Het reistrajekt (8 mei 2005)

Onze Afrika-reis begint vorm te krijgen; of net niet. Planning en Afrika zijn moeilijk te verzoenen dat ervaarden we reeds in vorige Afrika ervaringen. De reisplanning beperkt zich dus tot het afbakenen van een tien-landen zone in Oost-Afrika.

Een nieuw stuk van de wereld verkennen was het eerste uitgangspunt. In 2001 reisden we door Azië omwille van de grote verscheidenheid en dus afwisseling voor de kinderen. Maar sinds ons vertrek uit Rwanda in 1998 bleef het heimwee naar Afrika bleef toch wel knagen. In 1990 reden we van Butare (Rwanda ) naar Brugge met een landrover 109 via Uganda, Zaïre, Centre Afrique, Kameroen, Nigeria, Niger, Algerije en Marokko. Gelukkig hadden we in 2000 een reden om nog eens op Afrikaanse bodem te zijn toen we Rita en Jan in Dakar opzochten. Een week Luxor-Aswan leerde ons dat ook het zuiden van Egypte een echt afrikaanse sfeer uitademt. En in de paasvakantie van 2004 mochten de twee jongste eindelijk eens voet in Afrika zetten tijdens ons tochtje door de Hoge en Anti-Atlas in Marokko.

Het zuidelijke deel van Afrika bleef dus onbekend gebied. Het eerste reistrajekt was dan ook Kaapstad-Addis Abeba en terug. Maar Afrika is groter dan je denkt. Het kilometers vreten is niet meer aan ons besteed. Dit keer willen we meerdere malen iets langer ter plaatse blijven en bepaalde streken grondiger ervaren en uitkammen. De drang om "alles" gezien te hebben is er niet meer. De sfeer van het rondreizen, het ontdekken van leuke plaatsen en het ervaren van de plaatselijke dingen en gebeurtenissen is voor ons meer dan voldoende.

Het trakjekt moest dus worden ingekort. Een moeilijke beslissing. De klimaattabellen werden bovengehaald en toen bleek dat het klimaat in Oost-Afrika veel gematigerder is dan we vermoeden. De hete periodes kunnen op vele plaatsen in de bergen of hooglanden worden ontvlucht (Ethiopië, Uganda, Rwanda, West-Kenia, Zambia, Zimbabwe...) De Afrikaanse regenseizoenen zijn niet zo storend als de Aziatische moesonperiodes. Daar waar we in Zuid-Thailand de regens op de westkust echt moesten ontvluchten om dat alles natter dan nat werd en de regen de ganse dag met bakken uit de hemel bleeft vallen, zijn de Afrikaanse stortbuien hevig maar meestal kort, zodat we er weinig reishinder van verwachten.

Ook visa-problemen blijken in Oost-Afrika minder problematisch dan andere delen van de aardbol. Vele visa zijn zomaar aan de grens te koop en in sommige landen probleemloos 90 dagen geldig.

Waarom zouden we dan nog een reistrajekt uitstippelen? We beperken alleen het aantal landen zodat de kilometerteller het rustig aan kan doen. Zuid-Afrika, Namibië en Botswana kunnen gemakkelijk met een huurwagen worden bereisd. De zandbak van Egypte en Soedan zijn voor een volgende keer.

Het reistrajekt 2 (18 juli 2006)

Ook zonder planning krijgt de reis stillaan vorm.

Het goedkoopste schip is het maandelijks RORO-schip Antwerpen-Mombassa; we vertrekken dus in Kenia, en zullen dus op Nairobi vliegen. We nemen een multiple-entry visum mee dat 12 maanden geldig blijft voor Kenia.

Begin Januari worden we in Addis Abeba verwacht, waar een stuk van de familie Deboi een tijdje zal meereizen.

Eind Januari zien we Barbara terug in Nairobi.

Begin April ergens in Tanzania om Hilde en Thomas op te pikken.

De reis eindigt ergens in het noorden van Zuid-Afrika waar de vrachtwagen enkele maanden zal blijven wachten op het onbekende vervolg van de tocht.

Maar verder hebben we gelukkig nog steeds geen gedetailleerd reisplan.