dagboek van Lut Walleyn

India en Nepal

27 september - 13 october 2001

Vrijdag 27 september

We waren te laat aan station.

We zijn goed vertrokken alleen hebben wij nogal van het één naar het ander moeten crossen. Het begon in Brussel, de vlucht naar Amsterdam bleef maar uitgesteld terwijl de uren voortschreden. Reden teveel mist boven Amsterdam. De aansluiting naar Bombay waren we reeds kwijt. Te laat! Gelukkig bleken er nog anti-rampsenario’s te bestaan. De vlucht naar Amsterdam werd geanuleerd en vervangen door een rechtstreekse vlucht naar Delhi(joepie) via Frankfurt met Lufthansa. Dus we kregen een betere vlucht aangeboden. Dat was dus een geluk bij een ongeluk. Zodat we uiteindelijk niet veel later ariveerden dan de allereerste boeking. Dus derde keer goeie keer. Zie je wel alle goeie dingen bestaan uit drie.

Zaterdag 28 september

Om 1.3O uur Indische tijd kwamen we in Delhi aan. Moe maar gelukkig omdat we na veel heen en weer gehots van vluchten en gates er eindelijk waren. Om 7.3O uur na een nachtje van weinig slapen in de vlieghaven stonden papa Koen, Barbara en mijn keppe eindelijk in de deuropening. Opluchting allom. De mail werd uiteindelijke niet gelezen met de gewijzigde aankomsturen.De Taxi stond buiten te wachten met chauffeur. Na een half uurtje echt ploeteren tussen auto’s, allerlei voetgangers, riksja’s kwamen we op de camping aan. Mama Heidie kwam juist uit haar bed en zag er als een wandelend lijk uit. Maar ze had geluk de familiale helpster kwam eraan. De camping lag aan een autobaan en ’t was er in één woord LUIDRUCHTIG maar dan wel met het woordje super ervoor. Wat stond er toen nog op het programma, voor mama Lut werd het uitpakken,eten,een beetje uitrusten,eten en voor papa Luc werd het een uitstapje naar Delhi met een soort scooterriksja samen met papa Koen, Barbara, Naas en Piet. Je kan nooit raden waar zij ’s avonds gegeten hebben nl. in de pizzahut (je moet daarvoor naar Delhi komen) Ze hebben daar een ondergrondse bazar bezocht met zeker duizende kleine winkeltjes in volgens papa Luc en Naas waar van alles te verkrijgen was mits afdingen! En uiteindelijk na ongeveer een kleine 36 uur standbye kropen we in ons bed. Wel had je oorwatjes nodig, maar we trokken ons er niet veel van aan. Slapen en neerliggen was nog nooit zo’n weldaad als nu. Na een goeie verfrissende nachtrust waren we allemaal samen duizend man sterk om alles op te ruimen, alles toe te plooien en te vertrekken richting Nepal. We zijn nu zondag en rijden nog altijd richting Nepal nog 1oo km en we zijn er.

Zaterdag en Zondag 29 en 30 september

Zaterdag en zondag zijn 2 dagen van reizen van Delhi naar de Nepalese grens. Zaterdagavond vonden wij een rustig afgelegen plaatsje langs een spoorweg. Alleen reden er nogal wat dieseltreinen voorbij en dat tot redelijk diep in de nacht. Oorwatjes werden terug een must, zelfs binnen in de non om te slapen. Zondagavond mochten wij bij een congreslid slapen van de congrespartij van Indiê. Zijn huis was naar Indische normen riant, zelfs de toegangsweg was geasfalteerd wat heel uitzonderlijk is in Indië.

Maandag 1 Oktober

Maandagmorgen vertrokken we rond 9 uur want om 6.3O uur werden we gewekt door regendruppels wat een aparte gewaarwording is. Juist toen alle bedtoebehoren in de non lagen was de bui over. Zo waren we vroeg wakker en konden we tijdig vertrekken om de laatste 1OO km te rijden tot aan de Nepalese grens. Rond 1.3O uur was het dan eindelijk zover. De ijzeren brug kwam in zicht waar iedereen beweerde dat de doorgang te smal was voor de non. De ongeveer 4OO m lange brug nam Koen heel rustig, er was plaats genoeg, wel kon er niemand anders meer gelijktijdig over zelfs geen voetgangen laat staan een fietser. de mensen die zich nog op de brug bevonden moesten zich vlinderdun maken. Zo reden we Bombasa uit en ook Indië. Bij het uichecken hadden we niet veel moeilijkheden allen geloofde de immigratiedienst niet dat Barbara en ik meewaren aangezien wij bij de non bleven om een oogje in het zeil te houden. Want je kan je niet voorstellen hoe kijklustig en nieuwsgierig iedereen is vanaf dat je stopt! Dus wij moesten eventjes mee om wel degelijk aan te tonen dat we niet in Indië waren gebleven. Geen probleem dan door niemandsland en via Magendranegar reden we Nepal binnen. Daar was het eventjes wachten om de visa in orde te brengen, ook dat ging vlot voorbij. We kregen een visum tot eind november, wie weet blijven we zolang! Nog eventjes doorrijden om een slaapplaatsje te zoeken, het landschap veranderde en de bergen kwamen in zicht. Het vuil van Noord-Indië met zijn vuilnisbelten en overvolle stinkende dorpjes maakten plaats voor kleine verzorgde dorpjes met mooi geschilderde huisjes. Onderweg kwamen we Duitsers tegen die juist vertrokken waren uit Barasinga waar ze overnachten hadden aan de ingang van het Sukla Phanta park in een Resthouse. Een fantastisch plekje om te overnachten. Het werd een rustige nacht onder een sterrehemel met de maan als nachtlamp met juist maar een muskietennet over ons gespannen. We slapen allemaal boven op het dak.

Dinsdag 2 oktober.

Vandaag gaan we op jungletocht per jeep in het Sukle Phanta park. We staan om 6.3O uur op want om 8 uur komt de gids ons ophalen. Het werden uiteinderlijk 2 gidsen en de jeep blijkt een gewone volumewagen te zijn en geen 4 x 4. De banden zijn maagdelijk kletsgereden tot op de draad. Het gevolg was een jungletocht met een auto dat tot vervelens toe in de modder bleef steken. Koen en papa moesten iedere keer samen met de 2 gidsen het onmogelijke presteren om de autot terug vrij te krijgen. Gevolg : modderkleren en zweten en zweten, en wij maar iedere keer uitstappen. Bij de eerste verplichte stop maakten we reeds kennis met de vervelende bloedzuigers. Papa werd het eerste slachtoffers tot 4 x toe. Sofietje 2 x midden in haar buikje en die van papa Koen vlogen de ruit uit tijdens het rijden. Bijna iedereen kwam er mee in aanraking, ik had nog nooit bloedzuigers gezien. Het zijn maar vieze beesten. Allen mama Heidie, Naas en Piet bleken geen smakelijk bloed te bevatten. Ikzelf dacht dat ook maar wat bleek, na een tijdje rijden en bij de volgende verplichte uitstap zag ik grote bloedvlekken op de achterkant van mijn broekspijp; het bleek ook een beet te zijn die was blijven bloeden. Ik had er niets van gemerkt. De schade bleef bij allemaal beperkt en bij de volgende vastloopfases droegen we Sofietje. Gelukkig wisten we nu waarop we moesten letten. Op vuile zwarte wormen op de kleren, en die zo vlug mogelijk verwijderen. De chauffeur bleek tot ramp geen goeie driver te zijn. Integendeel, een eindje verder moest de voorbumper eraan geloven want tijdens het losrijden met veel hulp van enkele inlanders reed hij tegen een boom. Gelukkig werd de weg na enkele vermoeiende uren droger zodat we geen problemen meer ondervonden. Er waren mooie uitkijktorens, we zagen 2 soorten herten, pauwen, een wilde hond, 2 soorten apen, kleine kikkertjes, duizenden insekten en honderden termietenheuvels die Piet omgedoopt had in mierenkastelen. Ze waren prachtig en sommige waren heel hoog. Rond 5 uur waren we terug bij de non en daar aten we een warme maaltijd in het resthouse. Frietjes voor Sofietje, en wanneer haar kommetje leeg was bestelde ze die zelf, spook van bijna 4 jaar. Zelfstandiger kan niet voor zo’n leeftijd. Ze kon juist maar fingerchips zeggen in het Engels Maar naar buiten kwam ze met haar frietjes ! Ook haar cola bestelde ze zelf. Het eten was heel lekker, verschillende soorten kip met verschillende kleuren rijst, lekker van smaak. Na de maaltijd hadden mama Heidie en ik nog een grote klus te klaren nl. alle bemodderde en bebloedde kleren te wassen. Ondanks dit alles was het een mooie onvergetelijke dag.

Woensdag 3 oktober.

Na een zeer rustige nacht en een verkwikkend morgenmaal vertrokken we om 11 uur. Maar intussentijd was er al heel wat werk verzet. Terwijl papa Koen alles afrekende en wij maar bleven wachten op het wissselgeld van 26O roepies besloten we dan maar om Sofietjes haar met zowat 15 cm in te korten. De baardschaar van papa Koen werd bovengehaald samen met een fijn kammetje. Sofie werd midden op een tafel gezet en de knipbeurd begon. Sofie veranderde zienderogen in een kwajongen met haar kort haar. Toen voelde Sofie haar 2O° frisser. De wisseljongen bleef maar weg en uiteindelijk werden de 26O roepies 2 flesjes frisgekoeld Tuborg bier. Tegen de middag stopten we in een dorpje (zonder naam volgens Koen) om boodschappen te doen. Er werden aardappelen, tomaten, bananen, broodjes en een soort pompelmoesen gekocht, terwijl Koen en papa de bank zochten om geld te wisselen. Bij de 2 de bank kregen ze waar voor hun geld of geld voor hun waar terwijl de koeien toekeken hoe je zoiets verricht. de bank was nl. buiten onder een afdakje. Verder vonden we nog mooie bleekblauwe teensletsen voor mij en een potje Viks voor papa (het leeg doosje wordt eigendom van mama Heidie) In een apothekerstalletje kochten we ook nog hoestpastilles want ik zit al een dag of 3 verveeld met één of andere allergische hoest die mij zelfs ‘s nachts soms verplicht doet rechtzitten om naar de sterren te kijken. Dus vannacht gaan de hoestspekjes mee naar boven. De ganse weg naar hier reden we langs een fantatische baan met de bergen in zicht die langzaam maar zeker dichterbij kwamen. Het mooie landschap is bezaaid met mooie groengekleurde rijstvelden en felgroen gras waar mooie verzorgde huisjes tussen staan die Bokrijk graag rijker zou zijn. Rond 17 uur vonden we een idillisch plekje aan de Carnali rivier waar dolfijnen zouden in zwemmen, maar momenteel zijn de dolfijnen op reis volgens Naas aangezien we nog geen enkele te zien kregen. Dus vannacht slapen we aan de voet van de bergen.

donderdag 4 oktober

Gisterenavond begon het juist te regenen toen de laatste rond 1O.15 zijn bed opzocht. Dus de tenten werden vlug bovengehaald en rechtgezet. In iedere tent werd er ééntje bijgelegd want wij slapen altijd tussen de 2 tenten onder ons eigen meegebracht muskietennet. Gelukkig bleef de grote bui uit tot de tenten helemaal opstonden en dan was het volle baK.Tegen de morgen was alles opgeklaard. Om 9.15 uur vertrokken we richting Pokara. Om 12.O7 uur hoorden we de lucht ontsnappen uit één van de banden. Het was de achterband juist onder de douche. In een minimum van tijd was de band sjiekeplat. Geluk bij een ongeluk het was een ideale weg om een lekke band te krijgen (echt waar), voldoende ruimte;weinig verkeer, schaduw en een mooi uitzicht. Na een tijdje stopten er enkele wagens en stapte er een Amerikaan uit die spontaan kwam helpen; Wanneer er één stopt stoppen er automatisch meerderen. De hulp was welkom want vele handen maken zo’n karwei merkelijk lichter; En toen iedereen er bezweet bijliep hielp de natuur een handje mee ter afkoeling. Een ferme regenbui ! Na ongeveer 2 uur was de klus geklaard (een recordtempo) Terwijl de mannen zwoegden zorgen mama Heidie en ik voor het middagmaal, kwestie van 2 dingen gelijktijdig te laten gebeuren. Wij aten alvast voor, de bandvervangers later. En zo konden we terug vertrekken met een nieuwe achterband. na een eidje rijden werden we gestopt door een grote groep schoolkinderen die een kleurrijk lint over de weg spannen. Ze vroegen doorgangsgeld om hun schoolreis te bekostigen. Koen betaalde 2O roepies wat voldoende bleek te zijn gezien het enthousiasme van de kinderen.In het dorpje Hamadi besluiten we om de voedselvoorraad aan te vullen. Het is een l;ieflijk dorpje en we maken er tijd om winkeltjes te bekijken en enkele souveniers te zoeken voor Griet,Nele en Pia. Het worden enkele mooie stoffen, ééntje voor Griet op haar kot in Gent, en voor Nele en Pia om er iets leuks in te wikkelen. Aangezien ik mijn reisverslagen altijd schrijf in Naas zijn studieschrift en de bladen zienderogen volraken besluit ik om een leuk schriftje te kopen aangezien ze hier in Nepal papier maken uit de schors van de peperboom. Het schriftje wordt vlug gevonden en enkele in reserve voor de thuisblijvers. Een slaapplaats vinden we in de tuin van een familie met een groot aantal kinderen die het niet vlug opgeven om te gluren alhoewel je zulke toestanden gewoon wordt. Alleen wordt het voor de anderen iets vervelender na een maand of drie, wat verstaanbaar is. de tenten worden opgezet en de bovenzeilen klaargelegd indien de regen ons weer een bezoekje komt brengen. We besluiten te blijven slapen met 4 per tent. Sofie wil bij meter Lut slapen en Piet bij mama Heidie.Na het avondeten worden de reisverslagen aangevuld en nog gezellig nagekuierd over de speciale dag met de eerste lekke band na ongeveer 12.5OO km, hoewel we nooit exact zullen we weten na hoeveel km aangezien de kilometerteller het begaf, de nieuwe zit er reeds in en joepie die werkt !

Vrijdag 5 oktober 2OO1

Na een rustige dag zonder ongemakken en eventjes stoppen om inkopen te doen . We snuiven tevens de sfeer op van het rustig dorpje waar we ook handgeschept papier vinden en 2O bladen aankopen voor de prijs van 1OO roepies . Aangezien de muggen hier ‘s avonds met 100 den tegelijk van de partij zijn kopen we ook wierookspiralen om deze ongemakken weg te werken. We vonden een leuke plek om te middagmalen en we eten tot groot festijn van Barbara,Naas,Piet en Sofie gebakken plantaardappelen met tomaten,frankfurtworstjes en een smakelijke ratatouille met verse groentjes. In het dorpje Arunaco zoeken we een slaapplaats die we vinden eventjes buiten het dorp onder de bomen. We besluiten eerst te gaan eten en dan de tenten op te zetten. We vinden al vlug een leuk restaurantje met de typische naam Sherpa Lodge. We eten er shaumin. Na het eten worden de tenten in een recordtempo opgezet.Iedereen nam nog een verfrissende douche en toen het de beurt was aan mama Heidie hoorden we plots een gegil en geroep en spurte mama heidie in haar nakie de douche uit. We dachten allemaal dat er een of ander ondier samen met haar onder de douche stond maar niets is waar. Mama Heidie deed de schrik van haar leven op toen een hand met een arm eraan verscheen door het venstertje van de douche. Onze ridders sprongen onmiddelijk recht en gingen de indringer achterna maar die was een fractie van een seconde vlugger. Na een kwartiertje konden we er om lachen. Vanaf nu worden de raampjes ‘s nachts hermetisch afgesloten. Het werd bedtijd, maar midden in de nacht kregen we door een regenbui om U tegen te zeggen over ons dak. De regen gutste per badkuipen naar beneden en dat redelijk lang. Gelukkig gaat ook zo’n bui voorbij en konden we nog genieten van een redelijke nachtrust.

Zaterdag 6 oktober 2OO1

De paludrine en de nevaquine komen langzaam maar zeker onze oren uit want de smaak is niet te harden. Om 9.3O uur zijn we vertrekkens klaar en rijden we de laatste 15O km naar Kathmandu. We stoppen eventjes om inkopen te doen e n papa vindt de weg al alleen om ijs te kopen voor de frigo. Zijn Engels wordt super en iedereen verstaat het (van een vlugge leerling gesproken) Jammer genoeg hebben we nu eventjes tijd om te mailen maar is het internetcafé nog dicht, morgen in Kathmando vinden we er wel eentje of meerdere open. Hier vindt je niet zo veel internetcafé’s de dorpjes zijn echt te klein. Na een eindje rijden komen we aan een metalen voetgangersburg gespannen over de rivier (papa Koen is eventje weg en niemand anders weet de naam) dus... en we besluiten te stoppen en met de stoere Naas en Piet de brug over te wandel. Het is indrukwekkend en het uitzicht is adembenemend. Terwijl de rivier onder onze voeten voorbij stroomt stappen we gezwind de brug over. Natuurlijk kan je kilometers ver zien en we voelen ons een moderne tarzan op de metalen brug. Piet is als eerste aan de overkant. Wat hem een goed gevoel geeft. We nemen de brug terug naar de non en zijn blij dat we gestopt zijn! Na het middagmaal besluiten we nog een klein eindje te rijden en vandaag vroeg te stoppen zo rond 15 uur en vinden een gezellig plekje in de tuin van een Village Resort. Mama Heidie en ik doen de was van enkele dagen en papa Koen kijkt de oliedruk na van de remmen. Wanneer het donker wordt eten we hier in het restaurantje het avondmaal ter ere van mijn keppe’s verjaardag. Meter trakteert,en het langverwachte kadootje wordt bovengehaald. We vieren haar vierde verjaardag in Nepal! (Wie doet beter?) Nu gaan we eten.....

Zondag 7 oktober 2OO1

Wij zijn nog ongeveer 1O1 km verwijderd van Kathmandu, en hopen vandaag deze te overbruggen. We rijden langs lieflijke dorpjes en genieten van het dagelijkse leven van de inwoners, hier zijn ze nog niet gehaast ! De meeste dingen gebeuren hier op straat, overal wordt de was gedaan en hebben de kinderen kennelijk niets meer te doen dan ergens rond te hangen en zich te amuseren. Je vraag je hier soms af wat voor werk te mannen doen of leven die van het teelten van gewassen die ze dan verkopen of zoiets. De eerste rivier die we volgen is er kennelijk één voor rafters, daardoor zie je hier ook meer westerlingen en zijn de dorpjes ook aangepast aan hen. Geef mij maar de ongerepte bergdorpjes. We volgen een eindje verder een ander riviertje, de Mahesh rivier en hier zie je geen rafters meer, dus bijna ook geen westerlingen. We rijden de bergen in en genieten van een adembenemend landschap, de bergen zijn prachtig begroeid en ogen door de vele bomen donker van kleur met hier en daar behuizing ertussen, de dorpjes tellen hier soms maar een huis of vier, meer niet. En in ieder dorp zie je spelende kinderen. Hier zijn er kinderen in overvloed. We rijden hoger de bergen in ,wanneer we de berpas voorbij zijn zien we de Kathmanduvallei liggen. Kathmandu zelf ligt op een hoogte net iets onder de bergpas. De drukte valt nog mee voor zo'n grootstad, alhoewel het verkeer soms vastloopt. Na een tijdje rijden vinden we nog redelijk vlug het gezochte adres: we rijden binnen in deVirgin Inn Leisure Club en krijgen een klein grasveldje ter onze beschikking waar we mogen blijven slapen. Hier staan we veilig, er is een permanente wacht aanwezig. We installeren ons en gaan op zoek naar een internetcafé om het thuisfront een verslag door te mailen om U tegen te zeggen. Zo reizen ze ook een beetje mee!

Maandag 8 oktober 2OO1

We besluiten hier een paar dagen te blijven tot groot jolijt van de kinderen. Koen en Barbara vereren de Indische ambasade met een bezoekje in de hoop van de visa verlengd te krijgen wat een bijna onmogelijke opgave blijkt te zijn. Een toeristenvisum voor 6 maanden kan je om de één of andere reden niet meer verlengen. Dus het wordt een gok,, hopelijks de goeie. Dat weten we vrijdag. Met de rest nemen we de taxi naar de Thamel (De winkelstraten voor de toeristen) en spreken met de anderen af om 12 uur. Iedereen is op tijd. 's Middags eten we pizza en Lasagne, fantastich lekker en origineel voorgeschoteld. En dan... kan het niet meer stuk. Er wordt gewinkeld dat het een lieve deugd is. De winkeltjes worden geplunderd. Winkeltjes zat, en de meeste winkeltjes verkopen alleen maar toeristische spulletjes. Hier vind je alles, zelfs gewoon bruin brood, boterkoeken, appeslstrudels,croissants enz... Hier in de bakkerij zie je alleen maar kopende westerlingen die blij zijn om een gewone boterkoek te eten (allé gewoon?) Vandaag moeten ook onze terugvluchtern geconfirmeerd worden wat weer een ander probleem met zich meebrengt. Voor de vlucht Bombay-Amsterdam, Amsterdam-Brussel kan dit gelukkig telefonisch bij KLM. Voor de vlucht Kathmandu-Delhi,Delhi-Bombay gaat dat niet , daar moet een stempel opkomen en dus gaan papa en papa Koen naar Indian Airlines met de riksja aan de andere kant van de stad. Terwijl de mannen de andere kant opgaan besluiten wij nog om winkeltjes in een uit te lopen. We vinden een boekhandel met allerlei tweedehandsboeken, echt iets voor mama Heidie en ik, en al snuisterend vinden we de Nederlandstalige boeken en kopen een vracht aan nieuw leesvoer, want de weg naar huis is nog lang. Om hun winkel te voorzien van allerlei boeken hebben ze een systeem uitgedokterd, je krijg de helft van je geld terug als je het gelezen boek terug inbrengt. Slim zijn ze! We kopen vanalles, de thuisblijvers worden niet vergeten. Het wordt een verrassing, dus de lijst van inkopen krijg je niet.Papa Koen krijgt een neiuwe garderobe alsook Barbara. We vinden van alles in een superbazar, zelfs elastiekjes. In een minibusje rijden we allemaal samen terug naar de non en smullen van het heerlijke brood.

Dinsdag 9 oktober 2OO1

Om 1O uur vertrekken we naar de apentempel, alleen Barbara,Sofie en ik blijven nog een beetje wachten en besluiten na te komen met de taxi. De rest gaat de voet. Intussentijd wordt de was gedaan. Na een half uurtje vertrekken we ook richting apentempel. De afspraak is boven aan de tempel. We bestijgen de vele hoge trappen het wordt een hele opgave voor Sofie, maar ze geeft niet af. Halverwege kijkt ze naar boven en zegt heel serieus o no. Bovenaan gekomen mogen we niet binnen zonder ticket. We betalen en wachten op de rest. We zien ze niet, en zien ze ook niet de trap op klauteren. De vraag is, is er nog een ingang of zitten we verkeerd. Er blijkt een andere weg naar boven te zijn en natuurlijk nemen de anderen die en omzeilen zo de toegangsprijs ('t leven is voor de rappe) Wel komen zij vechtende apen tegen en proberen jongens mama Heidie armer te maken. Het lukt niet! Midden de tempel staat een witte stupa omringt door gebedsmolentjes. Op de stupa staan de ogen van Boedha geschilderd en hangen mooie gebedsvlaggetjes in allerlei kleuren ,oneindig veel, ze wapperen in de wind ,zo worden de gebeden verspreid. Het is een pracht van een tempel, hier zie je natuurlijk enorm veel toeristen, je hoort er allerlei talen door elkaar. De apen die hier wonen zijn geen watjes, hier zijn zij de baas. We nemen rustig de tijd om alles te bekijken. 's Middag eten we in het Stuparestaurant boven aan de tempel. dan wordt de terugweg aangevat, terug de vele trappen naar beneden,wat wel vlotter verloopt. Beneden gekomen nemen we een minibus waar we net allemaal inkunnen. Zelfs de koffer wordt gevuld. We rijden naar de belangrijkste Hindu tempel van Nepal waar we een crematie meemaken. Indukwekkend, alhoewel het op het eerste gezicht onwerkelijk aandoet. Er komen veel westerlingen kijken en dat geeft mij een onaangenaam gluurdersgevoel, te kijken naar het leed van de familie, maar na een tijdje verdwijnt dat gevoel. Het gebeuren is heel sereen. De dode wordt in doeken gewikkeld die heel kleurrijk zijn en ontdaan van zijn gewaden, die worden in de rivier geworpen. Nadien wordt hij in een rieten deken gewikkeld, en op een draagbaar gelegd. De vrouwen nemen afscheid wat heel emotioneel gebeurd. Enkele mannen nemen de draagbaar en draaien de dode driemaal rond boven de houtstapel. de draagbaar wordt weggenomen en het deken wordt losgemaakt. De ogen zijn ingewreven met rode kleurstof. De dode wordt een laatste maal begroet door de mannen die poeder strooien in de ogen van de dode. De dode wordt terug toegedekt met een kleurrijke sjaal en bestrooid met rood poeder , kralen en bloemen. Hij wordt bedekt met natgemaakt stro en dan pas steekt een familielid, in een wit doek gewikkeld met bloot bovenlichaam het vuur aan. Herhaalde malen wordt er natgemaakt stro opgelegd en komt er vet aan te pas om het vuur gelijkmatig te verdelen en de vlam erin te houden. De houtstapel is enorm. Na een tijdje nemen we in stilte afscheid en laten de begrafenisondernemer alleen . Ook de familie verdwijnt. We nemen nog een kijkje in het dorp en vinden er kleurpoeder in allerlei felle kleuren, en na afdingen kopen mama Heidie in ik een kleur of 2O. Het poeder wordt gebruikt om stof te kleuren of stof te beschilderen. We nemen terug onze minibus (want die is gans de middag blijven wachten) en papa koen, Barbara en papa stappen uit in de Thamel om inkopen te doen en de rest keert huiswaarts, om de kleinsten in bed te stoppen, want die tollen om van de slaap! Na een speciale indrukwekkende dag kruipen we vermoeid in ons bed boven op de non.

Woensdag 1O oktober 2OO1

Wat gaat de tijd jammergenoeg snel. Het einde komt in zicht! Voor mij mag het gerust nog een weekje langer duren. Vandaag laten de darmen het ietsje afweten en wordt het toilet drukker bezocht dan anders. Ik doe het een beetje kalm aan, en dat helpt. Gelukkig! We rijden weg uit Kathmandu richting Bhatapur. Eén van de drie koninklijke steden van Nepal. Een bezoekje waart. Maar ik besluit thuis te blijven samen met Barbara om mijn darmen te sparen, de anderen vertrekken en zijn redelijk vlug terug. We hebben juist gedaan met ons middagmaal en verwachten niemand zo vlug terug. Het blijkt dat ze ingang moesten betalen van 1O Us dollar per persoon wat veel is omdat ze maar een uurtje te tijd hadden. Niet betalen is geen toegang, dus terug zei Jan en daar stonden ze dan, terug van een kale reis. We rijden verder en zoeken het vieuwpunt op dat beschreven wordt in de Lonley Planet. We vinden een andere prachtige uitzichtpost op de bergen en besluiten hier te overnachten met zicht op de bergen. Maar de bergen laten geen glimp van hen zien! Jammer! De plaatselijke jeugd geeft niet af en blijven kijken. Tegen de avond verdwijnen ze. Barbara,Naas en ik blijven in de non terwijl de anderen het dorpje bezoeken. Ze komen terug met allerlei inkopen. De avond wordt ingezet en we besluiten pictionary te spelen, help! Spelletjes spelen is niet mijn beste kant, dus het wordt weer dik verliezen.

Donderdag 11 oktober 2OO1

het werd wonder boven wonder een overwinning voor Barbara en ik tijdens het spel Pictionary, wie had dat verwacht! Na een zalige nachtrust in de weidse natuur met alleen de bergen als gluurders vertrokken we om 1O.3O uur voor een bezoek aan Lalitpur aan de rivier de Bagmati. De stad is beter bekend onder de naam Patan. Het is één van de drie koninklijke steden van Nepal. Daar waren we gelukkig wel welkom en de toegangsprijs bedroeg maar een derde van de prijs van Bhatapur. Het was fantastisch om te zien, vele oude tempels, stupa's en natuurlijk vele toeristische winkeltjes. In één van de tempel werden er offergaven aangebracht door meestal vrouwen, het was nl. voornamelijk een vrouwentempel. Het was er wel onooglijk vuil, iets wat je bij de andere tempels niet zag. Hier waren er ook bedelaars en die kregen als aalmoes een handvol rijst. Bij één van de tempels was een restaurant waar je continental kon eten, de kinderen aten een hamburger met frieten. Frieten hebben ze hier bijna overal,vooral in de toeristische steden. Sofietje is verzot op frietjes in Nepal. We vinden nog een aantal kadootjes onder andere mooie kleuren handgeschept papier om mooie dozen te maken. We kuieren tempel in tempel uit en genieten van de uitzonderlijke bouwstijl en de vele belletjes die de dakranden versieren en een fijne klank laten horen wanneer er een zuchtje wind is.Ook hangen er mooie gekleurde randen stof aan de daken die wapperen in de wind. De ene tempel is nog indrukwekkender dan de ander, veel zijn er al gerestaureerd. Hier vind je natuurlijk veel toeristen en veel kinderen die het één en ander verkopen tot ze een slachtoffer vinden die de woekerprijzen betalen. Na het stadsbezoekkopen we vanalles bij de plaatselijke supermarkt,zelf fruitsap om de laatste avond voor wij vertrekken feestelijk te maken. Want Barbara en Naas smachten al drie maanden naar fruitsap, want daarvoor vragen ze hier onmogelijke prijzen. We rijden terug naar onze eerste adres bij het hotel in Kathmandu, krijgen er elecktriciteit en genieten van onze laatste avond op Nepalese grond. De reis is spijtig genoeg ten einde en morgen vertrekken we richting België. We moeten 4 vliegtuigen op en af, dus het wordt nog vermoeiender dan bij de heenreis, maar het is de moeite waard! Zo'n reis hebben we nog nooit beleefd en zijn er zeker van dat we er nog lang van zullen genieten. De vele foto's zullen de herinneringen levendig houden.