driëentwintigste week

we vertrokken vijf maanden geleden uit Brugge

Old Goa, vrijdag 7 december

De vakantie is voorbij we vertrokken deze morgen uit ons zeeoord onder de cocospalmen. Het opruimen na een week rust duurt wel wat langer. Het boekenschuif heeft een vernieuwde inhoud, alle wegenkaarten slingerden rond, de minifietsen en de eenwieler moeten worden gedemonteerd en opgevouwen, wasdraad weg, ook de achterste trap stond uit, boven in de slaapkamers liggen meer spullen dan normaal, de twee tenten stonden opgezet en binnen had zich nogal wat zand verzameld. We schrijven een afscheidskaartje naar Pascal (die nu op school is).

Aangezien we arambol stilaan begonnen te kennen weten we ook wat we waar kunnen krijgen. We profiteren ervan om nog wat inkopen te doen: Naas gaat een blok ijs kopen, mama Heidie doet algemene inkopen, met Naas ga ik ook nog een kilogram diepvrieskoeienvlees en lassi en yoghurt gaan kopen, als laatste stoppen we aan onze bakker en dan zijn we op weg naar Panaji de huidige hoofdstad van de staat Goa. We passeren opnieuw door Pernem en denken nogmaals aan ons bezoek op het politiekantoor van vorige week. Onderweg vullen we diesel en watertank, het vuilwater gaat de gracht in naast de highway. Naas bestudeerd de gids van Panaji en kiest een restaurant uit met "excellent seafood". We doen eerst een toertje door Panaji op zoek naar Parking maar rijden uiteindelijk de stad terug uit tot aan de auttobusparking.

Het restuarant "Venite" ligt op de eerste verdieping en ademt echt een portugeese sfeer uit. In dit restaurantje wanen (ken je het verhaal rond dit woord nog emi?) we ons in Lissabon of Madrid ook de muziek die Heidie mooi vindt en de tieners duidelijk niet, is portugees. We eten vijf maal fish en chips met een fris groentenslaatje en Naas kiest voor prawn rice. Het smaakt. We wandelen een uurtje door het meest pittoresque stadsdeel van Panaji (Fontainhas) en vertrekken dan nadat de kinderen mij een cornetto-ijs van Walls ontfutselen, richting Old Goa negen kilometer verderop.

Reeds van enkele kilometer voor het dorpje, zien we de reusachtige kerken tussen de palmbomen opduiken. De weg volgt de Mandovi rivier die blijkbaar goed bevaarbaar is; we zien enkele Rio Claro's die zand vervoeren, en verschillende overzetboten,waar onze kamion. waarschijnlijk net niet op kan. De kerk van St Francis Xavier (Franciscus van Assisi), die hier de indiërs kwam bekeren en hier ook werd begraven, is reusachtig. De kathedraal naast de deur is nog groter. In het totaal zijn hier een zestal reusachtige christelijke kerken overgebleven uit de portugese periode.

Wanneer we naar een minder belangrijke kerk (st. Cajetan) wandelen zegt Heidie hier zouden we onder deze boom kunnen blijven slapen. Mama met drie kinderen gaan in het dioscesaan centrum vragen als we mogen kamperen en een half uur later staan we onder de prachtige boom. De boom heeft een kruin van 35 meter diameter, de kamion ziet er vanavond echt klein uit.

Onderweg naar Hampi, zaterdag 8 december

Kwart voor acht roept Sofie dat de koffie klaar is en dat het kwart voor acht is. We vertrekken tussen de kerken door richting Molem. Eerst gaan we door een industriegebied waar de fabrieken weer eens prachtige muren en toegangspoorten hebben maar waar het verder stinkt. Gelukkig komen we enkele kilometer verder in een nationaal park. Een prachtig bos met sterk uitgesproken reliëf. We moeten de bergketen die langs de indische westkust ligt over. Een echte lange klim, dit was al lang geleden. Onderweg zien we slechts enkele apen, het bos is duidelijk te dicht begroeid om ander wild te zien, maar de apen schijnen van de weg te houden.

Als we het bord "welcome to Karnataka" voorbij rijden worden we begroet door een onberijdbare asfaltweg: National Highway 4A. Van de asfalt blijft niets over en de bomen links en rechts van de weg zijn eerder rood van het stof dan groen. Er zijn wegenwerken gaande die ons nog meer hinderen dan de slechte weg. Na drie uur onafgebroken rijden zijn we ongeveer 70 km opgeschoten.

Op het kruispunt Londa, volgens de kaart een dorpje, maar in werkelijkheid groezelige winkelstalletjes langs de twee kruisende wegen, doen we wat inkopen. Het landschap verandert volledig, we zijn de bergen over en komen in een vlakker landschap met bamboe en dun begroeid bos waar het net herfst is omdat de bladeren bruin zijn en afvallen. We eten langs de weg.

Na de middag schieten we gelukkig iets sneller op alhoewel de vering het af en toe hard te verduren krijgt als we door de vele putten bonken. Om vijf uur rijden we een dorpje binnen waar de kinderen histerisch worden als ze onze kamion zien. We mogen op het schoolplein parkeren maar we kunnen er niet op. Vijfhonderd meter verder stoppen we voor de Lion Slub Comunity Hall. Hier wonen slechts enkele families zodat we slechts door een twintigtal kinderen worden aangevallen. De waterpomp wordt hersteld en de watertanks worden gevuld.

Mama en Barbara doen een beleefdheidsbezoek aan de orthopedisch-homeopatische kliniek (twee of drie kamers) en aan het huis van de baby, waar ze een volledige rondleiding, roti en suiker krijgen. Verder genieten ze van de televisiebeelden over de afghaanse oorlog met een prachtige blauwe zweem. Pa zit vroeg in bed want zes à zeven uren rijden op slechte wegen dat kruipt in de kleren.

Hampi, zondag 9 december

Kwart voor acht roept Sofie dat de koffie klaar is en dat het kwart voor acht is. (inderdaad dezelfde zin als gisteren) Er is toast en papaya, en lekkere frosties van de sint.

Om negen uur zijn we onderweg. 's Morgens is het landschap vrij vlak en zeer mooi groen met af en toe het felle geel van de zonnebloemenvelden.

Even voorbij Koppet passeren we de eerste bizarre rotsformaties, waarvoor Hampi zo bekend is.

Aan de dam vlak vòòr Hospet eten we een boterhammetje.

De inkopen in Koppet vallen niet mee, maar in Hospet vind ik alles wat we nodig hebben: een kip, ijs en allerhande groenten op een mooie overdekte groentenmarkt.

Vlak voor Hampi passeren we een prachtig tempeltje met een dak dat volledig uit gepolychromeerde beelden is opgebouwd. Op weg naar Hampi zien we de eerste archelogische overblijfselen van de hoofdstad van het vroegere Vijayanagar. Maar vooral het landschap is bijzonder: enorme afgeronde rotsblokken die precies door een paar reuzen op elkaar zijn gestapeld.

Uiteindelijk is het zowat twee uur dertig als we het toeristen-kruispunt van Hampi binnenrijden. Terwijl we onze reisgidsen uitpluizen om een slaapplaats te vinden worden we aangevallen door agressieve gidsen en postkaartenverkopers, pas als ik ook de agressieve toerist ga uithangen begrijpen ze dat we hun diensten niet nodig habben. Ik neem een slinger postkaartjes uit de verkoper zijn hand en slinger ze door het raam; ze laten ons met rust. We beslissen naar het vier kilometer verder gelegen dorpje, Kamalapuram te rijden waar er een staatshotel is, we mogen er in een grasveld naast de parking waar we een bus jappen ontmoeten.

We monteren de minifietsen, en ik doe met Naas een verkenningstocht door het dorp Kamalapuram. Het is een aangenaam dorpje met een nieuwe sfeer. De meestje huisjes zijn wit geschilderd en de straatjes zijn proper. Onderweg vragen we de huurprijzen van de fietsen; een mannenfiets voor 2 roepies per uur in een straat buiten het toeristisch circuit.

Deze avond eten we dus kip en rij ik straks met Barbara naar Hampi centrum om een internetcafé te zoeken.

De vier kilometer fietsen naar Hampi in de pekkedonker is een bizarre ervaring met de minifiets en een zaklamp om de putten in de weg te zoeken. We vinden een internetcafé met een zeer slechte verbinding, waar we twee uur zwoegen om dan terug naar Kamalaputam te fietsen.

Hampi, maandag 10 december

Vandaag huren we twee fietsen in het hotel. We zien voor het hotel een mannenfiets met een kinderstoeltje staan die duidelijk van één van de werknemers is. Hij is natuurlijjk onmiddellijk akkoord om zijn fiets te verhuren aan de woekerprijs die het hotel vraagt (75 roepies per dag, dus drie tot vijf maal duurder dan in het dorp)

We fietsen rustig de vier kilometer naar Hampi met een paar stops aan de ruines langs de weg. Aan de "Sister Stones" blijven we wat uitrusten in de schaduw. Het zijn twee reusachtige rotsblokken (±25 meter hoog) die schuin tegen elkaar liggen op bizarre wijze, de reuzen hebben hun werk goed gedaan. We ontdekken dat er klimhaken op de rots zitten, maar zelf geraken we niet boven.

Tegen de middag zijn we in Hampi Bazaar, we snuisteren wat in de winkeltjes, kijken hoe steenkappers Ganeshbeelden maken, bezoeken een boekenwinkel waar de kinderen spontaan nederlandstalige boekjes krijgen met als tittel: "het ideale kind", geschreven in 1952 voor de Aurobinde ashram, en in 1980 vertaald door een leraar van het sanatorium in Den Haan. We eten en zakken dan af naar de rivier waar we een overzetdienst gadeslaan die gebruik maakt van reusachtige ronde manden waar je met 12 man in kunt zitten en overvaren.

De jongens doen een wandeling van enkele kilometer langs de rivier, we zien vele ruïnes. De meisjes blijven in de bazaar rondhangen, ze laten een jongetjes verkleed in Hanuman de aap, dansen.

We fietsen terug naar Kalamapuram, waar er nog wat heerlijke ronde sandwichen worden gekocht.

Dinsdag 11 december

Van de verslaggever terplaatse:

Sofie, Piet en ik zijn alweer eens de vroege vogels, Naas volgt, Koen komt als de koffie en 't ontbijt klaar staan en Barbara ontwaakt wanneer het tijd is om het dak op te ruimen. Opkramen, watertanks vullen, de vriendelijjke hotelmanager bedanken en een beetje voor tienen zijn we dan eindelijk schoppens. Eerst rijden we terug naar Hospet, de streek is mooi, den Koen rijdt rustig om van al dat moois te genieten. Langzaam rijden we door het levendige Hospet, en dan op naar Chittradurga. Met een beetjes inbeelding zien we Lucky Luck hie rop z'n ros door het landschap galopperen 't landschap is er, de cowboy ontbreekt.

We middageten met de non in de zon en er zijn geen kijkers. Na de middag rijden we nog een tiental kilometers tot aan het Fort van Chittradurga. De jongens gaan een kijkje nemen in het fort op-den-berg. Intussen worden de thuisblijvers alweer eens verveeld met kijklustigen. Sofie is boos en zit het eerste kwartier te brullen. Als ze wat gekameerd is ga ik in de deuropening gaan zitten. Ik begin al die mannen en jongentjes aan te staren en aan te gapen tot ze zich geen raad meer weten en één voor één afdruipen. (Barbara is intussen ook eens heel boos naar buiten gestapt om ze hardhandig weg te duwen maar ze keerden weer) Af en toe is er een durver die zich weer vertoont en dan zeg ik: byby en dan lees ik rustig in een boek.

Rond vijf uur rijden we de stad uit, ik spring er nog even uit om brood te kopen en druiven. Na een half uurtje rijden verlaten we de NH4, en belanden we op een stukje land waar een kleine grote-kippen kwekerijtje staat. De landeigenaar komt van zijn veld en we mogen hier overnachten: "you can stay one days, two days, ten days, fifteen days, hundred days" Koen en Naas stppen even mee naar zijn cocospalmen. De kleinzoon moet letterlijk den boom in en plukt ons enkele cocosnoten, het sap is lekker fris.

Om zeven uur liggen de kleine aapjes in bed, maar eerst werd natuurlijk gedouched, gegeten, geluister naar de voorlzen of vertellen. Behalve de gekooide kippen zijn we hier alleen, geen eeuwige koeien, geen honden, geen snuffelende varkens.

Woensdag 12 december

Een rijdag.

180 km langs de NH4. Dit keer noteren we de opschriften achterop de vrachtwagens. De hele dag moeten we trage indische vrachtwagens inhalen, een inspannend karwei met het stuur links. Heidie leert stillaan de nodige afstand in te schatten, maar het blijft moeilijk.

De opschriften kunnen we in vier categoriën indelen:

de claxoncategorie

de vrachtwagencategorie

de algemene informatie

de medische informatie

De landschapbepalende elementen volgen elkaar op: vooreerst de zonnebloemen, de cocospalmen met de hieruit geproduceerde bollen touw en de cocosfietsen die met wel 100 aan elkaar gebonden noten zijn gecamoefleerd , de windmolens om electriciteit te produceren, de vulcanische rotsmassieven rond Timur.

Tegen tien voor drie zijn we op 10 kilometer van Bangalore, we zoeken Hosur road en worden op de ringweg gestuurd. Twee uur en dertig kilometer later vinden we het Dharmaram College waar Fr Kurian Kachappilly cmi (M.Lit, M. Ph., M.A., Ph.D. (Louvain)) ons een zeer uitvoerig rondleiding heeft. Hier studeren zowat 15.000 studenten, waaronder 300 seminaristen karmelieten. Het college is uitermate verzorgd, de leslokalen en andere accomodatie zijn te vergelijken met vlaamse scholen en universiteiten. Dit is duidelijk een van de beste scholen van India.

We krijgen van father Kurian een rondleiding in de school "Christ College" .We beginnen bij de verbijfplaatsen van de paters, een groot gebouw waar alle paters hun eigen kamer hebben met badkamers én INTERNET. Iedere pater heeft internet op zijn kamer want na half elf komt er niemand die binnen de muren van de camus logeerd meer buiten, want dan zijn er 5 waakhonden (2 schapers en 3 hele grote) buiten, om de campus te bewaken.Daarna gaan we naar de grote kapel, in de kapel zijn aan het altaar verschillende godsdiensten uitgebeeld en buiten is jezus afgebeeld in Boedha houding. Daarna gaan we naar de school, het stuk van de school waar 6000 leeringen tussen de 16 en de 25 jaar studeren, de school is uiterst proper, nergens ligt een papiertje op de grond en de lokalen zijn zeer verzorgd. De campus heeft een stuk of 3 eetplaatsen en refters en een 2 of 3 tentjes waar ze snacks en drinken verkopen.Kurian koop voor Piet en Sofie een cola, voor naas, mama en ik een sprite en voor papa en kofietje. In de school hebben ze 2 computer lokalen waar samen een 100 tal computers staan, allemaal met internet!!!!, er is ook een keuken waar de leerlinegen die "hotel management" studeren kunnen oefenen.Dan gaan we opweg naar de school waar de godsdienst, filosofie en theologie gegeven word, en die lokalen zijn al even proper als de rest. Terwijl we wandelen door de campus zien we een gebouw in opbouw,alleen de gelijksvloers staat er al en tegen begin juli moet het klaar zijn en 4 verdiepingen telen. De campus is zo groot dat als ik alles wil beschrijven wat we op deze school gezien hebben, jullie morgen nog bezig aan het lezen zijn.

Na de grondige rondleiding wring ik kamion in een tuintje van het complex waar vroeger druiven werden gekweekt.

Bangalore, Donderdag 13 december

Van de verslaggever terplaatse:

We hebben de nacht met de gevaarlijke waakhonden (loslopend van 22u30 tot 5u30) zonder kleerscheuren overleefd, en genieten vandaag van Bangalore, voor de Indiërs een "moderne" stap. We stappen in de Rhiksja op het hoekje van de straat en we tuffen naar het nieuwe stadsdeel, en worden afgezet aan het gerechtsgebouw. Hier vergeet je even de armoede, en vuil is het ook niet. Groene parken en glorierijke gebouwen. Naas wil de bibliotheek binnen, veel stoffige boeken en oude mooie fichebakken. Onze wandeling leidt ons naar een moderne straat (MG road, Mahatma Ghandi dus) met moderne winkels en inderdaad: we stappen foodworld binnen. Wat een openbaring, een echte supermarkt tot grote vreugde van Barbara en Naas. We lopen even rond en besluiten 's avonds terug te keren.

Het aquarium van Bangalore laten we niet links liggen en inderdaad, het was de acht roepies ingang waard (2 roepies voor volwassenen, 1 roepie voor kinderen). De honger brengt ons naar de echte pizzahut tot grote vreugde van de kinderen. Een riektsja brengt ons naar een ander commercieel centrum, niet zo medern. We lopen een paar straatjes in en uit, tussen het geharrewar van de auto's, motorriksjas, straatventers, winkelfietsen en fietswinkels door, plezand maar ook vuil en voor Sofietje vermoeiend.

Het hoogtepuunt van de dag is natuurlijk inkopen doen in foodworld: nesquick, confituur, chocolade, koffie, broodjes, koekjes, "salami" en nog veel meer van dat moois. De twee tieners bevinden zich bijna in staat van extase!

's Avonds gaan Koen en Barbara gaan internetten, en ik hoop maar dat ze vòòr halfelf terug zijn (onwille van de honden) Als Naas en ik al boven zijn komen ze eindelijk thuis. Nog douchen en op de valreep raken ze boven, even later worden de lieverdjes losgelaten en loopt geen mens meer op het enorme schoolterrein.

terug naar boven