twintigste week

Ajanta Vrijdagavond 16 november

Ajanta Caves ergens in het hol van pluto.

Een der mannen die het engels machtig is komt mij deze morgen uitnodigen om thee te drinken bij hem thuis. Ik leg hem uit dat wij een rustiger plaats gaan opzoeken want dat we het niet aangenaam vinden dat er een vijftigtal mannen en kinderen staan te kijken bij elke beweging die we doen. Het enige antwoord die we krijgen is dat die mannen niet gevaarlijk zijn en ons niet storen. Hij kan duidelijk absoluut niet begrijpen dat het kijken op zich een vorm van storen zou zijn, alhoewel we die meermaal probeerden uit te leggen.

De laatste 25 kilometer op de NH3 zijn snel voorbij, we ontmoeten een groep nomaden met kamelen en moeten niet door Dhule want we kunnen via een ringweg naar de NH6 richting Jalgoan. Eerst nog tanken, de diesel is geen probleem (alhoewel duurder dan verwacht 19,70 rupies de liter daar waar men ons verteld had dat de prijs in de omgeving van Bombay de laagste zou zijn.) Om uit te leggen dat we ook een watertank hebben die we willen vullen duurt het een stuk langer en om de tank te vullen duurt het nog langer. De NH6 is gelukkig een goede weg. Van ons trajekt naar Jalgoan zullen we vooral de opschriften in het Hindlish (dus hier geen toevallige spellingsfouten, maar een letterlijk overnemen van de tekst)langs de weg lang onthouden:

Helaas zijn de helft van deze opschriften in het Hindi (of waarschijnlijker in het Marathi) en kunnen we ze niet lezen, een half gat in onze cultuur. Verder herdopen we de verdomde verkeersdrempels in brakers, ze zijn hier meestal met een verkeersbordje aangeduid (natuurlijk niet vooraf maar met een pijl naar beneden op de plaats waar de drempel is) maar ze verschijnen echt te pas en te onpas: aan een kruispunt, aan een spoorweg, aan een politiestation of militair kamp en soms ook aan of in een dorp.

Blijkbaar is het Dewali festival nog niet voorbij, vandaag zien we wel geen geschilderde koeien maar rijdende tempeltjes. Sommige tempels zijn op ossekarren gebouwd en andere op fietsriksja's.

In Jalgoan proberen we een bank te vinden waar we onze visakaart kunnen gebruiken om Roepies op te nemen. Helaas accepteren de ATM's geen visakaart en zijn de banken twee dagen gesloten voor het Dewali-festival. We rijden wat verder de stad in en kopen er eten, drinken en ijs. Als we Jalgoan buitenrijden is het al twee uur we eten aan het verlaten vliegveld. Iets verder zien we een merkwaardige kudde paardjes: ze vervoeren vele piepjonge schapen in wollen zakken, we zien enkel de kopjes uit de zakken steken. Elk paardje vervoert vier tot zes schaapjes; dit vindt Sofie leuk.

Tegen vier uur hebben we de laatste 50 kilometer naar de Ajanta groten afgelegd. We zoeken er een slaapplaats die we vinden naast het Forest Rest House. De parking aan de grotten lijkt ons vandaag iets te druk, er zijn vele indische toeristen die duidelijk het Dewali-festival gebruiken om een reisje te maken.

Ellora Zaterdagavond 17 november

Ellora Caves, het hol van iemand anders

Inderdaad deze morgen zaten we nog in het hol van Pluto, de nacht was bijzonder rustig naast het Forest Rest House. Gelukkig waren we om negen uur al aan de ingang van de grotten. De buitenlanders moeten weer 25 keer meer betalen dan de indiërs die hier vandaag met velen zijn. Principieel vraag ik het klachtenboek maar dat hebben ze hier niet. Heidie is met Sofie en maagklachten in de kamion gebleven dus kopen we maar één ticket. De grotten dateren uit de tweede tot zevende eeuw en werden pas begin negentiende eeuw herontdekt door engelse tijgerjagers.

Vijf grotten zijn tempels, de vijfentwintig andere zijn kloosters waar vroeger samen ongeveer 200 monniken leefden. Ze zijn volledig uitgehakt uit de rotswand, die de oever in een scherpe bocht van een riviertje vormt. De groep grotten heeft zo de vorm van een hoefijzer. De grotten hebben meestal veel pilaren en enkele grote beelden. De meeste wanden zijn met fresco's bedekt. Deze fresco's zijn werkelijk zeer gedetialeerd en gezien hun ouderdom zeer speciaal. De gezichten zijn zeer realistische en expresief, de gebouwen zijn met een enigsinds vertekend perspectief getekend. (stijl vlaamse primitieven). De vele dieren en bloemen zijn ook uitermate realistisch afgebeeld.

De toerische uitbating en de vroegere pogingen tot conservatie zijn echter redelijk rampzalig. Vooreerst is er langs de grotten een betonnen pad aangelegd, zodat de afgelegen sfeer volledig weg is (vroeger had elk klooster waarschijnlijk een steile trap vanuit de rivier). De grotten zijn afgesloten met lelijke tralies in opvallend blauw geschilderde kaders. De fresco's werden ooit vernist en cement en gewapend beton de portalen van de grotten aan het "restaureren", de technieken die men voor het betonneren gebruikt zijn die van 40 jaar geleden in Vlaanderen, dus over veertig jaar zijn alle portalen van deze grotten vrijwel zeker slachtoffer van betonrot.

Tegen elf uur hebben we de meeste grotten bezocht en gaan we wat kristallen zoeken aan de rivier. Iets voorbij de grotten is er een mooi watervalletje (waarschijnlijk een grote waterval in het moessonseizoen), met een groot meertje aan de voet van de waterval. We vinden er enkele kristallen en enkele zeer vervelende kristallenverkopers. Als ik de kristallen die ze in mijn handen propten hardnekkig als geschenk blijf beschouwen druipen ze uiteindelijk af, met enkele kristallen minder in hun prop krantenpapier.

We eten boterhammen in de kamion en vertrekken naar Aurangabad. Halverwege blijkt er een weg rechtstreeks naar Ellora te bestaan die niet via Aurangabad loopt. We rijden dus maar naar Ellora waar we om vier uur aankomen en kunnen parkeren tussen de bungalo's van het Kailash hotel voor 200 roepies.We krijgen een frisse regenbui over onze kop, die gelukkig stopt voor het donker wordt.

Vervolg door de reporter ter plaatse:

Sofie is groot: sinds haar vierde verjaardag is ze het duimzuigen aan het afleren, na drie weken is het zover: gedaan met de duim. En daarom krijgt ze heerlijke pannekoekentaart door Barbara gebakken. Ze mag met haar kroon op haar hoofd vier kaarsjes uitblazen (wat we eigenlijk vergeten waren op haar verjaardag) Ze glundert maar als de kaarjes niet uit te blazen zijn en telkens weer vlam schieten kijk ze heel beduusd.

Bezoek aan de Ellora grotten en naar Aurangabad, Zondag 18 november

Van de reporter ter plaatse:

We bezoeken de ellora caves, ze zijn slechts duizend jaar oud en we ruiken de stank van vele vleermuizen. Op de middag zijn we terug in de non, ruimen de boel op en maken ons huis vertrekkensklaar. Daarna gaan we eten in het Kailashotel, de vier grote eten thali (een dagschotel dus) de kleintjes - hoe kan het anders- frieten, het is een grote portie en ze zijn tevreden, met je raadt het nooit - kip - .

We vertrekken naar Aurangabad waar we in de namiddag toekomen. We belanden in MTDC Holiday Resort waar de manager afwezig blijkt tot half zes, en het personeel ons niet kan garanderen dat we hier kunnen parkeren. In afwachting rijden we toch de tuin in en Koen moet even van zijn tak maken tegen de security man die vindt dat we outside moeten wachten. Intussen spelen Piet en Sofie in de grote tuin met speeltuin, en komt een indische familie een praatje met ons maken. Als het donker geworden is en de manager is aangekomen, is er nog wat palaver nodig alvorens we mogen blijven, wat ook gebeurt. Als het donker is en de kindjes slapen gaan Barbara en Koen internetten en zijn pas laat terug. Dat emailen is altijd een gedoe, jammer dat het niet mogelijk is vanuit de non, dan zouden we misschien alle mails beantwoorden.

Maandag 19 november

Van de reporter ter plaatse:

Het werk blijft koen meedogenloos achtervolgen. In de voormiddag moet hij helaas een paar brieven (neen: mails) schrijven, helaas. Barbara en de kleintjes zijn in de tuin als Naas en ik wat boodschappen doen, cake en brood en groenten.

's Middags eten we bij Food-lovers, een heel leuk restaurant, de vloer in aarde, het dak in bamboe? Koen en ik eten mutton mughlai en rijst. P., S. en N. pizza en B springrolls, en het is lekker.

Het is rond 15 uur als we vertrekken naar de stad Aurangabad. Een ricksja dropt ons aan de taj machal voor de armen: het graf van Rabia Daurani, maar half zo groot als de echte taj machal. Niet zo wit en blinkend als zijn grote broer (want in pleister in plaats van marmer) maar als grafzerk kun je het niet bescheiden noemen. (alhoewel er binnenin geen sjieke zerk staat maar de kist is afgedekt met een laag gewone aarde met een doek erover als teken van bescheidenheid)

We gaan een kijk nemen naar een watermolen uit 1700 en hebben lol met het idee dat de Indiers dit als bezienswaardigheid beschouwen. Tegen vijf uur belanden we in het centrum van de oude stad. het is er nogal druk maar gezellig, we ontdekken een overdekt groentenmarktje - heel mooi - en genieten van de sfeer. Het begint te donkeren en helaas worden de kleintjes moe. Op de fruit en groentenmarkt vinden we een veel uitgebreider gamma dan de vorige weken, hopelijks blijft dit zo in dit deel van Indië: er zijn voor het eerst weer meloenen en watermeloenen (niet meer gezien sinds Pakistan), wortelen en allerhande bieten, ananas (laatste keer in Pokhara), druiven, papaya (en natuurlijk ook bananen, appelsienen en mandarijnen, limoenen en citroenen, appels)

Op weg naar de zee, Dinsdag 20 november

Vandaag weer eens een doodgewone saaie dinsdag. Na het opkrassen en voor het wegwezen moet koen noodgedwongen nog een cybercafe opzoeken. Azie is nu eenmaal geen europa, (maar lijkt verdraaid goed op afrika) en her werd een moeilijke operatie. Het eerste cafe dat normaal opent om 8u30 was een uur later nog ferm gesloten. Het tweede cafe was bijna open, t.t.z. de baas was er, de goede man had helaas zijn sleutel vergeten. En zo ging het maar door en na veel heen en weer geloop kwamen vader en dochter van een kale reis thuis. Ze zijn opnieuw vertrokken, alweer zonder succes. We vertrekken dan maar met onze non en wat komen we tegen langs de weg? Juist, ja ! Een half uurtje later kunnen we de stad uitrijden en zetten we koers richting Ahmadnagar.

Op de middag houden we halt onder een boom , kwestie van een beetje schaduw want de laatste dagen is het hier weer nogal warm. We eten wortelbloemetjes met erwten en patatjes en met een blikje corned -beef uit Nepal probeer ik een eetbaar sausje te toveren, wat niet zo vanzelfsprekend is, aangezien het goedje op zichzelf niet te pruimen is. Soyasaus, tomaten ajuintjes en een heleboel inheemse kruiden doen wonderen, want de beef wordt met smaak tot het einde toe veroberd.

Als we weer op weg zijn legt sofie haar kopje neer en slaapt een uurtje, terwijl piet een beetje vervelend is, barbara ook slaapt, naas vooraan zit, koen achter het stuur zit, en ik probeer te lezen. Bie een marktje kopen we een ananas, papayas en natuurlijk eeuwige bananen.

We komen aan een tol-plaza waar met koeien van letters het tarief uithangt: 25 rps voor vrachtwagens en bussen, 40 voor zwaardere voertuigen met meerdere assen. Vraagt die snul doodernstig 40 rps, hij krijgt er 25 . We willen doorrijden maar natuurlijk wordt de slagboom voor onze neus neergehaald. Geen probleem, we blokeren de doorgang en weigeren meer te betalen. Achter ons komt een vrachtwagen militairen en ik roep naar de chauffeur dat ze 40 vragen . Direct was het probleem van de baan, we krijgen een ticket en betalen 25. Met heel antwaarpen, met alle jappen, maar niet met ons. (tis kwestie van ze goeie mannieren te leren)

In de buurt van Pune, op 180 km voor Mumbay rijden we een klein weggetje in en komen in een leuk dorp .Ik maak er een wandelingetje en koop in de dorpswinkel thee. Altijd hetzelfde liedje, veel volk rond de non, en terwijl ik dit hier zit te typen wordt vanuit het donkere buiten KUNI geroepen. Voor de drieentwintigste keer mag koen weer naar buiten .Dit keer zijn het een paar mannen die heel vriendelijk een verhaal afsteken,maar ze spreken geen woord engels, en in dat geval is communicatie bijna onmogelijk.

Koen en de groten spelen een vlaggenspel, Welke vlag voor welk land ? we hebben nog veel te leren ! Koen verliest.

We zitten nog een beetje te verlangen naar het bezoek van tante iti en nichtje hanne, sabena heeft het ons weer gelapt, en ons zo gewenst bezoek kan geen ticket bemachtigen om naar Chennai te vliegen. Misschien komen ze naar Bangkok , Laat ons bidden (en hopen) De vandepittetjes zijn de slimste geweest,zij wisten al voor wij vertrokken waar ze zouden komen, en wanneer.

De nacht zit vol sterren en vanonder ons muskietennet genieten we van de melkweg en de stilte en het geluid van de krekels en ver hondengeblaf.Slaapwel!

Lonavla, woensdagavond 21 november

Deze morgen komen we tot de vaststelling dat onze kamion perfect in de schaduw staat en dat wil dus zeggen dat we iets langer slapen. Mama gaat als eerste naar beneden met Piet en Sofie die deze morgen goede manieren hebben: ze zijn stil. Als beloning krijgen ze verloren brood als ontbijt. Volgens Sofie ruikt het verloren brood naar vis, geen echte vis maar vis die niet kan spreken. Ze vindt het wel bijzonder lekker. Tegen 10 uur zijn we weer op weg richting Mumbai (tot 1995 was dit dus Bombay) De eerste dertig kilometer verlopen zeer vlot maar dan wordt de weg smaller, drukker en ouder (dus meer putten). De weg gaat ook door vele dorpskernen zodat we maar traag vorderen.

Tegen de middag zijn we in Lonavla een 'Hill Resort' uit de koloniale tijd dat nu uitgegroeid is tot een vakantieoord voor de Mumbajers (100 km van de stad). Er zijjn vele hotels en restaurants en we besluiten hiervan gebruik te maken. Aan de eerste restaurants kunnen we niet parkeren maar aan het Kunar hotel is de parking voor de deur, langs de hoofdweg net groot genoeg voor onze kamion en we kunnen de kamion zien vanuit het restaurant. Piet , Sofie en Barbara eten je raadt het nooit - frietjes - met kip. Wij proberen een paar soorten paneer (een gerecht met tofu-achtige kaas) met jeera-rijjst (rijst met komijn).

Achter dit restaurant ligt er een groot waterpretpark. Ik stel voor dat Piet eventueel een namiddag in dit pretpark mag kiezen als verjaardagsgeschenk maar dat hijj zelf moet beslissen of we doorrijden naar de zee of blijjven voor de waterglijbanen. Piet houdt de spanning erin: ik heb al beslist maar zal het pas na het eten vertellen. Barbara probeert hem voor de grap te beïnvloeden, maar Piet zegt: ik weet toch al wat ik wil en zal niet meer van gedacht veranderen. Vanzodra het eten op is valt het doek: we gaan naar het pretpark. Er zijn twaalf verschillende glijbanen en het zijn goeie. In de lichtblauwe kun je met grote boten waar je met drie of vier personen inzit. De donkerblauwe en een oranje hebben een soort dubbele banden waar je met twee tesamen in naar beneden glijdt. De gele glijbaan gaat rechtdoor en ontzettend snel...... Er is ook een zwembad waar die twee meter diep is en die door vrijwel niemand wordt gebruikt want blijkbaar kunnen niet veel Indiërs zwemmen. De zwemkostuums zijn zeer gevarieerd en soms bijzonder grappig. De meeste vrouwen gaan met lange sari's in het bad. De badmutjes zien eruit als babymutjes die met een touwtje onder de kin worden vastgebonden, soms zijn het gewoon plastieken zakjes. We blijven er tot de zon achter een heuvel verdwijnt.

We bewonderen gedurende een kwartier de spoorweg naast de parking. Bij elke trein die passeert gaan de sporen enkele centimeter naar beneden. De spoorweg is ook een druk voetpad, de mensen gaan gewoon naar het spoor ernaast als ze een trein horen of zien aankomen.

We blijven slapen op de parking achter het 'resort'.

Op weg naar Mumbay en de zee, Donderdag 22 november

Het eerste deel van de weg naar Mumbay gaat minder vlot dan verwacht. Er is een expressweg in aanleg van Mumbay naar Pune (zegge poenéé, vroeger voor de grote naamverandering van 1995 poenaa) de nieuwe autostrade ligt normaal naast de NH4 die wij willen gebruiken maar hier tussen Lonavala en Khandala is er een zeer steile afdaling van het 600 meter hoge plateau waar men het trajekt van de NH4 heeft gebruikt voor de expressweg, maar de expressweg is nog niet klaar en er is dus file tengevolge van de werken.

Eenmaal beneden in de vlakte verloopt het verkeer weer vlotter, we komen op een secundaire weg en doorkruisen een gebied met nogal wat zware industrië. In Pen doen we inkopen. (ook UHT melk in tetrabrikken) Zonder veel problemen vinden we de steiger van Mandva waar de ferry's van en naar Mumbay aankomen en vertrekken. Er is hier echter geen hotel te vinden en een boer die parkeerplaats verhuurt aan mensen die langer in Mumbay blijven vraagt ons 500 roepies, wat we veel te veel vinden. De kinderen spelen ondertussen op het strand. We blijven uiteindelijk gewoon op de pier staan en vanzodra de laatste ferry is vertrokken (18 uur) wordt het er zeer rustig. Als de kleintjes in bed liggen maak ik met Heidie nog een strandwandeling.

`terug naar boven