburig dorp (dat we in de verte tussen de bomen zien liggen) komt ook onze ochtendrust verstoren.

Na een laat ontbijt gaan we zwemmen, er is wat wind en de temperatuur is bijzonder aangenaam. De zee is wild maar lekker warm. Barbara doet onderhoudswerken aan de non (muggengaas wassen).

We krijgen bezoek van een jeep indiërs die geïnteresseerd is om onze kamion te kopen; ik krijg zijn visitekaartje met de melding dat hij om het even waar in Indië met cash geld zal komen als we besluiten om de kamion te verkopen. De veertien bezoekers stappen weer in hun tata-jeep en wij vertrekken naar Mammalapuram, vijf kilometer verder.

In het "Surya Resort and Camping Site" is er nauwelijks plaats voor onze kamion, maar onmiddellijk worden de bomen grondig gesnoeit om plaats te maken voor ons. Na heel wat manneuvers en gekap kunnen ook de daktenten tussen de bomen worden opgezet. We wandelen wat door het kleine stadje en komen bij de bekende kusttempel terecht. Jammergenoeg werd er rond de tempel een dam in de zee gebouwd, zodat de tempel nu niet meer op het strand staat. De tempel is nu wel beveiligd maar de sfeer is duidelijk verdwenen. We bewonderen de indiërs die in rijen tot de enkels in het woeste zeewater staan. Voor ons blijft deze vorm van strandrecreatie een grappige bedoening.

We wandelen rond de kusttempel en komen op een strand vol vissers. Deze vissers gaan op de woelige zee met vijf aan elkaar gebonden boomstammen. Waarschijnlijk zijn de golven hier altijd zo woest. De visser maken dus gebruik van vlotten in plaats van boten; boten zouden immers toch direct vollopen. Op het strand zitten zeker vijftig vissers hun netten te kuisen en te herstellen. We vinden op het strand niet alleen vissers maar ook vrij veel westerse toeristen, een familie varkens en een grote kudde koeien.

We keren terug naar huis en worden overvallen door de muggen, de kinderen gaan in de douche en worden muggenproof ingepakt. Om de hoek vinden we een gezellig restaurant waar we vis met frieten eten. Piet en Sofie eten de meeste frieten al in de keuken van het restaurant op. In plaats van zes kleine vissen wordt er voor ons een reuzevis gegrild: reuzelekker.

In een hotel langs de weg zien we een landrover 109 staan (zoals die waarmee we ooit van Butare (Rwanda) naar Brugge reden) met een nederlandse nummerplaat. De eigenaars zijn er niet maar we laten een uitnodiging voor hen in de receptie achter.

Midden in de nacht moeten we nog de tenten opzetten voor een regenbuitje, maar tegen dat de tenten opgezet zijn is het al gedaan met regenen.

terug naar boven