zestiende week

Pokhara, 22 oktober 2001

We kwamen gisteren terug van onze trekking naar Poon Hill, onderweg noteerde ik volgende dagboek:

Ulleri Hill Top Rest House, 17 oktober, 16u30

We hebben zojuist een schriftje gekocht want de computer is beneden in Pokhara gebleven. Het dagboek blijft dus up to date ook in de Himalaya. De wolken zijn aan het zakken en het wordt hier fris, we halen onze pollartec flees boven.

We bestellen nu al ons avondmaal. De achterkant van het schriftje is een LUDO spelbord. De reglementen van LUDO kennen we niet maar het bord lijkt op een "mens erger je niet" bord en we spelen dus "mens erger je niet". De pionnen zijn steentjes (twee spelers in wit papier en gestreepd papier gewikkeld, een speler met gewone steentjes. Piet wint en eet heerlijke gebakken pattatjes. Naas krijgt spaghetti met tomaat en ajuin. Voor mij een mixed spaghetti. Koken kunnen ze hier wel, alles wat we bestellen is lekker.

Deze morgen waren we vroeg uit de veren. Om zes uur ontbijt (de drager is al aan het wachten), de taxi in (staat ook te wachten). We moeten 40 km verder naar Nayapul. Onderweg krijgen we hier en daar prachtige uitzichten op de Annapurnaketen met de Macchepuchare op de voorgrond. De weg is goed en om 8 uur kunnen we de river oversteken en aan de tocht naar Poon Hill beginnen.

Het eerste deel van het pad is vrij vlak. We moeten een paar rivieren over, de hangbruggen zijn gelukkig zeer goed. De dorpjes onderweg zien er zeer verzorgd uir. Alles is netjes geschilderd vooral in het fel blauw.

Terwijl wij klimmen bestaan de tegenliggers vooral uit grote kudden schapen die helemaal uit Tibet komen. De kudden zijn 100 tot 500 man (bok) sterk. Elk die blijkt in Pokhara ter gelegenheid van het Durga-festival 3000 tot 5000 roepies waard te zijn. Rijke herders? Het duurt 1 tot 2 maanden om de schapen helemaal uit Tibet te halen, via Mustang en de vallei tussen het Daulagiri en Annapurna-massief.

Om het kwartier komen we een theehuis tegen. In Hille drink ik dan ook thee, en de kinderen cola. Een half uur later (in Tirkhedhunga) eet Piet een eitje en Naas en ik gebakken groentenrijst.

De namiddagtoch is veel lastiger; de gehele weg naar Ulleri bestaat uit trappen. We klimmen 7 halletorens. Piet vraagt telkens hoeveel halletorens we nog moeten klimmen. Sommige trappen zijn nogal hoog voor zijn kleine beentjjes. NNa meer dan twee uur klimmen bereiken we Ulleri. Aan het eerste theehuis van het dorp stoppen we voor een drankje. We klimmen nog een kwartier en vinden in het dorpscentrum het zeer sobere maar propere "Hill top Guest House". De kamer met drie bedden is ideaal voor ons. Piet rust en ik verken met Naas het kleine dorpje; we kopen een schriftje.

Tegen zes uur begint het te regenen. We zitten alle dire vroeg in bed, vermoeid van de lange tocht bergop.

780 meter klimmen van Ulleri naar Gorepani, 18 oktober

Als ontbijt bestellen we gebakken ei en warme drank (Piet neemt echter een cola) We halen ons trekkersbrood boven en de yakkaas, een heerlijk en compleet ontbijt.

De Annapurna South komt tussen de wolken en de heuvels tevoorschijn. Om acht uur zijn we onderweg. Het pad is minder steil dan gisteren. We ontmoeten evenveel toeristen en schapen als gisteren. Het eerste deel van de tocht gaat volgens onze reisgids door een bamboebos maar de bamboe is veree van indrukwekkend.

In een theehuis onderweg ontmoeten we een hollands koppen met zoon Joep (4 jaar) Joep reis op een muilezel, z'n ouders komen hier al 11 jaar en blijken iedereen te kennen. Ze spreken vrij goed nepalees en worden uiterst hartelijk ontvangen. Ze hebben duidelijk geen toeristenstatuut maar een gastenstatuut. In dit zeer toeristische land lijkt dit mij wel een krachttoer; de taal zal wel de sleutel zijn.

Het tweede deel van de tocht gaat door het rododendronbos. Het is er zeer vochtig en lekker fris om te stappen. De bomen begroeid met mossen en lianen. Het pad is nat en af en toe slijkerig. De kunnen tibetaanse schapen slieren naar beneden. Vandaag gaan we 800 meter naar boven. We lassen wat meer rustpauzes is. Piet maakt onderweg een stokkewasserij. Op de overkant van de vallei zit een grote app ons aan te kijken me een prachtige witte kop met pikzwart gezicht. Even verder ontdekt Naas een mooie zwart rode vogel. De houuzagers zijn bezig met een 180 jaar oude boom.

Tegen de middag zijn we tien halletorens hoger en ter bestemming: Gorepani. Een kluster van een tiental hotelletjes die er van ver als één groot blauw hotel uit zien. Piet mag het hotel kiezen. Hij kiest zeer goed, gezelliger en properder dan gisteren. We ontmoeten er vier israeli en leren een nieuw kaartspel. Het wordt een rustige namiddag. We nemen een warme douche, spelen een beetje in de verwarmde eetzaal, kijken naar de passanten. Vooral schapen die moeite hebben om de straat te vinden en dan plots met 50 op het balkon van het hotel staan. 's Avonds eet Piet pizza, Naas en ik momo. Om zeven uur zitten Piet en Naas in bed. Ik babbel nog wat met de israeli en ga dan ook vroeg slapen; morgen willen we om 5u30 opstaan, we moeten zo vroeg mogelijk op Poon Hill zijn, maar ik wil met de kinderen niet in het donker vertrekken zoals de meesten doen.

Poonhill op en naar Tadopani 19 oktober

De wekker loopt af om 5u20 en om 6 uur zijn we inderdaad onderweg naar Poon Hill. Er zijn veel te veel wolken maar onderweg naar boven zien we toch de Daulaghiri in het oranje van de zonsopgang tussen de wolken. Terwijl wij vijf halletorens naar boven klimmen komer er ongeveer 100 mensen naar beneden. Boven gekomen zien we prachtige ....... wolken. We hebben ons ontbijt mee naar boven en vinden er warme chocolademelk en koffie. Tijdens ons ontbijt verdwijnen de laatste kijkers, en even later komen er gelukkig nog twee grote gaten in de wolken. We krijgen Annapurna II en IV duidelijk te zien. Naas en Piet zijn tevreden dat de bergen speciaal voor ons teruggekomen zijn. Na een uurtje dalen we terug af naar Gorepani.

We pikken onze bagage op in het Shikhar Guest House en vertrekken naar Tadopani. Tot onze verbazing moeten we toch weer bergop (een paar halletorens) Dit pad is veel smaller en minder aangelegd dan de twee vorige dagen, het is nat en af en toe slijkerig. Na de klim blijven we een lange tijd boven op de heuvelrug vooralleer de sterke afdaling door het rododendronbos te beginnen naar Deurali.

Deurali is een echte souvenierwinkel. Vrijwel iedereen stopt er omdat er langs deze weg veel minder theehuizen zijn. Ik babbel er wat met een amerikaanse moeder en dochter. Moeder is volgens mij tussen de 65 en de 75 jaar oud en langs deze paden is dit niet zo evident.

We stappen door naar Banthanati waar we eten; ik probeer het typisch nepalese dal bath: rijst met linzensaus, spinazieachtige groenten en straffe pattatjes. Piet speelt er met zijn kipling-aapje dat als verstekeling mee kwam samen met een israelis meisjes. We stappen verder door de wolken. Het bos is zeer vochtig, de bomen zijn overal begroeid met mossen en lianen, een echte jungle.

Om vier uur zijn we in Tadopani, de lodges zijn er ouder en minder verzorgd. We doen was aan hotelshopping samen met de israeli die vandaag hetzelfde trajekt volgden. Het hotle is niet zeer verzorgd maar de bediening is zeer opgewekd. We zetten ons aan de verwarmde tafel en spelen schaak (ook Piet) en daarna "shithead" met de israeli. Het hotel is volgeboekt en alle gasten zitten aan dezelfde tafel; het is een gezellige boel met elf nationaliteiten.

Na het avondeten wordt er nog wat gespeeld. Om zeven uur gaan de kinderen slapen en tegen 8u30 zijn vrijwel alle trekkers gaan slapen en ga ik dus ook maar onder de dekens. Morgen kunnen we uitslapen want we moeten maar drie uur stappen.

Van Tadopani naar Gandruk 20 oktober

Een volgeboekt hotel dat ontwaakt is nogal lawaaierig en zij die ver moeten vertrekken vroeg, dus lang slapen is er niet bij. We ontbijten met brood uit Pokhara en gebakken eitjes en een 'kleine' kan (die vrij groot is) warme chocolademelk, aan de warme tafel.

Buiten is het zo mistig dat het bijna motregend. Tegen acht uur vertrekken we met een groepje nederlanders richting Chandruk. Het bos is met deze hoge vochtigheid nog meer een jungle. We dalen steil af in zeer diepe valleien en moeten over vele kleine riviertjes. Slechts af en toe zijn er stenen trappen. Meestal zijn het de wortels van de bomen die op het uitgesleten pad de onregelmatige trappen vormen. Piet raakt stilaan gewoon aan het vinden van de juiste stapstenen en de kleine trapjes, hij huppelt naar beneden. Ondertussen spelen we "ik zie, ik zie wat jij niet ziet" en ook "ik zie niet, ik zie niet, wat jij ook niet ziet".

Het blijft de hele morgen fris en vochtig. Tegen de middag komen we het rododendronbos uit en ariiveren we in Chandruk. De hotelletjes liggen hier op een steile helling ver van elkaar. We zoeken tevergeefs de nederlanders, die voor ons liepen, want een leeg hotel lijkt ons maar niets. We vinden toch een gezellig hotelletje dat langzaam vol loopt.

Na het middagmaal verkennen we het dorp. Chandruk is een echt boeredorp en veel groter dan de vorige gehuchtjes waar we sliepen en die voor 80% uit toeristische accomodatie bestaan. We stappen binnen in een piepklein muzeum en zien de boeren met twee buffels hun piepkleine veldjes op de steile helling (in terrascultuur natuurlijk) ploegen. Piet wordt geprikt door een zeer venijnige netelsoort en heeft even veel verdriet. We gaan terug naar het hotel Sakura en nemen er alledrie een halfwarme douche (de zonneboilers werken niet zeer goed als er geen zon is)

Ondertussen komt de hemel een beetje open en krijgen we wat zon. Tegen de avond krijgen we twee maal vijf minuten de Huinchuli en de Annapurna South te zien vanop het terrasje van het hotel. We gaan iets hoger in het dorp om de zonsondergang op de bergen te zien. De oranje berg tussen de wolken lijkt niet echt. In de schemering komt de Huinchuli volledig vrij uit de wolken. We genieten ervan tijdens onz avondmaal.

Laatste dag van de trekking, Zondag 21 oktober 2001

Om 6 uur staan we op, het is prachtig helder weer en we gaan iets hoger in het dorp (Gandruk) naar de zonsopgang op de bergen kijken. We hebben een prachtig zicht op Annapurna South en de veel kleinere Hiunchuli. Ook de Macchapuchhre die iets verder ligt is goed te zien. De Annapurna III en de Gangapurna zien er niet zo indrukwekkend uit omdat ze iets verderaf liggen maar maken het zicht toch kompleet. Het weer is zeer goed en we huppelen vlot 900 meter naar beneden eerst langs vele vele trappen en wat rustiger aan tussen de rijstvelden tot we helemaal beneden in de vallei verder langs de Modi Khola (rivier) terug naar ons vertrekpunt in Birethani wandelen. Het laatste stuk gaat zeer vlot want het gaat zachtjes naar beneden.

In Naya-Pul gekomen staat de bus naar Pokhara op ons te wachten. Na tien kilometer bergop stop de bus midden op de weg om water bij te vullen in de radiator. Maar blijkbaar loopt het water even snel weg als het wordt bijgevuld zodat de motorkap open moet. Er komt wat stoom binnen in de bus en de mecanicien beginnen met de herstelling. Er wordt een vod in stukken gescheurd en ergens rond een buis geknobbeld. Na een kwartier wordt de bus weer gestart en kunnen we verder, richting Pokhara. In het busstation in Pohkara nemen we direct een taxi naar de camping. Sofie en Barbara zijn naar het restaurant maar mama Heidie is zeer blij dat we terug zijn. Ze was bezig met de grote kuis van de non en verwachte ons pas tegen de avond.

Heidie schreef ook een dagboek dus hebben we er deze week twee:

17 oktober

Onze mannen zijn de piste uit, en moeder mag ook eens een paar woorden zeggen.....

Zalig is het om eens een paar dagen te kamperen aan het meer. De camping is niet meer dan een grote weide , afdalend naar het meer toe, met hier en daar een paar bomen; ergens in een uithoek een paar "kletsekiezige" WC's (die wij gelukkig niet vandoen hebben) en aan de ander kant een klein winkeltje. Het is het seizoen voor de trekkings, dus elke nacht kamperen hier een paar bussen vol toeristen, die dan samen met hun dragers hun kamp opslaan en 'smorgens vroeg weer alles afbreken en opstappen. Elke avond horen we opnieuw dezelfde tam-tam gezangen rond een vuurtje, ideaal voor ons om rustig in slaap te vallen.

Even buiten de camping dan hebben we alles om te overleven: restaurantjes, aupermaktjes en... boekenwinkels. Net zoals in Kathmandoe is hier een bloeiende handel in tweedehandsboeken, vooral engelse, maar toch ook een weinig duitse, franse en nederlandstalige boeken zijn te koop. 5O% van de aankoopprijs krijg je terug als je je uitgelezen boek terugbrengt, en zo blijven de boeken circuleren.

Vandaag een hele tustige dag met was en plas, luchten van de slaapzakken en ander noodazkleijk-huishoudelijk kwaad. In de late voormiddag trek ik eens alleen (zalig) de straat op en kom anderhalfuur later terug met wat inkopen: mangosapjes voor Sofie, yoghurtdrankjes voor Barbara, lekkere yakkaas, romaten, koekjes, gedroogd buffelvlees, een blok waszeep en een stuk afwaszeep, wassponsje.

Aangezien de frietjes van gisteravond - vooral die (te) grote hoeveelheid - nogal op Sofietjs maag liggen, ze veel heeft moeten braken, besluiten we nmaar een boterhammetje te eten. 's Namiddags wordt er gelezen en gespeeld, en Barbara gaat emailen,

Niet uitgeslapen (om zes uur opgestaan met de jongens) is onze kleine spruit één en al moeheid zodat we (=Barbara) haar rond 16 uur in bed draaien voor een dutje. Terwijl ze slaapt beginnen er wolken op te komen, er zijn "flikkerlichten en donderblokken" en nog iets vroeger dan gewoonlijk wordt het donker; ons poppemietje blijft doorslapen; voorwel etentje op restaurant! Als de regen op gehouden is haal ik in een typisch Nepalees eethuisje een schaal eten: gekookte rijst, dahl, groentenstoverijtje, fris sausje enz, en dat voor 50 Rps (80 eurocent). Het smaakt lekker. Barbara gaat Sofietje vervoegen op het dak en ik ruim nog wat op, vul de avond met lezen, wassen en slapen. Midden in de nacht maakt er een bende amerikaanse toeristen verschrikkelijk veel lawaai, ik denk dat er een paar straalbezopen bijliepen.

18 oktober

's Morgens wordt ik wakker door een klein handje van een klein meisje. Ik denk meteen aan de mannen, zouden ze al wakker zijn (Ja) , heeft Piet geen las van zijn voetjes (Neen)? Zijn ze niet uitgeregend...(Neen)? Ik verlang al om hun relaas te horen of om koens dagboek te lezen.

Sofie heeft grote honger van zoveel te slapen. Ze eet peperkoek en kaas nadat ze met mij meestapte naar de bakker. Na het ontbijt vertrekken we te voet naar de dam-side enkele kilometers verderop. We nemen enkele uitgelezen thuis-boeken mee (die niet voor herlezing vatbaar zijn) en slagen erin die te wisselen voor één goed en dik boek (John Irving, de verde hand). We kunnen het niet laten meerdere boekenwinkels binnen te stappen, en zo worden we ook rechtmatig eigenaar van "donna tarts geheime geschiedenis".

Het is hier verschrikkelijk toeristisch en de straat is dan ook een aaneenschakeling van eethuizen, hotelletjes, souvenirswinkeltjes, dat is wel eens leuk als het maar niet te lang duurt. Ik koop een kleedje enog wat wierook voor Barbara en een klein boek voor Sofie. Als we bij de dam gekomen zijn is Sofie moe en wil ze naar de non. Niet willen toegeven aan de hoge taxiprijzen stappen we stilaan terug. Als we dan toch ergens op een bus stappen blijkt.... dat hij maar een paar honderd meter verder rijdt en daar stopt. Barbara heeft veel lol en het laatste eindje naar huis stappen we weer.

Het is al na de midaag als we terug in de non zijn. Er wordt weer gelezen en gespeeld en rond 15 uur bakt Barbara een eitje met een worste en tomaat en daarna wordt weer gelezen en gespeeld, de lucht wordt alweer grijs en het regent wat.

Er komen nieuwe buren: een kopel duitsers vraagt me als het altijd slecht weer is. (Neehoor, vanmorgen was het stralend, heel warm in de zon, en gewoon zalig in de schaduw) Ik maak nog een praatje met de nieuwe overlanders, en dan gaan we eten.

Achtste dag in Pokhara, Maandag 23 oktober 2001

Mijn eerste werk in de morgen is om naar het winkeltje te gaan waar ik vorige week de voeding van onze frigo achterliet. Het duurt wel een uur vooralleer ik de gebuur van de winkelier kan overtuigen mee te komen naar de kamion om de voeding te testen. De test is niet succesvol; gelukkig heb ik nog niets betaald. De buurman zegt dat de winkelier over een uurtjes zelf zal komen. Ik vind in het stadcentrum ook een batterijlader maar heb geen geld genoeg mee.

Naas organiseerd een kermis voor de kinderen: er zijn verschillende attracties en een combikaart kost twee roepies. Vooral de tol die hij maakte met de mand die we kocht voor de trekking heeft veel succes.

Na de middag moet ik inkopen doen want morgen begint er een hindu-festival terere van de godin Durga die vijf dagen zal duren en men zegt dat er dan zeer veel dingen gesloten zijn. Ik ga eerst naar de bank om de hoek en fiets dan terug naar de stad. Eerst wip ik binnen bij de frigohersteller die beloofd om 18u naar de camping te komen. Daarna ga ik eten gaan kopen (vooral groenten en fruit, en chips en chocolade voor de verjaardag van Sofie). Verder schaf ik mij een nieuw voltmetertje aan en ga de batterijlader kopen. Met een volgeladen minifiets arriveer ik rond 16u30 op de camping. Ik installeer de batterijlader en tegen 18u30 ga ik met Barbara en Naas brood, kaas en mangodrankjes voor Sofie's verjaardag kopen in de winkelstraat om de hoek.

Tegen 19u30 arriveren de frigoherstellers, ze meten alles uit en nemen de voeding mee naar hun winkeltje, ze beloven morgen tegen 11 uur terug te komen.

Negende dag in Pokhara, Dinsdag 23 oktober 2001

Deze morgen heb ik een echt projekt (mijn zus Katie - leeft gij nog? - indachtig): de nieuwe gordijntjes aan de zij en achterdeur moeten worden opgehangen. Het projekt is al om 11 uur voltooid. Heidie laat de flees-slaapzakken was met de nieuwe wasmachine van de camping.

We gaan wat babbelen met de verschillende buren. Vooral de slovenen zijn bezig met een bizar stukje administratie: ze proberen hun auto aan de Nepalese regering te schenken. Ze gaan elke dag naar he politiebureau en hopen over enkele dagen te kunnen vertrekken. De oostenrijkers zijn naar India vertrokken. De duitser gaan morgen voor enkele weken op trekking.

Naas studeert engels. Barbara leest een nederlands boek dat ze in een van de vele tweedehandswinkels kocht. Ik studeer in het boekje over het onderhoud van de MAN vrachtwagen, weldra moet eens alles gesmeerd worden, ik dacht van dit in Pokhara te doen maar de garages zijn te ver van de camping en de volgende vijf dagen zullen de meeste garages wel gesloten zijn. Maar allé in Indie zijn er meer vrachtwagens, dus misschien ook meer garages.

Op de middag gaan we in het rooftoprestaurant eten. Piet en Sofie eten frietjes met kip aan een afzonderlijk laag tafeltje, ze worden door de ober echt in de watten gelegd. Wij eten mexicaanse enchilada's (lekker en veel)

Het is drie uur als we terug op de camping zijn en ik ga achter de computer zitten om wat brieven te schrijven. Piet heeft wat moeite om een rekenblaadje op te lossen.

Het is nu al kwart voor vijf en de frigoherstellers zijn nog niet gekomen, morgen wordt onze laatste dag in Pokhara, we vieren dan Sofie's vierde verjaardag.

Tiende dag in Pokhara, Woensdag 24 oktober 2001

Sofie wordt vier jaar, hiep hiep hoera. De kamion is vanbinnen versiert en als Sofie opstaat en het zeer mooi weer is wordt ook de buitenkant van de kamion vol ballonnen gehangen. De mand die we kochten voor de trekking werd gevuld met geschenken voor Sofie. Tijdens het ontbijt mag Sofie de mand openmaken. zevenentwintig mangosapjes, een pak rietjes, een pak speelkaarten (cd rom), snoepjes, ballonnen, een kroon, wenskaartjes, een kleurboek,....

Na het ontbijt besluiten we de taxi te nemen naar Sarangkot. We rijden in een spikslinternieuw autootje (on test staat er op) naar de heuveltop, eertst moet de chauffeur zijn vrouw nog verwitttigen en dan rijden we tot aan het einde van de asfalt. We krijgen een prachtig zicht op een ganse rij bergen van het Annapurnamassief. De top van Sarangkot ligt echter nog een paar honderd meter hoger; Naas is onmiddellijk vertrokken maar halverwege gaan alleen de ervaren trekkers door. Op de top staat een uitzichttorentje en laat ook het Daulaghirimassief zich zien. Tegen 11u30 zijn we terug aan de taxi en laten ons weer aan de camping afzetten.

's Middags eten we op speciaal verzoek van de jarige: kip met appelmoes en pureepattatjes.

Pa voelt zich niet al te best en gaat rusten.Ma gaat winkelen. Tegen 16u30 gaan we een bootje huren en varen het meer op. We roeien tot aan een eilandje met een tempeltje erop en keren tegen de duisternis terug naar de kamion.

We beslissen een dag lenger in Pokhara te blijven om de Rhinofebryl de kans te geven de griepvirussen klein te krijgen.

Elfde dag in Pokhara, Donderdag 25 oktober 2001

Gegrepen door een verkoudheid of ene griep, dus een rustige dag. Eerst lang slapen dan wat babbelen met de Slovenen die nog steeds niet kunnen vertrekken (hun autotje moet eerst officieel overgedragen worden aan de Nepalese staat) Wat computeren en dan naar het internetcafé; het is pas in het vierde internetcafé dat ze én een diskettedrive hebben, én een die werkt, én een deftig wordprocessingsprogramma hebben. De verbinden is traag en duur (5 roepies per minnuut)

`terug naar boven