éénendertigste week

Ban Khao Daeng, Phraya Nakon Grot, vrijdag 1 februari

Barbara wil een dagje rustig alleen op de non passen. Wij doen autostop naar Bang Pu, de eerste auto stopt (een monnik, heerlijke frisse airco) maar zet ons enkele kilometer te ver af aan een kloosterkomplex, volgens hem is dit Bang Pu. We zien er een monnik die met een geweer de duiven van de tempel schieten, wat mij niet zeer boedistisch lijkt. We nemen dan maar een 'Songthaew' (twee rijen) terug naar Bang Pu. Een Songthaew is een gewone pickup met een kooi erop twee bankjes achterin. Op het strand in Bang Pu nemen we een bootje naar de volgende baai die niet met voertuigen te bereiken is.

Phraya Nakon Beach is een mooi rustig strand met enkele bugalows en een restaurant. Met Naas en Piet neem ik het bergpad naar de grotten. We zien een paar busladingen westerse toeristen die ook naar boven klauwteren. De grotten zelf zijn wel de moeite. In feite zijn het enkele reusachtige gaten (± 150 meter diep) in de berg want de plafonds van de gaten zijn ingestort. Naas denkt direct aan de stad in de vulkaan, en we fantaseren er wat op los hoe een dorpje hier in deze open grotten er zou kunnen uitzien. In één van de grotten staat een koninklijke Sala (een overdekt open pavilioen met ingewikkeld puntdak, een thaaise versie van de barza) die door het gat in het plafond prachtig door de zon wordt verlicht.

Terug op het strand is het tijd om te eten. We willen terug naar Bang Pu, waar de restaurantjes er gezelliger uit zagen, maar ons bootje is nog niet terug. We eten dus maar tussen de busladingen en gaan dan een beetje afkoelen in de zee. Tegen twee uur zijn we terug in Bang Pu, wandelen naar het vissersdorp en huren dan een Songthaew af om ons terug naar Khao Daeng te brengen.

Barbara is deze middag lekker gaan eten en betaalde 28 Baht voor spijs en drank (60 eurocent). 's Avonds willen we terug naar het restaurantje maar het is rond vijf uur dertig reeds gesloten. Gelukkig vinden we een ander restaurantje (ook met winkel en benzinestation) waar we even lekker en even goedkoop kunnen eten. Daarna volgt er nog een spelletje pictionary.

Hua Hin en Cha-am, zaterdag 2 februari

We verlaten het Khao Sam Roi Nationaal Park langs de weg waar we het binnenkwamen, dus niet over één of andere brug. Een bordje langs de weg lacht ons toe:

MAY YOU LUXKY
see you again next time

Leve de thaaise spelling van de engelse taal.Na dertien kilometer zijn we terug op de expressweg naar Bangkok. Twintig kilometer vòòr Hua Hin nemen we een prima secundaire weg. Enkele kilometer later stoppen we voor een koffiepauze in een olifantenkamp, we kunnen er een olifantenritje maken maar we doen het niet omdat de omgeving niet zeer aantrekkelijk is. In de verte zien we de wolkenkrabberhotels van Hua Hin. We rijden de stad binnen en parkeren aan de pier waar we het wassen van garnalen gadeslaan. Een wandeling door Hua Hin leert ons onmiddellijk dat dit een badstad is voor de massatoeriest. Alles is voorhanden. Winkels waar je maatpakken kunt kopen met een prijs geafficheerd in USD of DM, een café de Paris, een Austrian Thai restaurant, Pizza corner, en vele souvenir stalletjes met rommel uit Taiwan en Singapore. Als we op het strand komen wordt de invloed van het massatoerisme pas echt duidelijk: de ligzetels en parasols staan tot in de zee (het is hoog water). Aan alle parasols is eten en drank te verkrijgen; het zijn in feite restaurants op het strand, en als je niets eet of drinkt moet je je zetel betalen. Vòòr het duurste hotel van Hua Hin liggen de bierbuiken te zonnen, geclasseerd als sardienen op het smalle strand, heerlijk degoutant. We bekijken deze strandtoeristen alsof het voor ons een toeristische attractie is, gelukkig zijn ze zich van geen kwaad bewust en is ons gedrag niet storend. Daarna gaan we op de pier eten. Bij de vissers kunnen we spotgoedkoop ijs kopen voor ons nog steeds defecte frigo. We kijken naar de machines die het ijs malen terwijl we water tanken.

Onderweg naar Cha-am bezoeken we een koninklijk buitenverblijf aan het strand. Het dateert uit de jaren twintig en is bijzonder luchtig gebouwd. Het volledig zomerpaleis staat op 1080 betonnen palen die een uitsparing hebben waar je water in kan zetten om er voor te zorgen dat de mieren niet in het gebouw kunnen. Het complex is opgebouwd uit afzonderlijke houten pavillioenen (in golden teak) die met lange overdekte wandelpaden(ook op palen) zijn verbonden. Er zijn ook twee zo'n gaanderijen tot op het strand. Heidie componeert een prachtig lied voor Piet (melodie van klap al in de handjes blij blij blij) ..... blij blij blij britje komt britje komt en tootootje is er bij.

Tegen vier uur vertrekken we richting Cha-am city. Cha-am is helemaal niet rustiger dan Hua Hin zoals de LP reisgids doet uitschijnen. We rijden enkele kilometer langs het strand dat vol met strandstoelen staat. Op zee varen vele speedboten die grote opblaasbare bananen over de golven trekken waarop joelende strandgangers zitten, ook de lawaaierige jetskies zijn van de partij. We rijden gewoon verder tot aan de rand van het stadje waar we gelukkig aan de rand van de vissershaven een rustiger stuk strand vinden. We schakelen de 4x4 in en parkeren in het zand onder de naaldbomen.

Met z'n allen gaan we op verkenning in de vissershaven. We zien weer een nieuwe vistechniek: de vissersboten zijn overladen met fuiken die wel drie maal het volume van de boot zelf innemen. In het vissershaventje kijken we naar het bevoorraden van de schepen met ijs en wandelen wat door de viskraampjes. Op weg terug naar de non zien we een mercedes camionette met franse nummerplaat: het zijn Simmone en Jean die drie maanden en vier duizend kilometer geleden, in Varanasi (India) met ons op de zelfde parking van hotel Surya kampeerden; de wereld is klein.

Terug thuis zien we een pickup die zeer diep vast zit in het zand. Ik ga kijken hoe de arme man met een krik probeert zien auto naar boven te krijgen: hopeloos. Met de MAN in veldversnelling is de pickup snel weer op vast zand. Maar tegen dat ik de camion weer onder de bomen heb geparkeerd is de pickup weer vastgereden. De tweede maal trek ik de pickup tot op de weg.

Naast ons komt een groep thaaien picknicken in de duisternis. Ze hebben een lampje mee op de autobatterij die ze boven hun picknickdeken hangen. Piet wil dit ook dus eten we onder de looplamp naast de kamion. Als Piet en Sofie slapen verzorgt Barbara een diaavond op de laptop. De CD met de fotoos uit Belgiê wordt opgediept: de kleine kuipersstraat, de verhuis, eerste communie van Piet, met Rijn kayakken op de Nete, paasontbijt in de Heidebloemstraat in Turnhout, lentefeest van Rijn (met het zelfopblazende reddigsvlot) en de Rio Claro...... Tijdens deze vertoning rijden picknickers naast ons zich vast in het zand. We duwen met ons allen tot ze weer op de weg zijn. Na al deze goede werken verzinken we in een diepe slaap, may we luxky.

Cha-am, zondag 3 februari

De andere buren picknickers van gisteravond zijn blijkbaar ook blijven slapen. Mams gaat met de drie jongstens op verkenning voor het te warm wordt. Ik werk wat aan de site en Barbara ziet tegen een uur tien de picknickers toestromen voor een (laat) ontbijt. Ze blaast de twee (!!!) luchtmatrassen op terwijl ze gefrittuurde octopus eet. Als de stadsverkenners terug zijn duiken ze in het water.

Het middagmaal bestaat uit veel, zeer veel gebarbequede vis die we in de vissershaven in een restaurant op palen boven het water oppeuzelen; heerlijk.

Het vijfde internetcafé is het goeie: het eerste vinden we niet, het tweede heeft nog geen computers, het derde had computers maar die zijn in de rook opgegaan, het vierde is veel te duur en we mogen onze discettes niet gebruiken. Het vijfde internetcafé is eigenlijk ook het eerste dat we uiteindelijk dus toch vinden (in een reisbureau). De verbinding is prima en we slagen erin Hilde, Hanne, Epi en Emi in de chatkamer 'Brugge(2)' van chat.to.be te krijgen. Na een uurtje chatten roept peper Thomas dat de couscous klaar is. Door de duistere nacht stappen we terug naar ons kleine huisje op wielen, onze Cha-am Beach Shack, onze gele strandcabine, ons thaais doeniekstje, onze RV (recreation vehicle), onze man, onze asië-mobiel .

Cha-am, maandag 4 februari

Op vraag van Barbara blijven we dus een dag langer in Cha-am. Het is maandag en het strand is verlaten als we ontwaken. Bijna de ganse voormiddag zitten we met z'n allen in het water. De luchtmatrassen bewijzen uitstekende dienst.

Op de middag gaan we 'gao put gai' eten, gebakken rijst met kip. Sofie en Barbara gaan winkelen naar de seven eleven. Naas zoekt een venter die isomo vliegtuigjes verkoopt.

De ganse namiddag blijven Sofie en Piet in hun winkel op het strand waar ze gratis zandbollen verkopen aan de voorbijgangers. Op het strand staan wegwijzers naar hun 'shoppe'. Sofie spreekt iedereen aan: 'shop, shop this is wienkel' Ze toont een blaadje met de tekst 'come look to my shop, everything for free' Naas verliest een vliegtuig dat in de bomen blijft hangen en ik ga wat vissersboten fotograferen en kom met vers ijs terug. Tegen de avond gaan Heidie en Barbara nog wat winkelen op zoek naar een nieuw badpak voor Barbara (zonder resultaat).

Petchaburi, dinsdag 5 februari

Opkramen en richting Petchaburi, via de expresweg N4 Maleisië - Bangkok die we nu al zovele dagen volgen. Net voor we Petchaburi binnenrijden doen we inkopen in de BIG C supermarkt die zeker even groot is als de Makro en de Tesco Lotus. We bereiden nogmaals een europees maal in onze kamion op de parking van de supermarkt en rijden dan naar het stadscentrum. We doen er een wandeling via enkele van de vele tempels die de stad rijk is. Hier worden de tempels echt gebruikt. De eerste tempels die we bezoeken staan op het terrein van een school maar verderop komen we in echte kloosterdomeinen terecht waar we de boedistische monnikken in hun normale dagelijkse doen gadeslaan. De ijskar komt langs en verkoopt via het raam van het klooster waar we de monnikken voor hun TV een ijsje zien likken. We nemen een moderne tuk-tuk (kleine camionette met bankje achterin) terug naar de kamion.

Tegen vier uur zijn we weer op weg richting Bangkok. Zeventig kilometer verder nemen we in Samut Songkram de afslag naar Damnoen Saduak. We tanken onderweg nog water in een car-wash station (waar vier of vijf man de auto's aanvalt met de slangen van een centrale hogedrukreiniger). Piet rijdt er even in een lokaal gemaakte gemotoriseerde go-cart. We rijden verder naar de Wat (tempel) van Damnoen Saduak waar we van de monniken tussen twee tempels mogen kamperen. 's Avonds maak ik met Naas een wandeling langs de kanalen van het dorp. In vergelijk met Brugge en Venetië zijn er hier pas echt veel waterwegen die ook echt in gebruik zijn als transportweg. We zien een ijskar in een bootje, varende winkeltjes, grote watertaxies, echte transportboten en zeer snelle (met motor) en traag peddelende privébootjes. In een van de gebouwen van de Wat is er een begrafenis gaande waarvan de muziek ons in echte boedistische sfeer in slaap wiegt.

Drijvende markten van Damnoen Saduak en naar Bangkok, woensdag 6 februari

Kraaiende vechthanen maken mij wakker, en om kwart voor zeven loopt de wekker af. We willen de drijvende markt bezoeken vooralleer de toeristenbussen uit Bangkok aankomen. We wandelen langs de hoofdklong naar de Talaat Ton Khem, de lokale groenten en fruitmarkt. De bootjes van kopers en verkopers wriemelen door elkaar; de gekochte waren worden soms twee drie bootjes ver doorgegeven en de baths in de omgekeerde richting. Even verder huren we zoals de echte toeristen een bootje om de rest van de markt te bezoeken. We peddelen rustig door de lokale markt maar het volgende stuk van de tocht loopt via kanalen die op bak en stuurboord zijn volgebouwd met toeristenstalletjes. De lastigste verkopers remmen gewoon de boot af of leggen hem helemaal stil. Aangezien we nergens stoppen om toeristische rommel (made in taiwan, china of singapore) te kopen, zijn we te snel terug op ons vertrekpunt want we huurden de boot voor één uur. We willen ons naar de Wat laten terug brengen waar de kamion geparkeerd staat, maar dat lukt niet. Na heel wat discussie vertrekken we toch nog voor een kwartiertje. Precies als het uur om is wil de kapitein-roeier geen slag meer verder, we zijn nog op vijf of tien minuten varen van de kamion. Als ik de boot stop en nogmaals probeer de kapitein-roeier richting Wat te laten varen stapt hij uit en loopt weg met zijn paddel. We wachten even en vertrekken dan maar te voet naar de non. Onderweg zien we massa's lawaaierige snelboten die de busladingen toeristen naar de markt brengen.

Gisteren hadden we een gasflessen-vulstation gezien langs de weg en daar stoppen we om onze gasvoorraad aan te vullen. Helaas ze hebben niet het juiste koppelstuk om onze fles te vullen en de thaaise flessen zijn te groot voor de non. We krijgen een blaadje mee die de weg toont naar een ander vulstation. Dit blijkt echter zeer moeilijk te vinden. We doen er meer dan een uur over om uiteindelijk bij een LPG tankstation aan te komen waar ze wel zeer vele koppelstukken hebben maar net niet dat stuk dat wij nodig hebben, het is nogthans een Shell-station en we hebben Shell-gasflessen. Maar Shell-Thailand en Shell-België hebben dus andere koppelingen.

Om elf uur dertig zijn we weer op weg richting Bangkok. We stoppen onderweg bij een KFC (Kentucky Fried Chicken) fastfoodrestaurant, alle andere ketens hebben we (helaas) reeds bezocht (zie hoger). De expressweg wordt hoe langer hoe drukker. In Bangkok zelf wordt het een echte autostrade (tolweg) met een kluwen van bruggen en afritten. Het zicht op Bangkok vanop de grote hangbrug over de rivier is indrukwekkend. Helaas is onze kaart onvoldoende nauwkeurig en blijkt er geen afrit te zijn naar Sukumvit road. Gelukkig helpt het geluk en mijn orientatievermogen om via Petchaburi road toch zonder veel omwegen in Ekkamai road te raken. We rijden tot bij Peter's mansion waar we door de chineese vrouw (Marie) van Jean-Marie zeer vriendelijk worden ontvangen. We wachten een half uurtje op Jean-Maries appartement vooralleer de manager van het codominium terug is en ons toestemming verleend om de parking te gebruiken. De kinderen duiken in het openluchtzwembad waar ik nu aan te tafeltje zit te schrijven.

De crash van Bangkok, donderdag 7 februari

De kinderen hebben duidelijk meer zin in het zwembad dan in de stad en de voormiddag wordt dan ook daaraan gespendeerd. De manager van het condo is verbaasd dat we in de kamion geslapen hebben en niet in het appartement van Jean-Marie. Iemand van de bewoners heeft vragen gesteld over die kampeerders op de parking die water en elektriciteit gebruiken. Ik ga met Marie naar het kantoor en vraag als we kunnen betalen voor water en electriciteit, we krijgen niet onmiddellijk antwoord, maar we mogen wel blijven tot zondag. Piet gaat wel zeven keer naar het winkeltje in het wooncomplex, om te kijken en te kopen en te krijgen. In het internetcafé ga ik nog wat visa-informatie zoeken.

Kort na de middag vertrekken we richting stadscentrum, we nemen de gloednieuwe skytrain, die net als in Kuala Lumpur hoog boven de straten is gebouwd. We stappen af aan Siam Square en zoeken er iets om te eten. In een typisch foodcentre (een overdekt achterafstraatje dat vol met mobiele restaurantjes staat) vinden de kinderen elk wel iets dat ze lekker vinden; noedels, rijst en kip. Daarna duiken we enkele winkelcentra in op zoek naar de reisgidsen voor Cambodia en Laos (Lonely Planet). We schaffen ons ook nog een boekje lao en vietnamees voor reizigers aan (phrasebook van Lonely Planet). We moeten zeker vier winkels binnen vooralleer we de vier boeken gevonden hebben. De plannen om de klongs (de reien van Bangkok) te bevaren worden opgeborgen en we keren rustig terug naar Peter's mansion waar ieder in het zwembad duikt. Onderweg stapte ik een bandencentrale binnen waar ze ons wel een japanse band met de juiste maat, maar met het verkeerde bandenprofiel kunnen verkopen; de 32.000 Bath voor één binnenband en één buitenband is ons iets teveel voor een tweede reserve, de voltallige familiraad beslist om met één reserveband verder te rijden.

In een mengeling van enkele woorden thaais uit het boekje en enkele woorden engels probeer ik nog een taxi te bestellen de chauffeur belooft om morgen om één uur te komen en voor 300 Bath op en af naar de luchthaven te rijden.

De ibook moet weer de ganse avond werken en Barbara krijgt een error-message van de finder tijdens het programma appleworks: "sluit alle programma's en start de computer terug op om problemen te voorkomen". Barbara doet dit plichtsgetrouw maar de ibook wil niet meer opstarten. Papa wordt erbij geroepen maar ook na het legen van de PRAM start hij niet. De nood CD wordt erbij gehaald en het programma "schijf EHBO" meldt in het rood: "Grote problemen gevonden tijdens Mount Check" en even later "overlapping van extent-allocatie, 4,1162" en"Volume Header is licht beschadigd en moet worden hersteld" Het herstelprogramma eindigt met het bericht: "Het herstellen van de schijf kan niet worden voltooid. Probeer het opnieuw" maar ook de derde poging heeft het zelfde eindresultaat. Voorr zij die niet zoveel van computers weten een poging tot vertaling: de harde schijf waar alle gegevens op staan (zowel teksten, digitale foto's als programma's) kan niet meer worden gelezen waardoor we eigenlijk absoluut niets meer kunnen doen mete de computer. De enige mogelijke oplossing zonder hulp van buitenaf (Roeselare, waar we de ibook kochten, is een beetje veraf) is de harde schijf te wissen (dus alles weg) en de schijf opnieuw te initialiseren.

terug naar boven