Tussen Keulen en Frankfurt afrit 34 , 6 juli 2001, 21u40

Het is gelukt we zijn deze avond 30 km voorbij keulen geraakt. Sofie ligt te slapen in de bak onder ons bed. We staan hier op een parking van een kleuterschooltje tussen de weiden. Ik zit in het gras te typen op de ibook; naas leest zijn nieuw boek voor zijn boekbespreking nederlands. Piet heeft ook al flink gerekent tijdens de rit. Deze avond haalde Sofie de vijf letters van haar naam uit de piknikkenzak (helemaal zelf alleen).
De rit verliep vlot; in de vrachtwagen een tropische 34°C en buiten 38°C; gelukkig een verkoelende plensbui even voorbij Genk. Rond Aachen hoorde ik een klop op het dak en zag een en ander fladderen aan de porte bagage, gelukkig was het slechts een rubberen strip die ik op de aluminium dakbakken had gekleefd tegen het binnenregenen door een pianoscharnier. Ik vreesde al dat al onze winterslappzakken op de duitse autostrades verspreid waren, maar niets daarvan.
Barbara komt naast me zitten op het strandmatje (26 bfr) in de weide, tussen de sprinkhanen. We hebben tijdens het eten een gehandicapte sprinkhaan met één springpoot terug in het gras gezet; misschien is hij nu al opgegeten.
Onze watertanks hebben vandaag reeds de leuke temperatuur van 37°C bereikt. Goedkoop in gas voor de douche maar niet goed voor de waterkwaliteit. Maar overmorgen vullen we ze wel met vers Oostenrijks bergwater of zoiets. Gelukkig zijn we op alles voorzien: flessenwater, en lekker fris appelsap uit de koelkast.
Nu mama helpen met de schuiven terug onder de keuken te prutselen.

Tussen Regensburg en Passau afrit 108 , 7 juli 2001, 20u00

We zijn gekoeld en gespoeld sinds Nürnberg regent het. Tis te zeggen een onweer in Nürnberg en daarna onophoudelijk regen dus niet meer gestopt en door gereden zodat we uiteindelijk toch nog 500 km hebben gereden vandaag.
Deze morgen waren we pas op negen uur opgestaan en ongeveer om kwart na tien de snelweg op. Voor Frankfurt de eerste lange hellingen van 6 %, wat vierde versnelling betekend of maximum snelheid 35 à 40 km per uur. De werken voor de nieuwe spoorlijn zijn indrukwekkend, af en toe komt de spoorlijn uit de grond nu eens links dan eens rechts van de snelweg. Om twaalf uur en een beetje eten we loelies met vis. De luchthaven van Frankfurt is een enorm kluwen van snelwegen. Soms tot 12 rijvakken naast elkaar. Gelukkig is het zaterdag en zeer rustig op de snelweg. Om vier uur koffie voor papa met koekjes; en rijjden en rijden; ik voel me Bruno Lebbe.

Tussen Sibiu en Bucarest , 10 juli 2001, 21u00

De dagen en de landen gaan snel voorbij. Vanavond is het Roemenië, gisteren was het Hongarijje eergisteren nog Oostenrijk morgen hopelijks Bulgarije.

We zijn nu nog ongeveer 170 km van Bucarest in Roemenië hebben we nog geen snelweg gezien. De Oostenrijkse en Hongaarse snelwegen waren prima.

Oostenrijk was vlakker dan ik had verwacht, althans het deel dat wij moesten doorkruisen. Enkel de doortocht van Wenen was uiterst hectisch, we reden mee met een vrij vlot verkeer aan 80, 85 km per uur zodat de op en afritten elkaar sneller dan gewenst opvolgden. Brug op brug af, afrit links, meedraaien rechts en steeds de pijl Budapest achterna.

Enkele uren na de Hongaarse grens reden we af in Acs. Een rustig dorpje waar we op het einde van het dorp, aan het begin van uitgestrekte velden een rustige slaapplaats vonden; geen vervelende kijkers, enkel toen 's morgens de motorkap openging voor de dagelijkse controle van olie water en hydraulische olie voor de servo, komen de mecaniekers die vlakbij een dorsmachine proberen op gang te krijgen (ze staan meer dan een uur te wachten bij de stilstaande machine) de normale vrage stellen: PK, verbruik, maximum, snelheid, ouderdom... . In de lokale supermarkt kunnen we probleemloos brood worst en chocolade kopen met onze visakaart.

De doortocht van Hongarije verliep zeer vlot zolang er snelweg was. Zelfs de ring rond Budapest rijdt vlot, op een vrij grote afstand van de stad. Het laatste stuk snelweg was helemaal leeg, waarschijnlijk was de prijs per kilometer iets hoger dan elders. De laatste 50 km voor Szeged verlopen over een smalle tweevaksbaan, Szeged zelf is een kleine hekseketel, daarna rijden we vlot naar de Roemeense grens over een smalle maar mooie weg, in de verte zien we de bomen in Joegoeslavië staan. De Roemeense grens kunnen we in een half uur passeren. Eerst zijn we Daktari en aan het volgende hokje zijn we Camel Throphy, dit levert ons tweemaal een zeer vlotte behandeling op.

Aan de grens tanken we en komen we te weten dat het in Roemenië een uur later is, we besluiten om door te rijden tot 7 uur Brugse tijd 8 uur Roemeense tijd. We vinden in een klein dorpje (naam niet bekend) een rustig straatje waar we in een klein boomgaardje onze grote vrachtwagen binnen plooien. Een duitse dame wijst ons de weg, Barbara gebruikt haar engelse taalkennis en trekt er met twee roemenen op uit voor een bezoek aan hun school. 's Avonds probeert naas op het dak te slapen maar hij krijgt last van een beetje regen, omdat de tent niet werd opgezet. De spoorweg op honderd meter van onze slaapplaats is nogal lawaaierig maar Sofie vindt de treinen duidelijk een attractie: ze zijn blauw.

Deze morgen pas rond tien uur dertig onderweg het eerste uur blijft alles rustig en vlot maar 50 km voor Sibiu moeten we door de bergenen zijn er permanent wegenwerken, al het nationaal verkeer naar Bucarest en het internationaal verkeer naar Istambul vergezellen ons. Het verkeer en de weg vragen veel inspanning van de chauffeur, niet alleen roekeloze en gehaaste internationale truckers maar ook de vrijwel stilstaande paardekarren, toch worden we al volonté ingehaald als we aan 75 km/uur rijden, ook daar waar het echt niet kan. Dit betekend remmen optrekken, remmen schakelen oprekken, mijn arm en beenspIeren worden er zelfs moe van, dit is een echte powertraining met onze MAN. In de namiddag doorkruisen we de Karpaten een prachtige vallei die soms een kloof wordt en door de opeenvolgende stuwmeren de alures krijgt van een noorse fjord. Tegen 6, 7 uur wordt het verkeer gelukkig iets rustiger maar het blijft oppassen geblazen stoppen voor paardekarren blijft een moeilijke zaak vooral als de vrachtwagen voor ons geen remlichten blijkt te hebben.

Langs de weg een slaapplaats vinden is hier uitgesloten. Dus rijden we secundaire weg op naar het eerst volgende dorp. Wanneer we navraag doen bij de eerste plaats waar onze vrachtwagen zou kunnen staan worden we binnen gevraagt en rijden onze Man in de tuin van een vriendelijke Roemeen die eerst de helft van zijjn poort demonteert.

Sofie sluit direct vriendschap met de plaatselijke peuter die bij ons komt eten. Naas bouwt een knikkerbaan. We krijgen electriciteit zodat ik nu in een gekoelde vrachtwagen zit de typen met een glaasje chileense wijn die ik van luk van de djaz kreeg voor ons vertrek (inderdaad een goed wijntje luk, vooral in deze omstandigheden) ; de frigo mag de hele nacht draaien en alle batterijen worden opgeladen.

Morgen hopen we de Bulgaarse grens te bereiken.