negentiende week

Bhopal Zondagavond 11 november

In Bhopal is er dus echt vanalles te vinden: zie Zaterdag. We gingen zojuist internetten en kregen binnen de vierentwintig uur antwoord van Alain de tandarts (leve internet of leve Alain? ). Voor alle duidelijkheid Alain is permanent aanwezig in onze kamion het kastje met de tandpasta en de tandeborstels in de badkamer draagt zijn naam het hangt naast Evenlyn (de apotheker uit den ouden zak).

De kinderen zijn hier chocoladecake (met het uitzicht van peperkoek) aan het eten. Correctie: de kinderen slapen, de jongeren vreten (dat is dus gemeen). Ik doe mij te goed aan een mozarella-achtige kaas met peper (opgedient door Barbara) en fris Black Fort bier (ook al is onze frigo naar de wup)

Udaigiri en Sanchi, Vrijdag 9 november 2001

We klimmen deze morgen van het dak zonder kijkers, een unicum in een Indiaas dorp.

We hobbelen en bobbelen 20 kilometer verder naar Vidisha, net geen uur. Om het rijden en rijden wat te onderbreken bezoeken we de grotten van Udaigiri die enkele kilometer uit onze baan liggen. Wanneer we er aankomen vinden we niemand om de ijzeren hekkens voor de eerste grot te openen. De grotten zijn uitgehakt in een rots die ongeveer twee à drie kilometer lang is en slechts 50 tot 100 meter breedt. We klimmen naar boven en ook daar vinden we enkel een gesloten grot. Over de kam van de rots bereiken we een ander groep van grotten, hier is er gelukkig wel iemand die zich als gids aanbied, en wonder boven wonder hij heeft ook sleutel. De meeste van de 20 grotten vallen nogal klein uit en sommige zijn gewoon leeg; dit wil zeggen een vierkant gat in de rots. Enkele grotten bevatten echter zeer mooie beelden van Hindugoden (de twee Jain-grotten bezoeken we niet). Maar vooral de ligging van de Udaigiri Caves is aantrekkelijk. Het is 12 uur als we de grotten verlaten.

Veertien kilometer verder komen we aan in Sanchi, een Boedistisch heiligdom uit de tweede eeuw vòòr Christus (bizar, onze jaartelling lijkt mij ongepast voor een Boedistische stupa). De toegang bedraagt weer 5 roepies voor indiers en 5 dollar voor buitenlanders, de kaartjesverkopers ijn het met me eens als ik dit een vorm van rasisme vind, ze stellen voor dat ik een klacht indien bij de eerste minister, ik koop geen kaartjes en we middagmalen 100 meter verder in een staatshotel; het is er verschrikkelijk ongezellig, we zijn er helemaal alleen in een refterachtige eetzaal: frieten en groentenrijst. De duitsers uit Khajurago die we ook zagen in Orccha komen binnengewandeld. Ze zeggen dat de site de 5 dollar niet waard is en tonen ons een alternatieve toegangsweg zonder controle, we krijgen ook hun afgescheurde kaartjes. Ik wandel de heuvel op met de oudstens, Heidie blijft met sofie in de Kaainon. De twee voornaamste stoepas zijn zeer mooi ommuurd met een soort stenen omheining. De hoofdstupa heeft ook vier zeer mooie en gedetailleerd versierde toegangspoorten.

Rond drie uur rijden we verder richting Bhopal. We zijn verbaast dat het landschap zo agrarisch blijft, aangezien we toch een stad met 1.200.000 naderen. Pas in de laatste vijf kilometer komen we in de geindustrialiseerde voorsteden van Bhopal waar in 1984, 16.000 mensen stierven in de grote Union Carbide catastrofe. We moeten de ringlaan op en zo ben ik hopeloos gedesoriënteerd, maar gelukkig rijdt een vriendelijke indiër ons voor op zijn vespa naar hotel Jehan Numa Palace. Het hotel heeft een grote parking maar we mogen er niet op. We worden vriendelijk doorgestuurd naar het Lake View Ashok hotel waar we ook bot vangen. We huren een riksja in om ons naar Hotel Palash te brengen. Hier krijgen we ook geen toestemming om op de parking te logeren. We worden doorverwezen naar de jeugdherberg naast de deur. De bewaker van de jeugdherberg probeert ons ook af te schepen, maar we parkeren gewoon op het ruime veld naast de herberg. Even later komen twee vriendelijke uitbaters ons geruststellen, we mogen hier kamperen. Tegen negen uur klimt er iemand op het dak om geld te vragen. Ik maak me kwaad en leg uit dat we dit niet kunnen aanvaarden; we zullen morgen wel betalen.

Even later krijgt Naas plotseling zeer hevige krampen, Gelukkig komt alles eruit en voelt hij zich een uurtje later veel beter. Pa en Ma slapen binnen met Naas, de nacht is rustig voor een grootstad.

Bhopal, Zaterdag 10 november 2001

De nacht was stil en Naas heeft goed geslapen, na de vreselijke krampen van gisteravond heeft hij de nacht goed doorstaan. Heidie zegt: "kort maar goed".

Van de reporter ter plaatse:

Naas sliep goed na zijn hevige krampen met diaree en braken de vorige avond. Reeds voor het ontbijt en terwijl koen nog slaapt staat de herbergmanager aan de deur te vragen naar mister. Ik wimpel hem af door te zeggen dat we na het ontbijt zullen komen. Het terrein waarop we staan wordt af en toe ook bevolkt met varkens. Ze zien er wel anders uit dan de belgische maar ze zwijnen en knorren er op los terwijl wij ons ontbijt veroberen. Als het bakje troost, de warme chocolademelk, de warme broodjes, de papaya (barstensvol papayine, goed tegen de wormen), de banenen en de dagelijkse medicijntjes door onze keelgaten verdwenen zijn volgt alweer een afwas - afdroog en algemene opruimsessie.Naas ligt nog een beetje belabberd en slapjes op het hoge bed en wordt door zijn (lieftallige) moeder verplicht om veel te drinken wat hij dus niet doet.

Er moeten inkopen gedaan worden voor het menage. Op ons lijstje staat o.a. wc papier (dringend), suiker, olie, azijn, melk, nesquick, bloem, enz. enz. Naas blijft thuis en Sofie besluit om voor hem te zorgen. Koen en ik en Barbara en Piet vertrekken. Bophal heeft twee grote winnkelcentra: the old market in de oude stad en the new market in de nieuwe stad. De nieuwe ligt maar op vijf minuten stappen van de non. We vinden een winkel waar we enkele producten van ons lijstje kunnen kopen. Aaan de stalletjes op straat vinden we fruit en groenten en beladen en bepakt stappen we in een rickshaw en even later staan we terug voor onze deur. Koen gaat lezen in de tuin want hij heeft alweer rust nodig.

Als alle nieuwe aanwinsten een plaats hebben gekregen, nadat noodgedwongen eerst een paar schuiven uitgewassen worden, kan ik beginnnen met het middageten. Rekening houdend met Naas zijn toestand kook ik rijst en eitjes en bloemkool en maak een ratatouille van tomaatjjes en groene ronde aubergines (ik ken de naam niet), en ze zeggen dat het lekker smaakt. Barbara knipt een paar centimeters vanamijn haar terwijl ze zit te popelen om te gaan internetten, aangezien ze daar niet om het even waar de kans voor krijgt. Koen met haar mee en ook Sofietje mag mee, samen met haar mini-keukentje om mee te spelen.

Naas voelt zich veel beter, dus gaan hij en Piet met mij mee naar de oude stad. Eeen rickshaw brengt ons er heen voor veertig roepies. Een wirwar van keline straten vol mensen en winkeltjes, straatkarren, moto's, brommers en vespa's. Het duurt niet lang of ik weet waarom de jongens graag mee wilden: Piet verjaart binnenkort en hij heeft al een kadootje in gedachten. Veel mensen lopen of fietsen heir rond met een gammel aan hun arm of stuur. De gammel, uit roestvrij staal bestaat uit verschillende potjjes die gestapeld worden en vastgeklemd. En het blinkt toch zò mooi. We kopen er twee, één voor Piet binnenkort, één voor naas zijn nieuwjaar. Trots als een pauw stapt Pietje rond met de gammel, die nog niet van heme is. We zien een bakker beschuiten bakken, een yoghurtmaker, kleermakers, schoenmakers. We vinden echter geen melk, geen kaas en alleen beladen met lekker brood,en koekjes laten we ons terugbrengen aar de non voor twintig roepies.

We zijn de eersten. Naas en Piet beginnen direct de gammelen te bestuderen. Ik denk dat Sofie al lang genoeg in het internetcafé zit en ga op stap naar de new market en ik heb geluk: ze zijn er nog, en Sofie is blij dat ze weg kan. In de voormiddag was hier niet veel leven, nu loopt het zwart van 't volk. Al de winkeltjes zijn open, er is markt en het is heel kleurig en druk. We vinden een winkeltje met kaas en melk en yoghurt en tevreden met de vangst laten we ons terug brengen naar de jongens.

De kleintjes nemen een douche worden gevoederd en wanneer de internetters thuiskomen kunnen Piet en Sofie naar bed. Koen en Barbara zijn ook de straat ingedoken en kwamen in het donker thuis met inderdaad: kaas, yoghurt maar ook met pizzabodems: feest dus. Als de rust is weergekeerd (lees: Piet en Sofie naar bed) maakt Barbara overheerlijke pizza's. Gebakken in een braadpan met deksel erop; deksels lekker! Als toetje maak ik yoghurt-shake met bannaan. Koen heeft dringend zijn bed nodig en een asperientje. We hopen dat heij vlug de oude is wantsinds Pokhara is hij 'denbroeder niet' zoals mijn vader dat zegt. Na ruim vier maanden hebben we voor het eerst de buitenbak met serieuze medicamenten meoten aanspreken. Niet slecht. Ann Marcus is de dag voor ons vertrek nog een potje vitaminen komen brengen en nu komen die ook van pas.

Bhopal, Zondag 11 november 2001

Nadat we ons dagelijks ochteritueel afgewerkt hebben (opstaan en eten dus) is het is bijna 10 uur. Papa en mama beslissen we wat we vanmiddag gaan doen. Mama heidie wilt met naas en piet en sofie naar het dierenpark gaan en ik een papa willen in de non blijven en dan gaan internetten. Mama wil vlug vertrekken omdat het dierenpark maar tot vijf uur open is en daarom maak ik vlug een echte pizza voor de kleintjes en een broodpizza voor de grote. Tegen half één (12.30) zijn we klaar met eten en mama wil vertreken en papa kijkt voor alle zekerheid nog even in de lonleyplanet. En wat blijkt? Het dierenpark is gaat pas open om drie uur. We besluiten dan om allemaal samen eerst naar een soort indisch bokrijk te gaan en daarna naar het dierenpark. Papa huurt een riksa tot 5 uur vanavond en we vertrekken. Het huizenpark is zeer mooi. Er zijn dorpen van verschillende stammen uit India te zien. Ze zijn allemaal in leem maar verschillen van grote, van kleur, van inrichting en van beschildereingen. Papa en mama drinken nog thee (met suiker zonder melk) en sofie en mangosapje in de kantiene. Daarna tuffen we naar het dierenpark.

Het dierenpark is meer een soort zoo waar we met de riksa kunnen doorrijden. De dieren zitten er in niet in een zoo-kooi maar in een omheidstuk park.We zien eerst de plaat van de leeuw en daarna die van de luipaard, de gewone tijger , de witte tijger ,de bruine beer en daarna de vijver van de schilpadden en de vijver van de krokodillen.De bewaker van de leeuw zegt ons om om 5 uur terug te komen van dan krijgt de leeuw eten.Op het einde van het park is er een tentoonstelling waar er kindertekeningen hangen en waar er nog een en ander tentoongesteld word. Daarna keren we terug om naar de leeuw te gaan kijken. Omdat er rond de "kooi" van de witte tijger veel volk staat besluiten we om daar te kijken. We zien de witte tijger zeer goed en we wachten tot hij eten krijgt. Als het eten ariveerd blijkt de tijger nog geen honger te hebben want hij legt zich gewoon te slapen voor zijn eten. Piet denkt dat hij gewoon niet wil dat iedereen staat te kijkenen daarom wacht tot als de mensen weg zijn en / of tot het donker is. Daarna rijden we naar de leeuw. We zijn net te laat om het goed te zien maar zien hem wel in de verte eten. We keren met de riksa naar de non en beslisen dan te gaan eten in het fast-food restaurant dat mama gisteren gezien heeft.

Tot grote vreugde van naas hebben ze er shisler we bestellen 6 platen frieten, 3 schaap shislers, en 1 kip shisler en 1 gebradden kip. Als eerst komen de frieten en daarna de eerste 2 shislers (voor naas en papa) komen toe op een sissend plaatje en als papa gedaan heeft komen ze direct zijn plaatje halen om er de volgende shisler ( voor mama heidie) op de bereiden. Omdat naas zo traag eet en omdat ze in dit restaurant maar 2 shisler plaatjes hebben komt mijn kip shisler er pas nadat mama gedaan heeft met eten. Papa drikt nog een nescafe en dan besluiten we dat papa en ik naar het internetcafe gaan (om te kijken als er al nieuwe is van de tandarts) en mama en mijn kleine broers en zusje naar de non.

Dit keer vinden we een indernetcafe voor 20 ruppies per uur en word. Er is een mail van alain waarin staat dat ik waarschijnlijk last heb van mijn wijsheidstandan die beginnen te duwen. Ik krijg de raad om mijn mond 3 tot 4 maal per dag te spoelen met hextril, corsodylof isobetadine mondspoeling en indien niets hiervan te vinden gewoon zuurstofwater (H2O2) 3%.

Na het internetten op de terugweg naar de non zien we nog een zeer grappige touwstoet.

Indore Maandagavond 12 november

Opstaan acht uur. Vertrek tien uur.

Terwijl Naas en Barbara de dakbakken dichtdoen en mama wat wast ga ik per riksja op zoek naar zzn spoelmiddel voor Barbara (papa heeft HEXIDINE gekocht, een middel die waarschijnlijk de zefde werking heeft als de middels die alain me aangeraden heeft ) en een ATM die visakaarten aanvaard. Opdracht één geslaagd, opdracht twee uitgesteld.

Er ligt een rustige nieuwe weg via het meer naar de luchthaven en zo raken we op de weg naar Indore zonder door het stadscentrum te moeten, wat voor een stad als Bhopal een opluchting is. De weg naar Indore is niet zeer slecht maar de weinige putten in het asfalt zijn diep en dus krijgen we af en toe een te harde klop te verduren. We rijden voordurend door landbouwgebied maar tegen de middag gaan we over een lichte heuvelrug die blijkbaar niet vruchtbaar is en enkel door schapen geiten dus wordt begraasd. We hebben er een rustige middagpauze tussen de schapen, die onze etensresten wel lusten. Voor de eerste maal staan we niet in de schaduw en hebben we niet te warm, er is een fel windje op deze heuvelrug. Ik kijk over mijn boek om te zien hoe verbaasd de herder onze kamion blijft aanstaren: wij komen duidelijk van mars.

Tegen vier uur komen we op de National Highway nummer drie van Agra naar Mumbay. In het begin een prachtige viervaksbaan zodat we er niet af kunnen om een slaapplaats te zoeken. De laatste kilometers naar Indore is de weg weer oud en slecht (de ringweg is in aanbouw maar nog niet voltooid) en loopt door een industriegebied dus ook niets om te slapen. Om vijf uur zijn we in het centrum van Indore, en we hebben niet veel zin om weer een hoteltoer te doen zoals in Bhopal, dus rijden we door. Gelukkig raken we sneller uit Indore dan erin, en tien kilometer verder vinden we een zeer rustige weide achter een Hotel Resort. De bewaker van het hotel kan onze kamion zien en de manager heeft opdracht aan zijn nachtwaker om ook ons te bewaken.

Naas glijdt van de trap maar noch de trap noch Naas zijn beschadigd (buiten een lichte kneuzing aan de hand), ze komen er beiden met de schrik vanaf. De schreeuw ging echter door merg en been dus het is niet zeker dat mama Heidie er geen trauma aan overhoudt. Piet en Sofie krijgen nog een pannekoek terwijl het snel donker wordt.

Naar Mandu, Dinsdag 13 november 2001

Heidie er geen trauma aan overgehouden. De toasten en de koffie zijn klaar als ik opsta. We snorren naar Mhow en vinden in Mandur toch de afslag naar Mandu na er eerst voorbij gereden te zijn. Nog 48 kilometer, waarvan 30 kilometer putten, uitputtend.

Reeds tien kilometer vòòr Mandu verschijnen de eerste ruines links en rechts van de weg, volledig overgroeid tussen de akkers. Vijf kilometer vòòr Mandu stoppen we aan een view-point om te eten. We kijken op steile tweehonderd meter diepe vallei.

Tijdens de laatste klim naar Mandu moeten we door vijf stadspoorten die wedijveren om de smalste te zijn. De eerst prijs gaat naar de poort met een korte bochte er net vòòr èn een korte bocht er net achter. Hiermee heeft een aanvallende leger-olifant zeker problemen, onze kamion ook. Mandu binnengereden (via de tolpost: 30 roepies) komen we onmiddellijk langs hotel Roopmati waar we op de weide achter het hotel mogen kamperen met prachtig zicht op de vallei.

De mecanicien legt zich onder de truck en vindt enkele losse bouten (de hoofdcardan en de handrem), vastzetten en opgelost. De klusjesman plaats een nieuw slotje op de ijskast (die zeker al negenentachtig keer is opgevallen tijdens het wippen over de weg) en hersteld een leeslampje (beduveld door zijn oudste zoon (wijlen germain)).

Moeder wast. Barbara is op de speeltuin van het hotel met Piet en Sofie. Naas zit onder een reusachtige boom engels te studeren.

De kip in het hotelrestaurant heef geen last van de stroompanne. Er zijn ook frietjes en we bestellen te weinig rijst (nota van Barbara).

In het hotel ontmoeten we een australisch koppel die met twee dochtertjjes (zes en zeven jaar) op reis zijn voor drie maanden door Indië (ze zijn al een maand onderweg en we zagen ze vluchtig in Orccha). We babbelen meer dan een uur voor het restaurant. Hoe gevaarlijk is het om te reizen door azië; in Melbourne leven ze drie maanden met echte angst voor de bosbranden, als de luchtvochtigheid te laag is gaan ze gewoon weg uit hun huis uit veiligheidsoverweging.

Mandu, Woensdag 14 november 2001

Na het ontbijt beslissen we om vandaag te gaan fietsen. De australiers zeiden ons dat we fietsen konden huren voor een hele dag voor 25 ruppies. We besluiten (omdat we al 2 minifietsen meehebben) 2 fietsen te huren. We nemen 2 kussentjes mee voor kinderstoeltjes van te maken voor piet en sofie en vertrekken. Sofie zit op een kussentje op de buis vanvoor bij papa en piet op een kussentje vanachter bij mama.

We gaan naar een paar (prachtige) muren en kleine gebouwen gaan kijken die vroeger samen een kasteel moeten voorgesteld hebben. We moeten 2 ticketten van 2 $ betalen. Terwijl het voor de indiers maar 5 ruppies is Koen verzet zich weer tegen de touristenprijzen en vraagt het klachtenboek. Uiteindelijk betalen we toch 2 tikketen van 100 ruppies elk en schrijven we iets in het klachtenboek.We ontdekken in het kasteer weer een paar gratis ingangen, en besluiten dan te gaan eten.

In het restaurant willen piet en sofie pizza eten zoals op de menu kaart vermeld maar die blijk er niet te zijn. Piet eet dan maar gewone witte rijst en sofie helemaal niets. Mama en ik eten Palak Panir (spinazie en kaas) en vegetable fried rice. Papa eet thali en naas american chopsue (of zoiets). Papa besteld nog een kofie (nescafé) maar drinkt het niet op omdat hij op water gelijk en er ook naar smaak. We betalen en papa moet van de vriendelijke man aan de kassa z'n koffie niet betalen.

We fietsen verder naar roopmati-palace en daar aangekomen moeten we nog eens 2$ betalen voor een ticket. Papa weigert te betalen en gaat gewoon naar binnen samen met naas en piet. (Mama, sofie en ik blijven rusten onder een boom) Een man van de kassa loopt hen achterna en ze worden het monument uitgegooid, maar ze hadden toch al alles gezien (zeggen ze). De jonges nemen de fiets en gaan naar nog een paar monumenten die verder op de weg liggen en mama, sofie en ik blijven rusten.

Als de jongens terug zijn, gaan we terug naar de market van Mandu. We kopen er in de winkel nog brood ,chips, cola, samussa's en boter. We kopen ook nog groenten. Daarna gaan we terug naar de non en steken de kleintjes in bed en bestellen nog 4 porties noodels die we in de non opeten.

Naar Ajanta, Donderdag 15 november 2001

De parking van het hotel is echte puinhoop van papier, de bommen en vuurwerk van gisteravond en deze nacht hebben hun sporen achtergelaten. We mogen onze watertank maar gedeeltelijk vullen want er is weinig water omdat er geen electriciteit is.

De koe van het hotel heeft een diadeem met grote pauweveren en andere versiering op haar kop (of is het zijn hoofd, als we over een goddelijk dier spreken). Eerst moeten we veertien kilometer terug op onze stappen. Overal zien we geschilderde koeien: sommige hebben stippen, andere strepen, sommige koeien zijn helemaal gekleurd: paars, geel, rood, groen. De hoorns van de koeien zijn geschilderd: veel blauw, soms oranje, geel of rood. De donkere koeien hebben hoofdzakelijk rode handafdrukken op hun gehele huid, zwarte koeien hebben ook wel een wit ruitjespatroon.

Gelukkig moeten we de barslechte weg van eergisteren niet helemaal terugrijden tot aan de Agra-Bombay Highway (NH3). We kunnen rechtstreeks naar Gujri langs een even slechte weg. Tot mijn verbazing is het een echte bergweg. Het landschap is vrij sterk geaccidenteerd, we kronkelen bergop en bergaf. Langs deze barslechte weg komen we een vrachtwagen tegen met een reusachtige lading: meer dan drie meter breedt (dit is hier geen uitzondering) maar ook zeker rond de vijfentwintig meter lang. De vrachtwagen moet echt stapvoets rijden en stoppen om iemand te kruisen of iemand te laten voorbijsteken; (hoelang zal deze vrachtwagen onderweg zijn?).

Na 25 kilometer (één uur rijden) komen we weer op de NH3, waar we vlot vooruit komen. Het landschap is zeer mooi. Een bergachtig gebied met scherpe toppen van ongeveer 1000 meter en daartussen verschillende tafelbergen of diep ingesneden plateaus. De begroeing is ook aangenaam: hier en daar een boom in het graslandschap, zodat er prachtige vergezichten zijn.

Honderd kilometer verder komen we in de vallei van de Tapi-rivier. Ik zie en ruik een grote fabriek, het ruikt lekker: een suikerfabriek. Voor de fabriek, op het fabrieksplein en langs de weg staan massa's ossekarren en traktoren met grote karren volgeladen met suikerriet. De ossekarren komen de volgende twintig kilometer in groepjes van zes tot tien rustig aangestapt. De Tapi-vallei staat werkelijk vol suikerriet, de ossen hebben nog veel werk.

De chauffeur houd het stillaan (al 200 km vandaag) voor bekeken: eerste baantje links, twee kilometer verder een dorp. Helaas net iets te groot, terwijl ik het dorp rondstap samen met twee vriendelijke dorpelingen op zoek naar een parking wordt de kamion bestookt met een paar honderd kijklustige ogen. Enkelen hebben het lef ook de deur te openen, dit voorspelt weinig goeds voor de nacht. De vriendelijke dorpelingen tonen mij een plaats voor de school (waar de kamion niet tussen de bomen zal kunnen), een plaats in het dorpscentrum (waar het veel te druk is), en de 'ground' buiten het dorp. We vertrekken echter naar een volgend dorpje.

Het volgende dorpje (naam onbekend) is rustiger gelegen; we moeten de kamion door de takken langs het ultrasmalle (te smalle) weggetje wringen: we kunnen niet terug, dus rijden we door. Aan de dorpsrand vinden we een goed veld aan de drinkplaats voor de koeien en buffels. In de woning achter de enige winkel van het dorpje krijg ik thee aangeboden, samen met Piet bekijk ik het veel te dikke fotoalbum van het huwelijk van zijn zoon zes maanden geleden. Als we het dorp uitwandelen wordenn er overal kaarsjes (in kleinne terracotta schaaltjes) buiten gezet, een leuke sfeer.

Nadat ik een paar keer nadrukkelijk heb uitgelegd dat we liefst geen kijkers hebben is er toch een dorpeling die de massa naar huis krijgt. 's Avonds horen we nog een paar bommetjes en vuurwerkjes voor Diwali. De nacht is rustig.

`terug naar boven