Istambul langs de kust van de zee van marmara de verlichte haghia sofia in het zicht ergens rond 22u op vrijdagavond 13 juli

Vandaag waagden we onze eerste stappen in een internetcafé. Programma's in het turks zijn niet zo eenvoudig. We konden wel al onze mail ophalen maar het uploaden van de site lukte nog niet. Ook het versturen van emails is waarschijnlijk helemaal niet gelukt. Morgen wagen we een tweede poging in een ander internetcafé.

Woensdagavond hebben we inderdaad de Bulgaarse grens bereikt de kilometers door Roemenië wogen zeer zwaar, het verkeer was over het algemeen zeer druk en op de smalle wegen is dat niet zo gemakkelijk. Gelukkig waren de laatste 100 km voor boecarest een zeer rustige autostrade. Op de ring rond Boekarest (hum een versleten tweevaksbaan) reden we 8 km te ver, er was geen enkele aanduiding dat het kleine wegeltje tussen de bomen de afrit richting Bulgaarse grens was, maar zo hadden we dubbel plezier van de ring rond boecarest; we vulden er water en dieseltanks. Aan de grens gekomen was er juist een ploegenwissel zodat we eerst bijna een half uur moesten wachten op een douanier. We betaalden ecologische taks en taks voor de brug langs de roemeense kant. Langs de Bulgaarse kant wegentaks en een taks voor het ontsmetten van de vrachtwagen. We sloten alle raampjes maar de ontsmettingsinstallatie deed het niet en we mochten gewoon verder rijden (als de taks maar betaald was). We wisselden op het eerste rond punt in Ruse de laatste 280.000 roemeense lei voor 12 bulgaarse munteenheden (we weten niet hoe ze heten ).

18 km over de Bulgaarse reden we af van de hoofdweg naar een dorpje 4 km verder. Het duurde vrij lang eer we een levende ziel vonden maar uiteindelijk konden we toch een slaapplaats vinden. Met een beetje Russisch met Bulgaars haar op konden we ons verstaanbaar maken. We kregen veel verse groenten, (waar heidie soep van maakte) en enkele potten ingemaakt fruit en groenten. De Bulgaarse wegen vielen zeer goed mee, minder druk en vrij goed onderhouden wegdek. Het eerste deel was vrij vlak, maar daarna was er een echte bergpas, ongeveer 20 km bergop aan 35 km per uur en daarna 15 km bergaf. Toch bereikten we tegen de avond de turkse grens. Weer net op de wissel van de dag en nachtploeg zodat het al donker werd toen we turkije binnen reden, met de nodige problemen; onze vrachtwagen paste niet tussen de muren van de douanehokjes en we reden ons klem tegen de muur. We overnachtten in het eerste turkse dorpje op het marktplein tussen de schapen en de mesthopen. Deze morgen werd ik gewekt door het klepperen van de bek van een ooievaar. De 250 km snelweg naar istambul reden we zeer vlot, buiten de laatste twintig km was de snelweg vrijwel leeg. We reden recht naar het hart van het oude istambul en sofie was zeer blij dat we eindelijk de sofiekerk hadden bereikt.

Sapancameer, net voorbij Izmit, zondagmorgen 15 juli 2001

De kinderen zijn aan het zwemmen. Sofie zegt dat ze kletsekiezig is. "Mama keb wel veel gezwommen hee, das nie eerlijk éé dat jij nie gezwommen eeft"

Onze vorige nacht (van vrijdag op zaderdag) in istambul is ons goed bevallen. We sliepen langs de kust op 2 km van het oude stadscentrum nabij het city-voetbal complex. Er was ook een groot park met een speeltuin. Vrijdagavond zaten er families de barbequeen. De parking was vrijdagnamiddag leeg maar tegen de avond stond hij over-overvol. We moesten slechts 1.000.000 Turkse Lire betalen (37 Bfr.) om binnen te rijden en mochten zolang blijven staan als we wilden; een goedkope stadsparking dus. Vanop deze parking namen we een taxi naar het stadscentrum.

Zaterdagmorgen reden weper taxi naar de Galatabrug. We wandelen naar boven door de smalle winkelstraatjes waar we eindelijk (na drie dagen zoeken) een spiegel vonden voor Barbara om haar beugel optimaal te kunnen onderhouden, en voor papa Koen die van plan is zijn baard te knippen. Via de trappen en straatjes kwamen we in de Grand Bazaar, ofte de overdekte verdwaalstraten van Istambul. Bij de uitgang kregen de vier een ijsje, rustten we wat op het binnenplein van een moskee (één van de weinige plaatsen in Istambul waar het echt rustig is) en vonden we ons tweede internetcafé. Van uploaden hadden ze er geen kaas gegeten maar emails versturen lukte (hopelijks) wel. Na tien minuten viel de stroom uit, dus herbeginnen, toen we eindelijk na nog eens tien minuten weer op de site van Hotmail waren geraakt viel de stroom weer uit. We besloten eerst te gaan eten: Dürum, Kebab en nog een soort stravere Kebab. We waren maar eventjes meer dan 20 miljoen armer (gelukkig lires). Na de middag terug naar het internetcafé Beyazit. Mama met Naas, Piet wandelden naar de citerne (een reusachtige waterkelder, Yerebatan Sarnici) en toen Barbara en papa met de tram aankwamen in het park voor de Blauwe Moskee was de rest van de familie net aangekomen. We haalden 200 miljoen uit de geldautomaat en namen een taxi, terug naar onze kainon. We reden vlot Istambul uit; de eerste 60 km echt door de aanhangselen van de grootstad. Hier aan het Sapancameer besloten we te overnachten.

Gisteravond zat het hier vol met turkse mannen die bier aan het drinken waren, deze morgen zit het hier vol met families die aan het zwemmen zijn, vooral de jongens dan. Gisteravond moesten we onze kamion verzetten omdat de laatste zatlappen lastig werden, gelukkig was er een vriendelijke cafébaas (hij had geen café maar alleen een aanhangwagen met wat bakken bier en een oude diepvriezer,die als reuze koelbox diende, er in) die ons naar een plein loodse 200 meter verderop, nabij enkele restaurants, waar er honden zaten om ons te bewaken. Naas, Piet en Papa sliepen op het dak onder de sterren en luisterden naar turkse live muziek vanop de terrasjes aan het meer. De honden blaften telkens als de muziek even stopte.

Deze morgen verplaatsten we onze vrachtwagen weer 200 meter zodat we zicht hadden op onze zwemmende kinderen. Mama heidie deed wat was, nu er hier veel spoelwater voorradig was.

Golbasi, 20 km ten zuiden van Ankara, zondagavond 15 juli 2001, 22 uur

We zijn aan het einde van de Turkse snelweg gekomen. De snelweg van Istambul naarAnkara was vandaag uiterst rustig alleen ter hoogte van Bolu moesten we de snelweg af om de Boluberg langs de gewone weg te beklimmen: 13 uiterst trage kilometers. De autostrade loopt als een breed lint (2 maal 3 ruime vakken plus twee brede pechstroke) door een indrukwekkend en uiterst leeg landschap, bergop, bergaf. De ring rond Ankara heeft 2 maal vier vakken en is op deze zondagavonnd nog leger dan de andere wegen. Vanzodra we de snelweg af zijn zoek ik een plaats om te overnachten; vannacht slapen de vier kinderen op het dak en de oudjes binnen. Nu kan ik tenminste aan de tafel verderwerken terwijl de kinderen allemaal naar boven zijn, ook Heidie is aan het dagboeken. Sofie slaapt het gemakkelijkst. Telkens als we een lange rit maken slaapt ze één of twee uren. Deze namiddag sliep ze op de tafel. Piet heeft wat meer moeilijkheden om de slaap te vatten maar dat zal wel verbeteren als hij ons reisritme gewoon is. Voor het ogenblik is het nog veel rijden maar dat zal éénmaal we Turkije uit zijn zeker verminderen.

Göreme ingang van het open lucht museum, woensdagmiddag 13 uur

Mama heidie maakt het eten klaar deze morgen maakten we een wandeling door Göreme vallei.

Uit Golbasi reden we richting Kirsehir, 's morgens had ik het dieselpompje dat diesel van de ene tank naar de andere pompt gedemonteerd en gezien dat het niet meer te repareren was. In het eerste stadje onderweg ga ik op zoek naar een nieuw pompje, maar dat is niet te vinden. Het is leuk om te zien in hoeveel zeer kleine werkplaatjes ze alles en nog wat repareren. Langs de weg staat het vol met vrachtwagens en tractoren met volgeladen karren die staan te wachten om hun (tarwe?)oogst ergens te lossen. Ik koop enkele kraantjes en wat verbindingsstukken om eventueel het electrisch pompje te vervangen. 's Middags rijden we een veld in naast een boom om te eten. Ik sleutel nog wat aan de dieselleidingen.

In Kirsehir vinden we een industriepark waar we een garage vinden die wel een 12 Volt pompje heeft maar geen 24 Volt pompje, niet de ideale oplossing en niet goedkoop, we rijden verder voorbij Muçur slaan we af naar Nevsehir. De tweede afslag naar links leidt naar Çigdem, een klein dorpje waar we op de 'parking' achter de school mogen staan. We worden onmiddellijk bij een Turkse familie binnengevraagd en drinken er Ayran (joghurt met koud water en een beetje zout) en later thee. De vader van de familie wordt er bij geroepen omdat hij duits leerde. Uiteindelijk verplaatsen we de kainon naar vaders koer, we krijgen electriciteit en water en 's avonds laat ga ik nog koffie gaan drinken.

Dezelfde avond lees ik wat in de technische informatie van de vrachtwagen. Vandaag was het moeilijk om de motor koel te houden en was er zeer veel roetvorming aan de uitlaat. Het boekje zegt een te rijk mengsel, onvolledige verbranding en groot risico op verbranding van de kleppen. 's Nachts wordt ik wakker en hou crisisberaad met Heidie. De volgende morgen lees ik wat meer en besluit een fax te sturen naar de garage van Hugo Joly in Veldegem om raad te vragen. Om ongestoort te kunnen schrijven moet iedereen de kamion uit. Het opstellen van de fax neemt ongeveer 2 uur inbeslag. Ondertussen speelt Sofie met een kindje van haar oude, haalt Naas zijn eenwieler uit en studeert wat Frans, speelt Piet met een pomp, studeert Barbara wat en schrijft haar dagboek. Heidie doet de was op de koer van de buren.

We blijken naast een bakkerij te staan. De vrouwen van het huis bakken zeer veel, zeer grote, zeer platte broden. Na de was probeert Heidie ook eens een misbaksel, Naas, Piet en Sofie bakken ook een brood. Volgens vader bakken ze de voorraad voor een gans jaar; het bewaren van deze speciale broden blijkt geen probleem te zijn. Vanzodra de fax geprint is en kamion weer voor iedereen beschikbaar, veegt en dweilt Barbara de vloer en dekt ze tafel enn maakt ze eten.

Na het eten vertrekken naar Nevsehir. We zoeken een faxmogelijkheid en wanneer we een parking oprijden blijken we voor de post te staan na 10 minuten is de fax verstuurd, hopelijks ook aangekomen en hopelijks en Hugo ook thuis. We doen inkopen en rijden naar Üçhisar waar we een dorpswandeling maken en naar de top van het tuftsteenkasteel klimmen, een prachtig vergezicht op Cappadocië, vanop deze hoogte ziet Sofie een huis zonder deksel en zien we enkele kilometers verder een parking. Na het drinken van de zoveelste fles koud water (Sofie's lievelingsdrank), zoeken we deze slaapplaats op. De kinderen slapen weer op het dak. Na het klaarmaken van de slaapkamer ga ik thee drinken bij de lokale souvenierverkopers, waar we een zijden sjaal voor Barbara hadden gekocht. Na het eten zie twee mannen in een stalletje lassen en neem de gebroken buis van ons bed mee. Ze kunnen niet goed lassen en uiteindelijk doe ik hun laswerk en las ook onze buis. Daarna spelen we Pictionary, en slapen lekker.

Deze morgen reden we 3 km naar beneden en deden een mooie wandeling van enkele kilometer door de Göreme vallei. Het pad loopt door de tuftsteen en door een klein waterloopje. Gelukkig is er wat schaduw op de bevloeide veldjes . Het dal eindigt aan een 20 m hoog watervalletje, Wanneer we terug aan het dorpje komen hebben we allemaal dorst, we drinken en rijden naar het openluchtmuseum.

Özkonak , woensdagavond 21 uur

Deze namiddag kreeg Barbara een ijsje als beloning en bezochten pa en drie grote kinderen het openluchtmuzeum van Göreme, terwijl mama en Sofie rusten. We zagen vele kerkjes en kappellen die in de rotsen zijn uitgehouwen. Verder een 1000 jaar oud restaurant ofte eetzaal, een keuken en vele kamers met alcoven en nissen voor televisietoestellen en computers. Het aantal autobussen met japanners en andere terroristen viel mee voor de tijjd van het jaar, volgens de souvenirverkopers begint het hoogseizoen volgende week. Om vier uur waren we terug aan de non. We reden via Ürgup naar Avanos, een klein weggetje door een prachtig landschap vol kegels met stenen er bovenop; voor het eerst op deze reis in low gear een zeer steile helling op. Vanuit Avanos weer een berg over richting Kayseri. We slaan af naar Özkonak waar een reusachtige ondergrondse stad is. We komen net voor sluitingsuur aan en zijn allen ontgoochelt als blijkt dat slechts 2 van de 16 ondergrondse verdieping toegankelijk zijn; normaal zijn er 10 verdiepingen toegankelijk voor de toeristen.

Mijn telefoonkaart die ik kocht in Nevsehir om naar Hugo Joly te bellen is zoek, maar gelukkig is er hier in het café een gewone betaaltelefoon. Ik heb Hugo vrijwel onmiddellijk aan de lijn, hij blijkt zich bij de firma Braem zeer goed geïnformeerd te hebben. De injectoren zijn zeker juist, het systeem om de inlaatkleppen te verstellen is ook juist gemonteerd. Mogelijks moet de thermostaat gedemonteerd worden, want Braem deed dit voor alle MAN vrachtwagens die ze naar Turkije exporteerden. Volgens de meestergast bij Braem is het risico op verbranding van de kleppen zijn klein. We zijn dus gerust gesteld en kunnen verder, met dank aan garage Joly te Veldegem en garage Braem te Handzame.

Deze avond is er hier een trouwfeest we zien het ganse dorp naar het feest onze vrachtwagen voorbijwandelen naar het feest. In de verte horen we weer turkse live muziek. Het veld naast ons wordt deze nacht geoogst. Piet is meer geïnteresseerd in de pikdorser dan in slapen.

terug naar boven