20 km voorbij Sivas, ergens in een piep klein dorpje in de bergen, vrijdagavond 20 juli 23u23

Vandaag begon onze derde week.

Maar eerst terug naar het verleden: we werden door een franse turk uit stasbourg uitgenodigd op het rouwfeest in Özkonak. Er waren een paar honderd mensen, schat ik. We kregen thee en taart en ook abricozen. Toen de minaret begon te janken (in ons jargon heet z'on toren nu een tjankpaal) viel de muziek op het trouwfeest stil en zat iedereen stilletjes te babbelen. Daarna gingen de lichten uit en kwam de taart met negen verdiepingen en vol met fusées ten tonele. Ondertussen stopte er af en toe een traktor om eventjes tussen het nachtelijke oogsten door een stukje van het trouwfeest mee te pikken. Wij werden uitgenodigd aan het tafeltje van een van de dropsouderen (er was immers geen plaats meer om te zitten). De franse turk (20 jaar) probeerde tijdens zijn verlof hier in özkonak een jonge turkse juffer te versieren om te trouwen, geen makkie met al de strengen regels over hoe mannen en vrouwen moeten samenleven. Rechtstreeks contact met zijn geliefde was er niet bij deze avond, hij zat alsmaar te kijken wat ze deed en naar waar ze ging, gelukkig werd hij intensief bijgestaan door twee turkse vrienden van terplaatse. Na een uur of zo hielden wij het voor bekeken een zakten af naar onze slaapplaats tweehonderd meter verder. We genoten nog wat van de Turkse muziek tijdens een spelletje Pictionary. Een groot probleem ontstond: hoe teken je Pierce Brosnan als je niet weet wie hij is. Er is reeds een grote prijs uitgeloofd voor hij die dit probleem kan oplossen.

Na özkonak reden we naar Kayseri, een grote stad met 500.000 inwoners waarvan we het stadscentrum bezochten. Het vinden van een veilige parking was niet gemakkelijk, maar lukte uiteindelijk toch. We aten in een typisch turks restaurantje Dürüm en Tevak(kip) en Sis (schaap) Kebab . Daarna deden we inkopen in de bazaar en binnen de muren van het oude fort. We kochten: lange rokken voor Iran, een wasteilje dat in de gootsteen past, twee glaasjes om van het frisse water van de drinkfontein te kunnen genieten, en een lasbril die helemaal gesmolten is omdat hij in een doos te dicht bij de uitlaat zat.

Na ons bezoek aan Kayseri zochten we even buiten de stad een rustige slaapplaats: het werd het dorpje Bestepe.

We parkeerden werkelijk midden in het dorp omdat dit de enige vlakke plaats was indit dorp dat op dxe helling gebouwd is. Na enige tijd kregen we bezoek van een oostenrijks meisje van een jaar of tien, die als tolk fungeerde. Toen we er vroegen om brood te kopen zei ze je kunt geen brood kopen maar wel brood krijgen. We kregen ook een groot bord Yoghurt en 's morgens weer brood en kaas..

`Na het ochtend ritueel vertrokken we naar Sivas 140 km verderop. De weg liep door een heuvelachtig landschap dat er vrij leeg uitzag alhoewel de dalen en minst steile hellingen allemaal bewerkt werden. In Sivas zochten we een internetcafé op maar het internetten verliep weer niet zonder problemen; in totaal waren we bijna drie uur bezig om onze post op het halen en de files voor onze website te versturen. Om zeven uur vertrokken we uit Sivas richting Erzurum. Na 15 km zagen we een peil naar een koude bron op 7 km van de weg. Na een zeer steile klim hadden we een prachtig uitzicht op de omgeving. De bron bleek te zijn ingepalmd door een vluchtelingenkamp waar enkele honderden mensen in tenten woonden. De bron zelf vonden we niet en we maakten rechtsomkeer naar een zeer klein dorpje waarwe nu voor de school geparkeerd staan. De winkelier van het dorp stond ons te woord in het vloeiend turks en wees ons onze kampeerplaats als wederdienst kocht ik bij hem voor 2.200.000 turkse lire (vier koeken, twee flesjes kersensap en een worst).

Geyikli (maar hoe spreek je dat uit) , 5 km voorbij Erzincan , zondagavond 22 juli 2001

Blijkbaar hebben we de nationale feestdag in België niet echt gemist.

Onze kampeerplaats van vrijdagavond was lekker fris 's avonds waaide het erg zodat Sofie en Barbara binnen sliepen en Naas en Piet alleen op het dak. 's Morgens bleken we zelfs in de schaduw te staan, wat een luxe. De vuilwatertank liep over maar 500 meter buiten het dorp vonnden we een geschikte plaats om ook dit euvel op te lossen.

Na ongeveer 50 km gereden te hebben op weg naar Erzincan, zien we een wegwijzer naar "Rock Caves". Piet wil er naar toe, misschien om zijn grote ontgoocheling van özkonak (de ondergrondse stad, die nauwelijks toegankelijk was) wat te vergeten. We rijden ons vast in een klein dorpje, gelukkig hebben we onmiddellijk twee gidsen die ons eerst achteruit door het dorp loodsen en daarna via de rivier naar de grotten in de rots. Ook Sofie mag in een echte grot klimmen en is zeer tevreden. We maken rechtsomkeer en stoppen om te eten onder de populieren naast de knalblauwe moskee van het dorp; vlakbij de brug over het riviertje dat het dorp door midden snijdt. Een frans en engels sprekende Turk die ons komt gidsen blijkt een bouwkundig ingenieur uit Istambul te zijn die hier geboren is en hier nog een huis heeft waar hij twee maanden per jaar komt wonen (we zijn hier voor een normale auto toch al op 10 uur rijden van Istambul). Hij brengt ons (Piet, Sofie en ik) naar grotere en mooiere reeks grotten waar zelfs een kruisbeeld is uitgehouwen in de rots als in een kadertje opgehangen in de rotswoning, Een kruisbeeld is hier echt ongewoon, in de moslim land; alleen in het zuiden nabij de Syrische grens blijken wat christenen te wonen. Wanneer we terug bij de kamion zijn en gegeten hebben willen de kinderen wat gaan zwemmen in het vrij modderige rriviertje. Barbara en Sofie zijn vrij snel terug maar Piet en Naas beginnen te bouwen aan een kasteel midden in het riviertje. Plots blijkt het 5 uur te zijn en beslissen we niet meer verder te rijden vandaag. Mama naar de plaatselijke winkel om brood. Papa hersteld de waterleidingen die lekken, en vervangt het dieselpompje dat we ook in Sivas niet vonden door een T stukje en twee kraantjes. Sofie en Piet vroeg in bed.

Zaterdagmorgen proberen we vroeg te vertrekken wat niet gemakkelijk blijkt te zijn. De kinderen hebben het normale ritme, met evidente reistaken nog niet gevonden zodat niet alles even vlot gebeurd als papa het wel zou willen. We zouden vandaag Erzincan willen bereiken om na te gaan of de emails die we in Sivas downloaden en waarvan de discette verknald is nog te recuperen zijn.

Uiteindelijk raken we toch aan het rijden vroeger dan gisteren. We komen echt in de bergen terecht; vandaag moeten we volgens de kaart over een pas van 2190 meter. De valleien zijn liefelijk groen maar de bergen vrij ruw. Boven op de eerste pas kunnen we onze tanks met fris bergwater vullen. Al het oude water gaat er eerst uit. Een half uur later eten we loeliespaghetti. Alhoewel het trajekt van 190 km naar Erzincan door de bergen loopt komen we toch tegen 3u3O in Erzincan aan. De bergflanken alhier blijken echt ruig te zijn; in de dalen alleen halflege grindrivieren en weinig begroeiing, het lijkt we het Pamir gebergte inn Tadziekistan dat ik ken van in de boekjes.

Tercan tussen Erzincan en Erzurum, maandagmiddag 23 juli 2001, 12u30

Mama maakt kip met appelmoes en pureepattaten (met ei erin).

Erzincan is een moderne stad, brede lanen met gele bloemetjes ertussen, geen hoogbouw, vrij propere woonwijken, rustige parken. De stad is volledig vlak wat na de bergritten en met zicht op bergen met sneeuwresten vrij merkwaardig overkomt. Het dal is hier zeer breed en volledig in gebruik als landbouwgrond. Vele veldjes worden bevloeid met bergwater, en zijn omzoomd met abricozenboompjes. (we krijgen hier echt elke dag minstens een kilo abricozen van de mensen, we kunnen ze niet allemaal opeten.

Gisteren zondag liep het stadscentrum vol met honderden militairen die blijkbaar enkele uren vrijaf hadden. Tijdens een eerste rit door de stad op zoek naar parking zien we reeds twee internetcafés. Wanneer we uiteindelijk onze kamion in een achterafstraatje stilzetten, blijken we op 50 meter van een modern winkelcentrum, met daarin minstens vier internetcafés, te staan. We kunnen de voor de ibook onleesbare discette lezen en copiëren naar een nieuwe discette we zullen eindelijk alle mails kunnen lezen. Ondertussen downloaden we ook enkele nieuwe mails en versturen we enkele files met dagboeken naar het thuisfront. De computers hier zijn zeer snel de verbinding met het net redelijk, hotmail en advalvas zelf zijn hier de belangrijkste vertragende factoren. Het café zlef is lekker fris (airco). Om zes uur zoeken we een slaapplaats even buiten de stad. We passeren langs een soort stadpark waar tientallen families tussen de boompjes op de grond zitten te barbequen, het ruikt er echt lekker. Helaas is het hier te druk om te blijven slapen. We rijden een klein dorpje in. Een man wil ons waarschijnlijk bij hem thuis laten overnachten maar we kunnen hem niet begrijpen, hij overtuigd ons om achter hem te rijden en hij brengt ons terug naar het drukke stadspark. Sofie en Piet moeten al slapen dus maken we rechtsomkeer en parkeren in het kleine dorpje 3 km verder. Murat een jonge turk die engels studeert wil zijn taal oefenen omdat de economie in Turkije nu slecht is. Na het eten gaan Barbara, Naas en Piet mee met mij naar het huis van Murat dat aan de andere kant van het dorp blijkt te liggen. Gelukkig komen we onderweg zijn vader tegen met de tractor en de ganse familie achter in de kar met een paar bakken abricozen en pepers. We rijden het laatste stuk mee in de tractor en bezoeken zijn grote tuin. We eten er perzieken recht van de bomen en drinken thee met de familie. Ze hebben er duidelijk plezier in dat er eens toeristen op bezoek komen. In de donker komen we terug bij de kaainon waar Sofie al slaapt en Heidie probeert vliegen weg te krijgen.

Deze morgen familieraad gehouden: hoe kunnen we er voor zorgen dat tijdens de dagelijkse routinetaken er niet gezaagd wordt van ik wil dat, en hij of zij heeft gisterenen dit of dat gedaan. (zie fylosofie). Tijdens de familieraad spelen Piet en Sofie met lego en duplo op een standmatje.Plots blijkt er naast de vrachtwagen een riviertje te zijn ontstaan; een kanaaltje dat er uit zag als een goot wordt blijkbaar gebruikt om een veld met bergwater te bevloeien. Naas wil wel z'on riviertje in de tuin. De tupperware doos blijkt een schitterende boot te zijn die snel kan varen op dit woest bergriviertje.

Dan de vrachtwagen in en na 90 km vrij vlakke maar bochtige weg komen we om 12u aan in Tercan waar Heidie inkopen doet en waar we nu in de schaduw van een rij populierachtige bomen wachten tot de kip gaar is.

Aktas in de bergen, ongeveer 80 km voorbij Erzurum.

Na de kip met pureepattaten en appelmoes, doen we de buitenbakken open. Dit gebeurd niet elke dag want het is een beetje labeur. De voorraad die we niet dagelijks nodig hebben zit hierin. Voor de kinderen is dit een bijzondere gebeurtenis want in deze bakken zitten er nog dingen waarvan ze niet weten dat we ze mee hebben. Er komen chocolade en brugse koekjes tevoorzijn, vooral alles dat kan smelten mag of moet nu worden opgegeten. We blijven in de schaduw nog wat keuvelen, om vier uur vertrekken we richting Erzurum. We waren van plan even vòòr Erzurum te overnachten maar als we er aankomen blijken de laatste 20 à 30 km industriegebied te zijn en dus niet zo leuk om te overnachten. Wat er van ver uit ziet als een dorpje tegen de bergflank blijkt als we er aan komen een complex van de politie of zo te zijn. We komen uiteindelijk via een vuilnisbelt toch midden in de stad terecht. We rijden er weer uit richting vliegveld, ook aan deze zijde van de stad geen geschikte slaapplaatsen. Uiteindelijk komen we op een voetbalveld terecht waar wat huisjes rond staan. Het blijken logementen van de Atatürk universiteit te zijn. De eerste man die we vragen of we er mogen slapen zegt enthousiast van ja en we krijgen thee. Maar na een kwartier ontstaat er een verhitte discussie tussen verschillende bewoners van het plein. Uiteindelijk verhuizen wij als compromis onze vrachtwagen naar de andere kant van het plein. Na het eten krijgen we bezoek van een koppel met hun oudste dochter, ze brengen thee mee die we in de kamion opdringen, het is een moeilijk gesprek aangezien ze enkel turks spreken en wij niet. Nadat de thee is gedronken moeten we nog mee naar hun huis waar we kennis maken met zijn ouders en hun twee jongste kinderen, we krijgen nootjes met rozijnen en om 23 uur gaan we slapen.

De volgende morgen vertrekken we vrij snel naar het stadscentrum waar we onze non vlakbij de tweelingenmedresse parkeren. Het binnenplein van deze oude school (anno 1270) is prachtig, we drinken er thee en cola. Daarna bezoeken we de andere bezienswaardigheden van Erzurum die allen op wandelafstand liggen: de grote moskee waar er koranschool is, een bedeste (een goed afsluitbaar deel van de markt) uit de zestiende eeuw waar helaas alleen juwelenwinkeljes zijn. We beklimmen ook de klokkentoren in het fort, alwaar we een mooi uitzicht hebbern over de stad. Het vinden van een restaurantje blijkt moeilijker dan gedacht, uiteindelijk eten we heerlijke Kebabbroodjes, en voor 165 bfr hebben we alle zes lekker gegeten en gedronken. Na het eten doen we inkopen in een zeer moderne supermarkt, we vinden alles wat we nodig hebben maar geen azijn (voor de beugel van Barbara) en geen bier (alhoewel we gisteravond wel turken bier zagen drinken). Erzurum blijkt toch wat godsdienstiger te zijn dan de rest van Turkije, we zien reeds vele vrouwen met de zwarte chador (dit wil zeggen alleen de ogen zichtbaar). Sofie zegt: "kijk een zwart spook", het is moeilijk om haar uit te leggen dat dit gewoon vrouwen zijn zoals bij ons, met andere kleren aan. Via drie mooie oude koepelgraven komen we terug aan ons rijdend huis en vertrekken richting Iran. We tanken nog 100 liter diesel waarmee we denkn tot in Iran te raken, aangezien in Iran de diesel ongeveer 40 tot 100 maal goedkoper is (naargelang de koers van de zwarte wisselmarkt volgende week).

Deze avond zien we langs de weg door de bergen een dorpje op 1 km van de weg. We rijden af langs een smal wegeltje en kunnen in een weide parkeren aan de ingang van het dorp. Ik krijg thee van twee vriendelijke mannen in de weide en Heidie wordt met Sofie binnen gevraagd om ayran te drinken samen met de vrouwen. Iets later worden we overspoeld door kinderen. Na het eten en nadat Sofie en Piet slapen ga ik met Heidie het dorp verkennen in de duisternis (het is hier rond 21uur donker). We zoeken de waterbron. Een man spreekt ons aan in het Russisch, hij heeft 6 kinderen en 8 zusters en werkt in Moskou. Er blijken uiteindelijk heelwat bewoners van dit dorp Russisch te spreken. Waar wij geparkeerd staan zijn er een rij nieuwe huizen maar voorbij de brug blijken vrijwel alle huizen te zijn ingestort, duidelijk het gevolg van een aardbeving.

Morgen rijden we verder naar Agri.

Dogubayazit, 35 km voor de iraanse grens, woensdagavond 25 juli 2001, 21u

In Aç Aktas was het uitzicht wondermooi maar er was geen schaduw en er waren massa vrij opdringerige kinderen. (ramptoeristen zegt Barbara) We waren dus al vroeg op de weg. Het eerste deel van het trajekt naar Agri verliep door de bergen, door smalle kloven langs snelstromende bergrivieren. Bergpassen tot 2300 meter. Een prachtig landschap met toch veel landbouw, koeien en schapen. Overal is men aan het oogsten, we zien zowel de echte New Holland pikdorsers uit Zedelgem (hier in het oosten minder dan in centraal Turkije) als de voorlopers ervan (maaiers achter een tractor) als de voorlopers van de voorlopers van de pikdorsers (maaiers achter een paard). Sommige velden worden nog met zeis en hark geoogst.

Agri is een groezelig oud stadje, maar terwijl ik met Barbara een drietal internetcafés afdweil (tot we een vinden die onze discettes kan lezen) ontdekken Heidie en Sofie zowaar een gezellige verkeersvrije winkelstraat. Onze laatste Turkse lires moeten de portefuille uit. We gaan naar het restaurant en eten en drinken à volonté (11.000.000 Tl). We kopen een nietjesmachiene (we worden opgelicht: voor 5.000.000 Tl) en een wekker (zodat we de Vlaamse tijd ergens kunnen bijhouden) en acht bleekblauwe wasknijpers. Dan wordt de middagzon ons te warm en we snorren richting iraanse grens. In Dogubayazit houd de chauffeur het voor bekeken. We kopen 2,5 liter pepsi en 2 blikken bier (in oost-turkije een zeldzaamheid, maar hier op 35 km van een alcoholvrij land duidelijk een winstgevende handel voor de smokkel. Langs de toegangsweg van Dogubayazit ligt het vol met grote brandstoftanks en vaten, duidelijk smokkel in de andere richting.

Wanneer we aan de stadsrand een slaapplaats zoeken wijst een turk ons naar Ishak Pasa Saraya. We geloven niet dat daar boven op de bergen een slaapplaats zou kunnen zijn, maar rijden er toch heen (aan 5 km per uur de steile berg op) en vinden er tot onze grote verbazing een camping waar we heelwat overlanders ontmoeten: vier brusselse motorrijders die uit Delhi komen, 2 duitsers en een deen die naar India gaan, en een stel nederlanders die we helpen aan stopmiddel voor hun defecte uitlaat.

We besluiten hier een rustdag in te voeren en hier op 5 km van de stad, twee nachten te blijven slapen. Er is hier water en een schaduwrijk graspleintje tussen de bomen (hier een echte zeldzaamheid) Voor het eerst zetten we op vraag van Naas de vorenste daktent op; hij hoopt dat het morgenochtend daardoor wat langer koel zal blijven in zijn bed. Ik doe met Naas een avondwandeling tot aan de residentie van Ishak Pasa.

terug naar boven